Natuurlijk heeft deze jongen weer alle mooie vrouwen lopen fotograferen die hij tegenkwam. Zo ben ik wel! Gisteren in de Alte Nationalgalerie hier in Berlijn. In dit museum op het Museum Insel aan de voormalige Oost-Duitse kant hangt veel negentiende-eeuwse schilderkunst van Duitse kunstenaars. Onder het geweld van de Franse schilderkunst een beetje door mij vergeten, maar ongeveer even mooi, constateerde ik gisteren. En dus met veel mooie jonge vrouwen die geportretteerd werden. Jonge vrouwen in lange ruisende rokken die met hun heldere ogen vragen om bevrijd te worden uit hun knellende korsetten. Vrouwen wiens adem afgeknepen wordt door een dwingende moraal die hun haast verbiedt om hun talenten te ontwikkelen en een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. Voor wie de moraal voorschrijft dat ze er zijn ‘ten dienste van’ en voor wie de ziekte hysterie speciaal werd uitgevonden. Die vrouwen dus. En ik vind ze zo mooi dat ik het niet kan laten om van al die geportretteerden foto’s te maken en die te koesteren. Ik zou absoluut niet meer willen dat vrouwen zo machteloos en onmondig gehouden werden en ik ben blij met hoe de maatschappij zich ontwikkeld heeft ten opzichte van meisjes en vrouwen. Dat ze hun eigen weg mogen gaan en hun talenten ontplooien.
Deze knappe, mooie vrouwen waarvoor en waarover Freud van alles bedacht, vertegenwoordigen slechts de bovenklasse. De bovenklasse van vrouwen die getrouwd waren met industriëlen, kunstenaars en geleerden. Loop je wat verder het museum in, dan komen ook de mensen aan bod die zich niet onder de rijken kunnen scharen. De arbeiders en de loonwerkers.
Van de schilder Max Liebermann had ik nog nooit gehoord. Nu dus wel. Hij doet me aan vader en zoon Israels denken. Vader Jozef vanwege de keuze van zijn onderwerpen – namelijk de minder bedeelden en de hardwerkenden in de maatschappij – en aan zoon Isaak vanwege zijn manier van schilderen. Wat ik heel bijzonder vind is dat Liebermann naar Nederland trok om daar het licht en de sfeer te zien en te voelen van de zeventiende meesters. De meeste schilderijen van zijn hand die in de Alte Nationalgalerie hangen zijn geschilderd in Nederland en laten de Nederlandse armoede zien zo vlak voor en tijdens de industriële revolutie.
Dit schilderij van Liebermann trof mij het sterkst, denk ik. Misschien omdat het contrast, maar tegelijkertijd ook de overeenkomst met de mooie vrouwen uit de eerste alinea van dit stukje zo duidelijk maakt. Meisjes staan in een bedompte, lage stoffige schuur vlas te spinnen. Hoe oud zouden de meisjes zijn? Vijftien, zestien zo te zien. Erg jong. Niets geleerd en nu gedwongen om geestdodend vies werk te doen totdat ze trouwen en kinderen krijgen. Maar nog erger dan de meisjes vind ik de jongetjes en het meisje die het spinnenwiel bedienen. Hoe oud zouden zij zijn? Ik kan de kinderen niet goed zien, maar laten we vaststellen dat ze jong zijn, heel erg jong. Kinderarbeid heeft Liebermann geschilderd in Nederland.
Wat ben ik blij met hoe de maatschappij zich ontwikkeld heeft. Vrouwen hoeven niet meer in keurslijfjes alleen maar mooi te wezen en kinderen mogen naar school en het mens worden dat eigenlijk al in hen zit. Maar terugkijken naar al dat moois en hoe dat allemaal destijds is vastgelegd in fantastische kunst, dat is toch heerlijk!!!