Hoe gaat het verhaal… Richard Strauss was in 1948 vierentachtig jaar. Hij was klaar met componeren, vond hij. Hij had een leven vol triomfen achter zich, maar ook dieptepunten. Maar toen kreeg hij het gedicht ‘Im Abendrot’ van Josef von Eichendorff onder ogen en besefte dat dit gedicht muziek verdiende. Hij pakte zijn pen en schreef een van de mooiste liederen ooit. Voor sopraan, natuurlijk. Zijn mooiste werken zijn geschreven voor sopraan. Voor zijn vrouw Pauline, eigenlijk, die destijds een wereldberoemde zangeres was.
Alma Mahler kende het echtpaar Strauss goed. Vooral in de tijd dat ze met Gustav Mahler getrouwd was. In haar dagboek komen Richard en Pauline vaak voor. Niet echt vleiend zoals Alma hen neerzet. Richard verdenkt ze van een commerciële inslag. Een doodzonde in het kunstenaarsmilieu van het Wenen rond het jaar 1900. Maar, en dat moet wel gezegd, ze ziet Richard Strauss wel als een groot musicus. Weliswaar in de schaduw van haar man, maar toch een groot musicus. Ook over Pauline schrijft ze. Iemand met sterallures en een slecht karakter. Eigenlijk niet mee om te gaan. Alma beschrijft dat Pauline Richard Strauss regelmatig uitfoeterde en sloeg. Volgens Alma een slecht huwelijk.
Maar…Richard en Pauline werden samen heel erg oud en ik kan me niet anders voorstellen dan dat hij toch verschrikkelijk van haar gehouden heeft. De mooiste liederen en aria’s zijn voor sopraan geschreven…voor zijn vrouw. Tot op zijn vierentachtigste schreef hij ze.
Im Abendrot is een gedicht over een oud echtpaar dat terugkijkt op het leven dat ze samen hebben geleid. Een leven als een lange wandeling. Ze zitten samen te rusten van de wandeling en kijken naar de zon die rood ondergaat.
Strauss was een componist die als geen ander concrete dingen om kon zetten naar muziek. In Im Abendrot begint dat met een hele lange wandeling. Voordat de zangeres begint is er een intro waar haast geen einde aan komt. Waar je ook eigenlijk geen einde aan wilt hebben. Als een wandelpad kronkelt het zich over heuvels en door dalen. Steeds veranderend maar toch ook een beetje hetzelfde. Dan moduleert de muziek weer naar mineur en dan weer naar majeur. Van de ene toonsoort naar de andere. Een zacht glooiend landschap en een wandelpad daar dwars doorheen ontvouwt zich voor je geestesoog, opgeroepen door de muziek. Het intro is al een sensatie. Dan begint pas het lied. Dat wat de muziek al opgeroepen heeft, wordt bezongen. Twee oude mensen die samen de lange wandeling van het leven hebben gelopen. Ze rusten uit en kijken over het landschap. Ze kijken naar de weg die achter hen ligt. En ze kijken voor zich; naar het avondrood; De zon die ondergaat. Leeuweriken hoor je zingen.
Kijkend naar het avondrood voelt het stel zich zo moe van het wandelen en vragen ze zich af of dat de naderende dood is… Het einde van het lied, maar nog niet het einde van de muziek. Want zachtjes meandert de muziek verder. In alle toonkleuren, maar zachtjes. Stervend…maar zo verschrikkelijk mooi. Totdat de muziek wegsterft. En zelfs na de duizendste keer dat je het lied hebt gehoord, wil je het meteen nog een keer horen. Wellicht met een andere dirigent en met een andere zangeres.
Im Abendrot werd in de liederencyclus Vier Letzte Lieder opgenomen. Het wordt als laatste gespeeld. Het laatste Lezte Lied.
(Naar Youtube: Im Abendrot gezongen door Charlotte Margiono in het concertgebouw)