Tag archieven: Frits de Klerk

Jodenvervolging

Mag je twijfelen aan de jodenvervolging? Ik vind natuurlijk van niet. Het beledigt de joodse gemeenschap nogal. Er is weinig joods aan mij te ontdekken, maar kijk je zuiver naar erfelijkheid, dan ben ik vijftig procent joods. Mijn moeder heeft twee joodse ouders. Voor mij maakt het niets uit, want ik heb er eigenlijk nauwelijks gevoel bij, het jodendom. Vanuit mijn opvoeding heb ik wel wat meegekregen; niet zozeer joodse gebruiken of recepten (nou ja, een beetje dan) maar vooral de geschiedenis. Ik ben opgegroeid met de tweede wereldoorlog en de concentratiekampen.

Vroeger voelde ik me heel erg gekrenkt als iemand ontkende wat er in de oorlog was gebeurd met de joden. Mijn jongste zoon doet dat. Hij ontkent niet dat er joodse mensen vermoord zijn, maar hij twijfelt wel aan de hoeveelheid slachtoffers, en hij ziet weinig bewijs. Dat poneert hij met heel veel poeha. Dat heeft in het verleden veel succes gehad, want ik werd laaiend. Wat vind een puber leuker dan zij pa woedend maken? Ik zou het niet weten! Hij is de puberteit nu ontgroeid, maar die tweede wereldoorlog en die joden en die slachtoffers, dat blijft een heikel punt. De staat Israel en haar legitimiteit worden er dan ook nog graag bijgehaald.

Neem ik het hem kwalijk? Nee, niet meer. Ik ben mild geworden en bovendien is hij verder van onbesproken gedrag en lijkt hij niet echt voor extreem rechts te gaan. Mmmm, dat staat er een beetje boekhouderachtig; hij is een heerlijke kerel geworden en ik ben helemaal gek op hem (net als op zijn twee broers, trouwens). Voor mijn zonen is de tweede wereldoorlog onderdeel van de geschiedenis geworden. Hoewel ik jaren na de tweede wereldoorlog geboren ben, was het in mijn jongenstijd nog geen onderdeel van de geschiedenis; het was nog deel van het heden. Opa’s en oma’s leefden nog (voor zover ze de oorlog natuurlijk overleefd hadden). Voor hun bestond het leven uit  ‘voor de oorlog’ en ‘na de oorlog’.

Wat te doen met mijn ongelovige Thomas alias mijn jongste zoon…? Ik dacht als ik nou eens alle mensen in mijn moeders familie ga documenteren, dan kan je zien hoeveel mensen het overleefd hebben en van hoeveel er niets rest dan een naam. Daarmee ging ik vandaag aan het werk. Eerst proberen via Yad Vashem; de grote holocaust database. Dan loop je al snel vast, want wie ken je nou precies met naam en toenaam. Eigenlijk maar eentje, de biologische vader van mijn moeder. Hijman van Kleef geboren in Amsterdam na 1910 maar voor 1920, bedacht ik. Dat bleken er al een aantal te zijn. Iemand traceren die je niet kent…dat is pas echt moeilijk. Yad Vashem was een heilloze weg. Gelukkig herinnerde ik me dat iemand een stamboom aan het maken was van de familie van de vader van mijn moeder. Na een heel klein beetje googelen, had ik de stamboom te pakken. Toen bekroop mij een angstig gevoel. Stel dat het aantal oorlogsslachtoffers nou minder dan vijftig procent is in deze tak van de familie…Dan kan ik weinig bewijzen.

Ik opende de stamboom. Ik vond ons gezin. Ik vond mijn moeders gezin; Dat bestond uit drie personen, twee overleefden het. Ik vond het gezin van mijn grootvader. Van de vijf personen overleefde er maar één de oorlog. Het gezin van mijn overgrootvader. Er leefden vier gezinsleden toen de oorlog uitbrak. Toen het vrede werd waren ze alle vier dood. Tenslotte het gezin van mijn overgrootmoeder. Negen personen leefden toen de oorlog begon; veertigers en vijftijgers plus twee bejaarden. Aan het eind van de oorlog niemand.

Moet ik nou opgelucht zijn over het feit dat niemand van boven de 40 de oorlog overleefd heeft? Het is dus echt waar! Zou mijn zoon het geloven? Zou hij het kunnen aanvaarden dat dit alles echt gebeurd is? Ik hoop het zo!