De titel van het boek van Tobi Lakmaker trok me helemaal niet aan. Ik zag wel dat het een populair boek was, maar die titel; wat moest ik ermee? Waarom zou ik geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de seksualiteit van Tobi Lakmaker? Van die boeken waarin iemand uit de kast komt, word ik niet makkelijk erg blij. Maakt niet uit om welke kast het gaat. Ik heb er gewoon een hekel aan. Ik had al op foto’s gezien dat Tobi Lakmaker veel mannelijke trekken heeft terwijl ze vrouw is. Genderverwarring? Geboren in het verkeerde lichaam? Dat uit de kast komen gaat doorgaans gepaard met weinig nuance en nog minder verbeelding. Waarom ik ‘De geschiedenis van mijn seksualiteit’ uiteindelijk toch kocht en toch ging lezen, kan ik niet meer terughalen. Geen idee. Gelukkig maar, want het is een boek dat ik niet graag had willen missen! Een knap geschreven roman die kop noch staart heeft en daardoor zeer origineel is. Hoewel de auteur en de ik-hoofdpersoon beiden dezelfde naam hebben, krijg je geen autobiografische kriebels. Het boek is vooral hilarisch. Vaak wat over-the-top met erg knap getimede kwinkslagen.
Hoofdpersoon is Tobi Lakmaker, in de roman heet ze ook vaak Sofie Lakmaker, is van ‘gemengd’ joodse afkomst en heeft de ambitie om te schrijven en te dichten. Ze groeit op in de Jacob Obrechtstraat; in een buurt, dus, die ik bijzonder goed ken omdat wij er zo lang gewoond hebben. Schijnbaar omdat ze zo graag auteur wil worden gaat ze samenwonen met een gevierd schrijver die ze Sufferd D. noemt. Ze geeft wel om hem, maar houdt niet van hem. De seks vindt ze niet echt fijn. Desalniettemin schrijft hij een roman – Liefde – waarin zij de hoofdpersoon is. Ze herkent zichzelf niet in de roman. Zeker niet in de foto van een knappe vrouw die op de omslag staat. Als het uitgaat met Sufferd D., gaat ze apart wonen en beseft ze dat ze lesbisch is. Vanaf dat moment volgt een reeks vriendinnen. Als decor gebruikt de auteur het culturele leven van Amsterdam en voetbal en in het bijzonder Ajax.
Ze krijgt vriendinnen die bekend zijn in het culturele leven of via wie de hoofdpersoon vrouwen leert kennen die een bepaalde rol spelen in het circuit. Het gaat over van alles, maar weinig over seksualiteit. De verwachtingen die door de titel worden gewekt komen gelukkig niet uit. De hoofdpersoon valt op vrouwen en is eigenlijk alleen maar op zoek naar liefde en geborgenheid en naar iemand die haar aanvaard zoals ze is. Bovendien wil ze schrijver worden en vecht ze tegen negatieve gevoelens en gedachten. Maar als ik deze karakterisering heb opgeschreven lijkt het een zware humorloze roman te zijn, maar dat is nou precies het verfrissende; het is een hilarische lichte roman met een zware ondertoon die nooit overheerst. Dat maakt het boekje zo verschrikkelijk goed.
Eerst gaat de hoofdpersoon filosofie studeren en later Russisch. De studie filosofie geeft haar de kans om ons langs een reeks filosofen te leiden die vooral in andere tijden erg populair waren. Zo schrijft ze: ”Weet je van wie ik onder de indruk was? Theodor Adorno. Theodor Adorno zei dat wij allemaal luie fascisten waren die eens een boek moesten lezen, in plaats van voortdurend naar de film te gaan. En daar had hij een punt wat mij betreft. Eigenlijk zit het zo: Wittgenstein gaf de taal gelijk, Simone de Beauvoir de vrouwen, en Adorno het leed. De waarheid zit verscholen in het lijden, en wie zijn ogen daarvoor opent heeft het eindelijk: gelijk.” Dat de waarheid zit in het lijden lijkt wel het motto van het boek.
Ik heb er echt van genoten!