Dat Laura van der Haar kan schrijven is boven elke twijfel verheven; ze heeft me zelfs van mijn lees-antipathie genezen die ik door de Libris literatuurprijs had opgelopen. Op zich leest haar roman makkelijk weg en sommige stukjes zijn zelfs wel spannend te noemen. Het gaat echter om geloofwaardigheid bij het vertellen van verhalen. Realisme doet absoluut niet ter zake; geloofwaardigheid is waar het om gaat. Daar ontbreekt het een beetje aan in de roman van Laura van der Haar. Geloofwaardigheid is een complex ding. Neem Arnold Schwarzenegger in de film Commando. Een volslagen onrealistisch verhaal: Nadat Arnie zonder parachute uit een opstijgend vliegtuig is gesprongen weet hij met louter vuistgeweld aan een peloton politie te ontsnappen om vervolgens af te reizen naar een klein tropisch eiland waar hij in zijn eentje een heel leger verslaat. Echt waar: Dat kan niet, dat is niet realistisch. Maar omdat hij in het verhaal onder anderen als de beste marinier wordt neergezet en een buitenproportioneel gespierd lichaam heeft(en nog veel meer van dit soort zaken), wordt het toch geloofwaardig. Daar gaat het bij De Kuil van Laura van der Haar, in mijn ogen, een beetje mis.
De vrouwelijke hoofdpersoon en de persoon vanuit wie een deel van het verhaal verteld wordt is Kasja. Kasja heeft een tussenjaar en wil aansluitend gaan studeren. Aardwetenschappen denk ze aan. Ze woont in een plattelandsdorpje in het oosten des lands samen met haar vriend Lennart. In het tussenjaar heeft ze een horecabaantje in het pannenkoekenhuis ‘De kuil’, midden in het bos. Ze heeft een problematische verhouding met haar moeder; dan kunnen ze elkaar weer verdragen en het volgende moment is het haat en nijd. Lennart, de mannelijke hoofdpersoon in de roman, heeft een prima verhouding met zijn ouders, maar sinds het jongere zusje Meijke uit een boom is gevallen en in coma is geraakt is het hele gezin in diepe rouw. Lennart krijgt een ware obsessie over de grond waarop ze is gevallen. Eigenlijk alle (bos)grond fascineert hem. Hij werkt (dacht ik) als grafisch ontwerper (al kan ik dat niet meer terugvinden). Meijke komt eigenlijk niet meer verder dan knipperen met haar ogen en af en toe lijkt er iets van verbetering in haar toestand te zijn. Dan is er projectontwikkelaar Charles Ubbink. Hij woont met zijn vrouw en kind in een kast van een huis in de buurt van waar Kasja en Lennart wonen. Achter het pannenkoekenhuis ‘De Kuil’ is een verlopen camping met wat verlaten zomerhuisjes; dit wil Charles om gaan bouwen tot een bungalowpark. Lennart en Kasja hebben elkaar ontmoet en zijn een stel geworden toen ze beide bij de Kuil werkte.
Terwijl Lennart de bodem in het bos onderzoekt en samen met hondje Frits (jaja) elk gaatje en kuiltje inspecteert, maakt Kasja kennis met Charles Ubbink. Charles (die zichzelf voorstelt als Sjarrel), wordt getypeerd als een patjepeeër. Als een laag bij de grondse omhooggevallen rijkaard. Met deze man begint ze een affaire. Ze wordt stapelverliefd op de man die 20 jaar ouder is dan zij. En daar begint iets ongeloofwaardigs voor mij, want waarom gaat ze vreemd en waarom juist met deze snob? Vanuit het verhaal kan je dat moeilijk verklaren. Kasja vertelt dat ze erg gelukkig is met Lennart. Geen wereldschokkende dingen en geen hoogvliegende en opzwepende liefde, maar knusjes en gezellig. Op zich biedt dat wel wat aanknopingspunten voor een affaire (groots en meeslepend), maar dat wordt verder in het verhaal niet aannemelijk gemaakt. Bovendien is de affaire met Charles niet groots en meeslepend, maar stiekem in een verlopen zomerhuisje. Het feit dat de vader van Kasja helemaal uit beeld is, zou een aanknopingspunt kunnen zijn om een verhouding te beginnen met een twintig jaar oudere man; een vervangvader. Maar ook dat wordt nergens waargemaakt. De verhouding is voor mij een groot raadsel en niet geloofwaardig.
De afloop van het verhaal, en daar ga ik eigenlijk nauwelijks iets over zeggen want dan zou ik de clou vertellen, best spannend, maar tegelijkertijd ook volledig ongeloofwaardig. Ik denk niet dat mensen normaliter zo handelen als ze in het verhaal handelen. Ik geloof het gewoon niet en het wordt dus ook niet geloofwaardig gemaakt.
Dat alles neemt niet weg dat de roman De Kuil een lekker boek is om te lezen. Je roetsjt er doorheen. Niet erg diepgravend (hoewel…?), maar dat hoeft ook niet altijd. Een aangename leeservaring maar die je wel met heel veel vragen en ongeloof achterlaat. Ik mag hopen dat haar volgende roman wat steviger en geloofwaardiger in elkaar zit!