Wij waren een lekker lang weekend in Drenthe met z’n tweeën. Maar we hebben ook een kat. Wat deden we daar dan mee? Ida ging uit logeren bij onze oudste. Reken maar dat ze daar aan al haar poezentrekken kwam. Ze mag op het voeteneinde slapen en als ze het wil is mijn oudste altijd bereid om met haar in de tuin, aan een lijntje te gaan wandelen. Daar knaagt ze dan aan haar favoriete grassprieten en is ze helemaal gelukkig. Ida heeft het bij onze oudste zoon helemaal naar haar zin hoewel ze de reis ernaartoe niet echt kan waarderen.
Ida is bij ons gekomen toen we nog als volledig gezin bij elkaar woonden. In 2001. Ze is dus afgelopen april, want op 1 april 2001 is ze geboren, zestien jaar geworden. Een kat van zestien jaar is een oude kat. Dat merken we ook. Ze is stokdoof. Eerst hadden we dat niet door, maar Ida was altijd bang voor harde geluiden. De stofzuiger bijvoorbeeld, die ervaarde ze als een levensgevaarlijk, luid grommend monster dat haar kwaad wilde doen. Zodra ze hoorde dat het monster uit de kast werd gehaald, zocht ze een goed heenkomen. Maar tegenwoordig slaapt ze rustig door. Pas als je haar aanraakt en ze daarvan wakker schrikt, en ze ziet de stofzuiger, dan spurt ze naar de boekenkast om zich dan achter de dikke pillen van Van der Heijden te verschuilen. Behalve doof, wil het ook niet meer helemaal met haar sprongen. Bij onze Ida zie je d’r een tijdlang mikken waar ze zo ongeveer zal gaan landen – bijvoorbeeld op de tafel – en dan mislukt de sprong akelig. Niet vergenoeg of niet hoog genoeg. Onbeholpen probeert ze dan te redden wat er te reden valt maar dat is zo’n potsierlijk gezicht dat we vaak moeten lachen…sorry Ida!
We namen Ida op in ons gezin omdat we wél van katten houden maar niet van muizen. In ons eervorige huis hadden we last van muizen. Onze Ida heeft echter helemaal niets van een roofdier; ze denkt dat haar voedsel uitsluitend uit blikjes en zakjes kan komen. Muizen beschouwt ze als plezierige speelkameraadjes. Ze heeft geleerd dat je niet al te ruw met ze om moet springen omdat ze het dan ineens niet meer doen. Als een muis gepakt is door onze Ida speelt ze er zolang mogelijk mee. Dat bleek een afschrikwekkend voorbeeld, want na zo’n kat-en-muis-spel verhuisde alle families muis. In haar hele kattenleventje heeft ze twee keer een muis doodgeknuffeld maar daardoor hebben wij nooit last van muizen gehad.
Gisteren hebben we Ida weer na haar logeerpartij opgehaald en is ze weer thuis. Ze was even onwennig maar daarna ging het leven gewoon haar gangetje. Maar toen kwam de nacht. Daarin was ze de afgelopen dagen gewend dat ze zich op het voeteneind mocht nestelen. Bij ons dus niet. Daarom voelde ze zich vannacht erg eenzaam. Hoe we dat weten? Ze huilt. Met lange uithalen mauwt ze op haar hardst. ‘Was er maar iemand om van te houden’ mauwt ze. En wij liggen er wakker van. Als we eindelijk uit bed stappen en de gang op lopen, dan ligt ze daar zielig te wezen. En als we dan op haar aflopen dan maakt ze kirrende geluidjes. Maar stappen we weer in bed en zijn we net in slaap, dan gaat ze weer huilen. Over een paar nachten aanvaard ze dat ze ’s nachts alleen is en niet op ons bed mag, en dan hoeft ze niet meer te janken. Nu heeft ze nog zo’n heimwee naar het huis van onze oudste zoon. Zo’n verschrikkelijke heimwee. Zachtjes kroel ik haar achter de oortjes; vindt ze zo fijn; mensenaandacht!