Amsterdamse criminelen kennen hun klassieken. Dat is wel duidelijk! Ferry T. is lid van een bende, zo lijkt het. Een bende die zich inlaat met synthetische drugs. In die handel valt veel geld te verdienen. Klinkende munt en mooie briefjes. De geldstroom binnen de criminaliteit gaat ouderwets. Niks geen pinpas of internetbankieren. Geen bits en bytes. Nummers in computers zijn achterhaalbaar. In computers gaan getallen van A naar B en dus ook naar T. Dat willen criminelen niet. Geld komt van nergens en gaat naar nergens. Dat is lekker geld. Je hoeft er geen verantwoording over af te leggen. Het bestaat gewoon niet, maar je kan er mee doen wat je wilt.
Krijg je veel van dat anonieme geld in handen, wat doe je er dan mee? Er zijn een aantal mogelijkheden. Je kunt het witwassen. Dat is niet eenvoudig en kost een hoop geld. Van die berg echt, maar anoniem geld, blijft een stuk minder over. Het overgebleven geld kan je vanaf het moment dat het witgewassen is, investeren in allerlei zaken en zo blijft de berg, in zekere zin, in stand. Er wordt gefluisterd dat de tientallen nutteloze wafelbakkers in de Kalverstraat en Nieuwendijk er dank zij witgewassen geld gekomen zijn. Ik weet het niet. Een wafelwinkel op zo’n locatie…hoeveel wafels moet hij bakken om alleen al de huur te kunnen betalen? Ik hou me er verder buiten…ik ben diabetes patiënt en die zoete wafels mag ik toch niet.
Wat doe je met heel veel anoniem geld en je vindt witwassen veel te duur? Je gaat nadenken… zo zie ik het voor me. Een tafeltje met daaromheen een groep zware jongens. Zoals in de Donald Duck. ‘Hoe zorgen we ervoor dat onze zuurverdiende centjes veilig opgeborgen zijn?’ In het brein van een van de mannen klinkt muziek. Wagneriaanse muziek… ‘Wache, Fafner! wache du Wurm! Ein starker Helde naht, dich heil’gen will er bestehn.’ En dan de diepe stem van Fafner: ‘Mich hungert sein’. Langzaam gaat er een licht branden. De zware jongen lacht. De anderen kijken hem aan. ‘Wat valt er te lachen?’ vraag de sterkste dreigend: ‘Zal ik die grijns even van je porem timmeren?’ Maar dan vertelt onze cultuur minnende zware jongen wat hij bedacht heeft: We stoppen ons geld in een loods en we leggen er draken bovenop. Twee krokodillen. Wat een idee!!!
De anderen hebben pasgeleden de Hobbit gezien. Wat lag er op de dwergenschat? Juist ja. Iets waar niemand omheen kan. Levensgevaarlijk en daardoor afschrikwekkend. De zware jongens moeten er een biertje op genomen hebben. Wat een idee!
Maar helaas voor de boeven: Fafner ontmoet op een dag Siegfried en Smaug stuit op Bilbo Balings. De draken worden gedood en het goud gaat terug naar de oorspronkelijke (vermeende) eigenaar. Maar omdat er een vloek rust op het goud, brengt het meer ellende dan vreugde.
In Amsterdam zullen de draken uiteindelijk door de dierenarts uitgeschakeld zijn. Daarna stapte een ambtenaar de loods binnen om het geld mee te nemen. Niks geen held, niks geen romantiek. Jammer! Waarschijnlijk rust er zelfs geen vloek op het geld.