Gezien op vrijdag 10 maart
In de meivakantie vorig jaar waren we in Madrid. We hadden een dag uitgetrokken voor het Prado. We verheugden ons vooral op de vroege meesters uit de Nederlanden. Eigenlijk verheugden we ons vooral op de schilderijen van Jeroen Bosch. Wat dat betreft kwamen we voldoende aan onze trekken. Vooral de Tuin der Lusten imponeerde. Het probleem bij dat schilderij is dat er zo verschrikkelijk veel opstaat, dat je bij God niet weet waarnaar je kijken moet. Ik vind dat echt een probleem. Ik verzink in de chaos en kom er maar met moeite uit. Als ik me focus op een vijver met blote meisjes met een appel op hun hoofd, dan zie ik de naturalistisch geschilderde vogeltjes niet (waar staan die dan) en als je je afvraagt wat dat gedrocht met dat opengewerkte achterlijf te betekenen heeft, vergeet je de giraf. Een moeilijk schilderij waar ik helemaal moe van word. Het gebeurt mij wel vaker dat ik een schilderij bewonder en waarvan ik achteraf nauwelijks weet wat erop staat. Ik heb een half uur naar dat schilderij staan kijken en hoe ik het ook bewonder, ik zou nauwelijks kunnen reproduceren wat er werkelijk op staat. Wat ik wel weet was dat ik na die vleugel met Nederlandse meesters behoorlijk uitgeput was. Maar toen hadden we nog geen Spaanse meester gezien…
We werden tot de orde geroepen door één van de hefstigste crucifixen uit de beeldende kunst. De crucifix van Velasquez. Die konden we natuurlijk niet overslaan nu we in het Prado waren. Wat een fantastische schilderijen! Op een bankje in een ronde zaal waar Spaanse koninklijke hoogheden op ons neerkeken besloten we het toch voor gezien te houden; we waren té moe. We verlieten de zaal op zoek naar de uitgang van het museum en toen stuitte we op schilderijen die ik in eerste instantie absoluut niet in de kunstgeschiedenis kon plaatsen. Ik had het gevoel naar impressionistische schilderijen te kijken. Volkomen origineel qua compositie. Met grote vegen. Maar elke veeg raak. Een heel klein beetje zoals Rembrandt maar dan toch volkomen anders. El Greco bleek de schilder. Ondanks onze vermoeidheid werd El Greco één van de hoogste hoogtepunten in het Prado. Sindsdien ben ik een absolute El Greco fan!
Toen ik hoorde dat in de Nieuwe kerk een meesterwerk van El Greco hing, twijfelde ik niet lang of ik daarnaartoe moest. Natuurlijk! En dus toog ik naar de Nieuwe kerk en zette ik mezelf op één van de bankjes voor het befaamde schilderij. Een mooi schilderij. Typisch El Greco. Grove penseelstreken. Een typerende compositie met de door de goddelijke geest geraakte apostelen op de voorgrond. En dan dat gezicht, tweede van rechts, met die ogen die ons aankijken en die zich niet veel aan lijkt te trekken van al het goddelijk geweld dat zich rondom hem afspeelt. Zou dat soms een zelfportret kunnen zijn van de meester? Het zou kunnen. Maar ik merk dat ik vooral gegrepen wordt door de witte vegen op de mantel van Maria. Grove streken die van de mantel een levendig kledingstuk maken. Ook word ik gegrepen door het gezichtje van Maria. Erg jong en lieflijk. Maar ook heel erg vroom. Natuurlijk is het een religieus schilderij, maar op de één of andere manier komt het niet heel religieus over. Het mist de zware bombast. Dat komt waarschijnlijk door het gebruikte kleurenpalet. Dat lijken haast pasteltinten. Een erg bijzonder schilderij.
Maar…is dit nu een meesterwerk van El Greco? Nee, dat niet. Ik kan me veel indrukwekkender schilderijen herinneren in het Prado. Met een gedurfdere compositie. Ook met nog meer zeggingskracht. Wel leuk dat dit schilderij in Nederland te zien is. Ik merk dat ik best verwend ben; één schilderij vind ik een beetje karig voor een tentoonstelling. Ach, leuk is het wel en ik vond het zeker geen weggegooid geld om dit schilderij van El Greco te kunnen bewonderen in onze Amsterdamse Nieuwe Kerk.