Toen ik zeventien was werd ik uit huis geplaatst. De echte overwegingen van de plaatsende instanties weet ik niet, maar ik was er erg blij mee. Er was op dat moment niets dat ik liever wilde; op mezelf zijn. Volwassen zijn. Maar helemaal op mezelf, dat zat er niet in. Ik kwam op Karspel terecht. In een flat met leeftijdsgenoten. De meesten hadden een carrière achter de rug in tehuizen en pleeggezinnen. In de flat waar wij zaten was het de bedoeling dat je geleerd werd om op eigen benen te staan. Ik heb in die anderhalf jaar dat ik er gewoond heb erg veel meegemaakt. Een hectische periode was het voor mij. Alsof het allemaal gisteren gebeurd is. Ik kan mezelf nog zo verplaatsen naar dat kamertje waar ik toen zat, veertig jaar geleden. Karspel stond bol van emotie. Er was niets voor nodig om de vlam in de pan te laten slaan.
Gisteren was Elise Teulings te gast bij Jeroen Pauw. Elise Teulings werd als vijfjarig kind uit huis geplaatst. Ze kwam, samen met haar broertje, in een pleeggezin terecht. Daar werd ze vanaf de eerste minuut aan heftige lijfstraffen onderworpen. Vijf jaar oud en dan al voor straf buiten in het donker in de sneeuw gezet. Hoe kunnen mensen dat een kind aandoen. Daarbij komt dat Elise Teulings een knappe vrouw is. Ze loenst licht maar erg charmant. Haar ogen vol emotie. Dat bracht de ridder in mij naar boven en ik wilde haar graag met terugwerkende kracht beschermen. Arme Elise Teulings. Ze schreef een boek over haar periode in het pleeggezin, maar ik denk niet dat ik het ga lezen. Ik hou de herinnering aan die knappe licht loensende vrouw graag in mijn hoofd. Bovendien heb ik tehuizen-geweld om me heen gezien, en dat is voor mij voldoende.
Zorgen voor andermans kinderen blijft een probleem. Van het Burgerweeshuis uit de zeventiende eeuw tot de pleegzorg van nu, kinderen zijn onbeschermd zonder eigen ouders. Natuurlijk, altijd zijn er goede pleeg- en adoptieouders. Laten we daar duidelijk over zijn, maar verhalen over mishandeling overheersen. Kinderen die verder moeten zonder hun natuurlijke ouders zijn per definitie beschadigd. Het hoort niet. De natuur heeft het zo niet bedoeld. Kinderen horen beschermd en verzorgd te worden door hun eigen ouders. Als dat om de een of andere manier niet gaat, dan raak je beschadigd. Een beschadigd kind is geen gemakkelijk kind. Een moeilijk kind lijkt om geweld te vragen. Maar dat is natuurlijk niet zo. Kinderen zijn weerloos, zelfs als ze zich niet fijn gedragen.
Soms moet ik aan Charles denken en Henry en Jan-Willem. Henry en Jan-Willem waren criminelen in de dop. Ik wist dat en ik voelde dat. Ik ging niet meer met ze om dan strikt noodzakelijk. Ze zijn beiden al lang geleden overleden. De levensverwachting van kinderen in de jeugdzorg is niet hoog. Henry en Jan-Willem hadden het voorzien op Charles. Charles had een hersenbeschadiging opgelopen en was, zo ging het verhaal, door zijn hoogopgeleide rijke ouders, verstoten. Charles kreeg na verloop van tijd een kamer vlak bij mij terwijl hij aanvankelijk naast Jan-Willem woonde Achteraf hoorde ik dat Charles verschrikkelijk was mishandeld en gekleineerd. Door Henry en Jan-Willem. Op alle mogelijke manieren. Arme Charles. Ik had een zwak voor hem al moest je een hoop geduld met hem hebben; hij begreep zelden iets in één keer. Had ik hem maar kunnen beschermen! Had ik Elise Teulings maar kunnen beschermen!