Toen Josien en ik 5 jaar getrouwd waren, kregen wij van onze beider families een reisje naar Parijs aangeboden. Dat wil zeggen, onze ouders wilden wel op onze kinderen passen. Die waren toen nog heel erg klein. Ik denk dat die reis naar Parijs ons eerste uitje met z’n tweeën is geweest, sinds we pappa en mamma waren geworden. Dat is dus heel lang geleden. In Parijs gingen we naar museum Gare d’Orsay. Dat was nog niet zolang voordien geopend. Een sensatie was het toen. Nu nog steeds, trouwens, vind ik. We genoten in dat museum met volle teugen van elkaar en onze vrijheid en de schilderijen. Ik keek naar de enorme stationsklok. Wat prachtig! Ik zag op dezelfde hoogte als de klok; mensen lopen. Kennelijk was daarachter een verdieping waar je kon lopen daar hoog in dat station. Josien en ik bezochten de ene verdieping na de andere. Overal de mooiste schilderijen. Totdat we op een hoge verdieping waren. We liepen een gang door en op het moment dat ik daar liep besefte ik dat dat die hoge brug moest zijn. Achter de klok, waar ik op de benedenvloer naar had staan kijken. Zo verschrikkelijk hoog! Het zweet brak mij uit. Ik werd duizelig en had moeite om me voort te bewegen. Josien vroeg wat er aan de hand was, maar ik kon alleen maar piepen. Van de ene op de andere dag had ik hoogtevrees gekregen. Jarenlang hield die vrees mij tegen om leuke spannende dingen te doen.
Na verloop van tijd besloot ik dat het afgelopen moest zijn. Veel leuke dingen ontglipten me omdat ik een bangeschijtert was. Dat wilde ik gewoon niet. Daarom begon ik een campagne om mijn angst te overwinnen. Nou ja…zo bewust ging dat niet. Josien en ik waren op vakantie in Letland. We hadden onze tent opgezet op een camping bij een heel klein plaatsje. Cultuur troffen we daar nauwelijks aan. Er viel gewoon helemaal niets te beleven. Behalve een kerkje dan. Daarom besloten wij het kerkje te bezoeken. Binnen was het kerkje niet veel meer dan een holle ruimte met een kruis. Achter een tafeltje zat een vriendelijk uitziende dame. Communicatie was best moeilijk, daar in Letland. Maar…we begrepen dat we voor iets moesten betalen. Wij dachten dat het om toegang tot het kerkje ging. We vonden dat wel veel gevraagd voor zo’n kerkje van niets, maar omdat het om een bedrag ging dat nauwelijks in euro’s uit te drukken was, betaalden wij netjes. Met een vriendelijk doch dwingend gebaar wees het dametje op een deur. Dat bleek toegang te geven tot trappen waarmee je de toren kon beklimmen. Gammele trappen; dat zag ik zo; heel erg gammel. Goede raad was duur…wat zou ik doen: Teruggaan of doorgaan. Josien had inmiddels de eerste trap al beklommen en riep vrolijk naar beneden dat de trap steviger was dan hij eruitzag. Jaja… En toen nam ik het besluit dat mijn leven veranderde…en beklom de trappen. Bovenin hadden we een fantastisch uitzicht over eindeloze bossen en een kasteeltje in de verte. Ik had met trillende knieën een eerste overwinning behaald!
Sindsdien laat ik mij niet meer ringeloren door hoogtevrees. Gisteren gingen we appels plukken. En geloof het of niet: Daar stond deze moedigerd, wiebelend op een laddertje de hoogste appels te plukken. Mooie appels. Het is een uitzonderlijk appeljaar. Knoeperds plukte ik. In een uurtje hadden we vier kisten vol geplukt. Een overdaad aan appels voor deze ex-schijtert!