Gezien en gehoord op 19 maart 2022 in het Concertgebouw in Amsterdam
Als ik terugkijk naar de afgelopen twee jaar, dan was ik voornamelijk bezig met aantallen besmettingen (daalden ze, of stegen ze juist) en de ziekenhuisbezetting (code zwart?). Niet echt om vrolijk van te worden, eerlijk gezegd. We – ik, dus – hadden koud afscheid genomen van het virus of Poetin stuurde zijn soldatenjongens dood en verderf zaaiend de…dood in. Sindsdien volg ik de frontlijnen in Oekraïne en zit ik aan het nieuws gekluisterd in de hoop dat er snel een wapenstilstand komt. En ik word zo moe over dat gepraat over militaire doelen of burgerdoelen. Hier schrijft een vader van drie zonen. Net of het minder erg is als je zoons omkomen in een burgerdoel of in een militair doel. Als er geen snelle wapenstilstand komt…laten we dan maar hopen op een Oekraïense overwinning. Van de problemen waar we steeds maar tegenaan lopen word je zo verschrikkelijk eenzijdig. Door al die ellende en geweld zou je haast vergeten dat de lente begonnen is en dat er ook nog zoiets bestaat als schoonheid en bovendien dat we – post-corona – ongestoord van die schoonheid mogen genieten. Ik kan het leed van de wereld niet op mijn schouders nemen…
Voordat de concerten van het Nederlands Philharmonisch Orkest tegenwoordig beginnen, vertelt de dirigent wat de toehoorder zoal te wachten staat. Een korte inleiding op de muziek. Ik weet niet of ik van deze nieuwe trend houd. Het zaallicht is gedoofd, de instrumenten gestemd, de dirigent is onder applaus op de bok geklommen en in plaats van dat de stilte terugkeert in de zaal en de spanning stijgt en de dirigent zich concentreert op het tempo en de inzet van het orkest, pakt hij nu de microfoon om iets over de muziek te vertellen. Van mij hoeft het niet; doorgaans heb ik het programmaboekje al gelezen en eigenlijk vertelt de dirigent niets wat niet ook in dat boekje staat. Bovendien stond gisteren de microfoon niet aan toen de nieuwe chef-dirigent Lorenzo Viotti zijn verhaal ging houden en omdat ik plaatsen op de achterste rij had genomen en bovendien ietwat doof begin te worden, kreeg ik maar heel weinig mee van wat de man vertelde. Gelukkig sprak de muziek helemaal voor zichzelf:
De 5e van Mahler en alleen maar de 5e van Mahler.
Een symfonie die de componist opdroeg aan zijn vrouw Alma. De vrouw die alle grote kunstenaars van haar tijd het hoofd op hol bracht en zelf ook mooie liederen schreef. De symfonie droeg Gustav Mahler op aan zijn vrouw maar het beroemde Adagietto uit de vijfde zou de ultieme liefdesverklaring zijn geweest. Het staat in het programmaboekje, iedereen vertelt het en dus ook Lorenzo Viotti…dacht ik, voor zover ik het kon horen. En laat ik eerlijk wezen; het is ook ontroerend mooi. Met een hoofdrol voor de harp. Het zijn maar een paar tonen van de harpist maar juist deze klanken verdiepen de muziek en geven het een enorm dramatisch karakter. Daarmee opent Mahler een zee vol schoonheid. De schoonheid die Mahler in zijn muziek stopte benutte Viotti gisteren helemaal. De mensen in de zaal leken hun adem in te houden; zelfs slikken zou de betovering kunnen verbreken die door de muziek werd opgeroepen. Terwijl ik mijn ogen dicht deed zag ik Dirk Bogarde voor me in de smorende hitte van Venetië strak in het pak in die prachtige film van Luchino Visconti ‘Dood in Venetië’. En ondertussen vergat ik dat de zaal sinds twee jaar niet zo afgeladen vol had gezeten en dat we van de pandemie af zijn en vergat ik dat duizenden jongens hun onschuld en vaak ook hun gezondheid en hun leven verliezen in een grote zinloze oorlog begonnen door een op macht beluste krankzinnige. Schoonheid; dat houdt ons overeind in deze vreemde tijd.
De vijfde van Mahler bestaat gelukkig niet alleen uit het Adagietto. De symfonie is als een avontuur waar je in stapt. Dit geldt eigenlijk voor alle symfonieën van Mahler. Onverwachte wendingen, muziek vanuit het niets, van stilte naar een orkaan van geluid. In deze symfonie vooral een grote rol voor de trompet en natuurlijk het slagwerk. Heerlijk om naar te luisteren en heerlijk om je even weg te laten voeren van de ellende van de wereld. Aan het eind ook nog een toegift. Welke componist schrijft er een groter orkest voor dan Gustav Mahler? Ik zou het niet weten. Wat zou je met zo’n groot orkest dan voor toegift kunnen geven anders dan weer een stuk van Mahler. Dat zou de avond geen goed hebben gedaan. De vijfde is de vijfde en daar moet niets meer tussenkomen. Viotta vond de oplossing in het Ave Verum van Mozart. Geschreven voor een kamerorkest met koor. Een deel van het orkest werd kamerorkest, de rest legde de instrumenten weg en fungeerde als koor. Ontroerend mooi! Een zeer geslaagde avond. Helaas, daarna weer terug naar de realiteit van alledag…bommen, granaten en raketten op een woonwijk in Oekraïne.