Naar de roman van Marieke Lucas Rijneveld en gezien op 26 mei 2023 in de Stadsschouwburg Amsterdam
We hebben gisteren een intensieve avond gehad. Een avond vol van emoties. Tegenstrijdige emoties. Gevoelend die je niet wilt krijgen, maar toch hebt. Vooraf was ik vooral nieuwsgierig. Hoe vertaal je een zo vernieuwende en intense roman naar een toneelstuk? Dat het over heel intieme zaken gaat, weet je wel, maar realiseer je je niet of nauwelijks. In het boek ontstaat een waaier aan gevoelens en gedachten en gebeurtenissen waarvan al of niet verboden erotiek er een van is. Op het toneel wordt, door dat het verhaal zich voor je neus op het toneel afspeelt, de erotiek de alles overheersende emotie omdat je dat ziet. Dat rouw en dood in de roman minstens zo’n grote rol spelen, komt op het toneel niet zo goed uit de verf omdat die gevoelens veel minder visueel te maken zijn. Datgene wat je op het toneel ziet, is vele malen dominanter dan datgene waar men over praat. En natuurlijk is er veel dood en rouw op het toneel, maar het blijft ondergeschikt. Teksten op de bühne zijn vluchtig. Ze komen en verdwijnen. Je kunt niet even een paar regeltjes terugkijken om te zien hoe het ook weer zat, laat staan even terugbladeren. Dat maakt dat een roman zo enorm verschilt van een toneelstuk. Dingen die je erg raken in een toneelstuk, beklijven, de rest vergaat zo snel als de lucht die nodig was om de woorden te vormen.
Zoals gezegd, voor de toeschouwer was Mijn Lieve Gunsteling als toneelstuk een intense ervaring. Je wilt een prachtig bloot lichaam – ook al is het alleen maar de achterkant – wel en niet zien. Omdat het niet voor jouw ogen bestemd is, maar je ziet het toch omdat het in dit toneelstuk juist wel de bedoeling is dat je het ziet. Je wilt geen brute blote billen zien van een man die een meisje tegen haar zin penetreert. Je vindt helemaal dat seks tussen een volwassen man en een meisje in de puberteit helemaal niet mag kunnen laat staan dat je het ziet en er niets tegen kunt doen. Je wilt dat niet zien, maar toch wordt het je voorgeschoteld. Voor je neus op het toneel. Zoveel tegenstrijdige gevoelens putten je uit. Na de voorstelling was ik volkomen stuk; kapot en doodmoe. Vooral emotioneel. De acteerprestaties waren absoluut geweldig! Alle lof voor de acteurs en actrices. De hoofdrolspelers Hans Kesting en Eefje Paddenburg leverde een acteerprestatie van jewelste. Intiem, erotisch, vertroebeld en in de rouw. Maar ook Katalijne Damen en Bart Slegers als respectievelijk moeder en vrouw van de veearts en Freud, Hitler en vader van het meisje waren meer dan voortreffelijk. De twee koeien op het toneel waren heerlijk zichzelf en ondanks mijn bedenkingen vooraf (moet je wel zo omgaan met levende dieren) erg functioneel en leken weinig last te hebben van al het gedoe rondom hen. Ik ben niet naar de nabespreking met Hans Kesting geweest. Ik vind dat hij het geweldig gedaan heeft. Hij heeft een grote prestatie geleverd en wat kan ik daar anders op zeggen. Hij is niet degene die de keuzes gemaakt heeft, hij ging niet de confrontatie met de roman van Marieke Lucas Rijneveld aan en over dat aspect van de voorstelling heb ik wel vragen.
Eerst een keuzes die ik sterk vond. De persoon van de moeder van de veearts die Kurt genoemd wordt en zijn echtgenote worden beiden door Katalijne Damen gespeeld. Die twee personen vloeien in elkaar over en ik denk dat dat terecht is; het zijn beiden volwassen vrouwen die seksueel beslag op de veearts leggen maar waar hij geen raad mee weet.
De regisseur typeert het meisje als de Lolita van Nabokov. Als een verleidster. Al bijna in de eerste scene gaat ze over de grens van de veearts heen. Ze gaat zonder veel uitnodiging naast hem liggen en legt haar been over hem heen. Ze draagt een kort broekje om het vervolgens in te wisselen voor een kort kanten jurkje. En maar dartelen en maar om hem heen draaien. En dan haar uiterlijk…knap. Heel erg knap. Een meisje waar iedere heteroman graag bij in de buurt is. Als vriendje, vader, schoonvader of, desnoods, als opa. Oogverblindend is ze en heel verleidelijk met haar halflange haar. Een vrouw op en top en in de dop; een meisjes meisje. Keren we nu terug naar de roman van Marieke Lucas Rijneveld dan gaat het weliswaar om een meisje maar één die verschrikkelijk worstelt met haar sekse. Wil ze wel een meisje zijn? Of wil ze veel liever een jongen zijn? Het kind is helemaal geobsedeerd door piemels. Ook op het toneel zien we haar steeds bezig met staand plassen, piemels en jongensgewei. Zou een meisje dat dergelijke gevoelens heeft zich dan gedragen als een meisjes meisje? Ik denk het dus niet. Ik zou denken dat je haar veel meer moet zoeken in de meisjes met kortgeknipte haren, een spijkerbroek en laarzen. Geen Lolita-achtige verleidster; meer een meisje dat altijd met de jongens meedoet. Een meisjes meisje vind ik een verkeerde keuze van de regisseur. Toegegeven, een mooi meisjes meisje is veel leuker om te zien op het toneel en maakt het idee van misbruik beter voorstelbaar. Aan de andere kant durf ik gerust te stellen dat een jongens meisje ook veel ellende kan overkomen!
Het toneelstuk heeft een heel mooi eind…zou je denken; in de verte zie je de blauwe zwaailichten van de politie aankomen. De veearts wacht op zijn arrestatie. Ondertussen wordt het meisje liefdevol en beschermd opgenomen door de vader. Zou mooi geweest zijn en in de lijn met de roman. Helaas eindigt het toneelstuk zo niet. Het meisje wordt heel erg bruut door de veearts verkracht. Voor ons als toeschouwers heel naar om te zien. En ja, verkrachtingen gebeuren en je hoeft er niet persé omheen te draaien, maar staat die verkrachting ook in de roman van Rijneveld? En als dat niet zo is, past het dan in de lijn van het verhaal en maakt het iets duidelijk dat nog niet goed genoeg gezegd is? In de roman komt geen brute verkrachting voor, laten we dat voorop stellen. Hij penetreert haar wel en omdat ze minderjarig is en gemanipuleerd is het fouter dan fout, maar een brute verkrachting die vindt niet plaats in de roman. In de brochure bij de voorstelling wordt Rijneveld geciteerd: “Hij is niet alleen maar een nare man, een dader; dat heb ik willen laten zien. Ik wilde de worsteling die ze allebei doormaken over identiteit, over seksualiteit laten voelen bij de lezer. Ik wilde dat je van beide kanten kan begrijpen wat hen drijft. Hun verlangens, het onvoorwaardelijk van elkaar houden. Over goed en kwaad. Het is niet zwart-wit.” Bij zo’n brute wrede verkrachting kan je echt niet meer twijfelen over goed en kwaad; het is het kwaad in optima forma! Ik begrijp dan ook niet waarom deze scene in het toneelstuk zat. Dat het meisje daarna ook nog een lied zingt doet voor mij afbreuk aan haar rol in het toneelstuk. De tekst is moeilijk te duiden omdat het te snel gaat. Ik denk dat het een soort catharsis was; wat mij betreft niet nodig.
Misschien ben ik wel een ouwe zeurpiet; dit toneelstuk op deze avond doormaken is een zeer intense emotionele ervaring door prachtig spel van de acteurs en in die zin een heel rijke avond waar je nog dagen mee bezig bent.