Tag archieven: landbouw

Spitten

Als het winter wordt en je een moestuin hebt op de zware polderklei, dan moet je spitten. Een boer ploegt dan zijn grond. De moestuinliefhebber spit zijn tuintje om. De aarde moet gevoed met compost. Compost moet niet te lang op de aarde liggen, maar moet ondergespit. De afgelopen seizoenen is de aarde ingeklonken. Keihard is de aarde. Daarom heeft de grond lucht nodig. Met een schep steek je plakken uit de aarde en die leg je omgekeerd weer terug. Kluiten zijn het. Glanzend van het vocht. In de spitvore, verdeel je de compost en de omgekeerde kluiten bedekken de compost. De winter zal de kluiten bevriezen. De bevroren waterdruppels in de kluit, drukken de klomp aarde uit elkaar. Als de winter voorbij is, vallen de kluiten uit elkaar in fijne korreltjes. In een laag zachte korrelige aarde waarin het goed zaaien en planten is.

Maar voor het zover is. Voor het zover is dat de winter de kluiten bevriest, moet je spitten. Juist op de zware polderklei is dat geen feest. Natuurlijk probeer je er een feest van te maken. Lekkere lichaamsbeweging in de natuur! Maar het is hard werken. Zwaar werk ook. De kluiten zijn dicht en nat. Je kunt ervoor kiezen om hele kleine kluitjes om te leggen, maar dan schiet het niet op. Honderd vierkante meter spitten lijkt niet zoveel, maar dat is het wel.

Gisteren waren Josien en ik op de tuin. Onze tuin van honderd vierkante meter is door stenen tegels verdeeld in twee gelijk stukken. Het eerste stuk hebben we grotendeels het vorige weekend gespit. Behalve het achterste stukje. Daar staan onze aardbeien. Naast de aardbeien een stukje tuin waar dit jaar vrijwel niets gegroeid heeft. Ons frusto stukje. We zijn van plan om daar wat bloemen op te zetten. Kan ons het schelen, maar we gaan er geen tijd insteken laat staan een schop. De rest van dat eerste stuk glanst ons wittig toe. De rijp van de nacht ervoor zit er nog op. De gespitte grond lijkt in slaap. Je krijgt het gevoel dat de aarde rustig en regelmatig ademhaalt. Is natuurlijk onzin…maar ik maak het mezelf graag wijs.

Terwijl Josien met een schoffel en spa de paden weer terugbrengt tot de oorspronkelijke breedte, begin ik te spitten in het tweede stuk tuin Na zo’n slordige vier vierkante meter moet ik voor het eerst een poos rusten. Vooral mijn rug protesteert. Maar ik ben ook behoorlijk oververhit geraakt. Behalve mijn voeten. Het is vier graden boven nul en op een licht bevroren ondergrond raken mijn voeten in de rubber kaplaarzen snel onderkoelt. Dat terwijl ik haast nooit koude voeten heb. Daar heeft Josien het patent op. Ik doe de dunnere jas aan, die ik daarvoor speciaal meegenomen heb. Ik ga een kruiwagen compost halen om mijn voeten weer een beetje warm te lopen. Met gevoelloze, pijnlijke voeten loop ik naar de compostplaats. Maar het helpt wel. Want als ik terugloop, is de pijn verminderd. Dan gaan we weer spitten. En spitten… en spitten.

Als ik in de late namiddag in de auto ga zitten, voel ik hoe mijn botten en lichaam zich krakend laten vormen naar de autostoel. Alles ontspant in mijn lichaam. Maar het voelt zo moe. Maar wel bevredigend moe. Ondertussen vraag ik me af in hoeverre spitten en ploegen nog van deze tijd is. Josien en ik hebben het geleerd van Josien d’r vader. Hij was zijn leven lang tuinder. Maar er worden tegenwoordig ook andere dingen gezegd. Permacultuur is het jé van hét op het ogenblik. Die houden niet van spitten. Die willen de structuur van de grond de structuur van de grond laten. Hoogstens de bovenlaag een beetje los maken… Zelfs de gangbare landbouw begint haar geloof in ploegen te verliezen. Misschien moet ik me eens een keertje wat meer gaan verdiepen. Volgend jaar dan maar. Dit jaar blijf ik spitten. Blijven wij spitten.