Gezien op 21 januari in theater Carré in Amsterdam
De Verleiders brengen een serieuze boodschap in een cabareteske sfeer. Een soort van onderzoeksjournalistiek waarvan met sketches en persoonlijke verhalen verslag gedaan wordt. Ik heb al eerder een voorstelling van de Verleiders gezien. Ook in Carré: Door de bank genomen. Dat was een aanklacht tegen het bankwezen. Slikken en stikken gaat over de gezondheidszorg. Daar valt veel over te zeggen en je kan er veel meningen over hebben. Maar welke mening verkondigde de Verleiders? Ik heb me gisterenavond in Carré prima vermaakt, daar niet van. Maar toch vraag ik me na die hele voorstelling af: Wat wilden De Verleiders nou precies. Hun analyse van de problemen is wel duidelijk, maar wat is de oplossing…
Dat er een voortdurende strijd woedt tussen burgers, overheid, verzekeraars, farmaceutische industrie en artsen is duidelijk. De kosten nemen explosief toe en het systeem lijkt vast te lopen. Kosten worden tegen de mogelijkheid van overleven aangehouden en dan wint het leven voortdurend. Ondanks dat we met grote snelheid op faillissement afkoersen, kunnen en willen we geen maathouden in het rekken van het leven. Dat is een dilemma waar we voor staan. We kunnen er niet mee omgaan en de voorstelling van de Verleiders kan er net zo goed niet mee overweg. Alle aspecten van de gezondheidszorg passeren de revue en uiteindelijk ontkomen we er niet aan om te concluderen dat het moeilijk is allemaal en dat er eigenlijk geen oplossing is. Behalve de farmaceutische industrie. Daar valt wel wat aan te doen. Daar worden kapitalen verdiend over de rug van de burger. Dat wordt stevig onder vuur genomen tijdens de voorstelling. Een prachtige rol van Victor Löw als Amerikaanse grootkapitalist die er voortdurend op uit is om zijn winst te maximaliseren en daarmee medicijnen voor een groot deel van de wereldbevolking onbereikbaar te maken. Voor ons in het rijke westen worden die medicijnen duur, heel duur en op termijn onbetaalbaar.
Onze zorgkosten stijgen inderdaad en tijdens de voorstelling worden we met de grafieken geconfronteerd. Vooral na de invoering van de marktwerking in de zorg toonden de grafieken een explosieve groei op het toneel. De grafiek ging zo stijl omhoog dat ik moeite had om het te geloven. Als de kosten naar aanleiding van nieuw beleid zo toenemen, dan verwacht ik daar heel erg veel discussie over in de politiek. Die discussie was er niet en dan ga ik twijfelen. En inderdaad, haal ik de cijfers erbij van het CBS, dan kloppen de grafieken van De Verleiders voor geen meter. Hun bewering dat de zorgkosten na de invoering van de Marktwerking in de zorg stijl omhoog zijn gegaan, klopt niet. Dat is een constante stijgende lijn die de laatste jaren juist wat vlakker is geworden. Bekijk je echter de zorgkosten in verhouding tot het BNP, dan zie je wel die stijgende lijn. Maar dat heeft vooral met het stagnerende BNP en dus de economische crisis in die jaren te maken. Extreme grafieken doen het goed tijdens de voorstelling, maar als die niet correct zijn, dan verzwakken ze de boodschap.
Neemt niet weg dat de farmaceutische industrie kapitalen verdiend door het kunstmatig hoog houden van de prijzen. Die industrie zorgt ervoor dat we steeds moeten kiezen tussen geld en het rekken van het leven. Dat we ons steeds moeten afvragen hoeveel een jaartje extra leven ons waard is en waaruit dan steevast het antwoord komt: Alles. Leven is een schaars goed en heeft een hoge prijs. Al dat kapitaal verdwijnt in de zakken van enkele grote industrieën. Hoewel daar veel waarheid in schuilt, heb ik toch ook twijfels. We moeten de farmaceutische industrie uiterst kritisch volgen en ze zullen zich heel snel moeten aanpassen aan de veranderende maatschappij; die pikt dergelijke kosten niet meer. Aan de andere kant voorziet deze industrie in een grote behoefte. De boodschap die we van De Verleiders kregen was dat de farmaceutische industrie onethische zakkenvullers zijn en dat de invoering van de marktwerking in de zorg verkeerd is geweest. (Hoewel dat laatste toch ook weer tijdens de voorstelling door Leopold Witte wordt bestreden).
Verder komt er veel aan bod. We worden met de dilemma’s geconfronteerd maar een oplossing geven, kunnen ze niet. Zorgkosten en vergrijzing. Zorgkosten en de betere preciezere diagnoses en bijbehorende medicatie. Zorgkosten en kinderkwalen. Zorgkosten en de markt. De Verleiders claimen dat de diagnostische gids voor de GGZ DSM5 vele malen dikker is dan de DSM4 om de farmaceutische industrie te spekken. Meer ziektes zouden meer medicijnen nodig maken. Ook hier vind ik ze uit de bocht schieten. Een dikkere diagnostische gids kan er net zo goed op wijzen dat ziektes beter te onderscheiden zijn door betere diagnoses. Bovendien worden er niet voor alle aandoeningen medicijnen voorgeschreven. Ik geloof wél in de integriteit van de samenstellers van de DSM5 gids en ik vind het veel te ver gaan om hen te beschuldigen van het leveren van hand- en spandiensten aan de pillenindustrie.
Viktor Löw zal ik me na deze voorstelling herinneren als de schreeuwende en op winst beluste bovenbaas van de farmaceutische industrie. Leopold Witte als de arts die van het ziekenhuis management niet de ruimte krijgt om op de door hem gewenste manier om te gaan met zijn patiënten. Tom de Ket en George van Houts als de drijvende krachten achter de voorstelling. Martijn Fischer zal ik voor me blijven zien als de wanhopige vader van een ADHD-dochter waarvan iedereen, behalve hijzelf, vindt dat het kind aan de Ritalin moet. Jammer dat het eind van het vertederende en mooie verhaal ongeloofwaardig was. Daardoor kon geen enkele conclusie worden getrokken.
Al met al een leuke avond. Er wordt wat met de feiten geknoeid en daardoor wordt de voorstelling niet overal even geloofwaardig. Ik vind dat als je gaat voor de feiten, die feiten ook waar moeten zijn. Dat is dus niet zo. Jammer!