In de Gemäldegalerie Alte Meister van Dresden had ik alles gezien wat ik had willen zien. En omdat ik een liefhebber ben en veel wil zien, protesteert op den duur mijn lichaam. Mijn rug en mijn voeten en mijn hoofd zeggen allemaal tegelijk: Genoeg is genoeg! Omdat geliefde J en ik een ander kijktempo hebben, laten we elkaar in een museum doorgaans los. Dat heeft als nadeel dat als het moment daar is waarom mijn lichaam het helemaal gehad heeft, we elkaar moeten zoeken. Dat doen we meestal elektronisch, via de telefoon: “Waar ben jij?” Deze keer kreeg ik geen antwoord. Ik bedacht dat het erg warm was en we alles in een kluisje hadden gestopt…inclusief haar telefoon. Ik liep alle zalen van de eerste verdieping door, maar niks geen geliefde J. Op de eerste verdiepeng waren we en bleven we, hdden we afgesproken, dacht ik. Nu kent zo’n museum vele hoekjes en gaatjes – zelfs op maar een verdieping -, dus bedacht deze jongen iets slims. In het midden van die eerste verdieping was een centrale hal. Zit je daar dan kan je aan de ene kant de Madonna van Rafael zien aan het eind van de vleugel en aan het andere eind Rembrandts ontvoering van Ganymed; dat blote jongetje dat door een roofvogel gegrepen wordt en van schrik een plasje doet… Op die centrale plaats ging ik zitten want, redeneerde ik, als geliefde J. me gaat zoeken dan moet ze zeker door dat centrale gedeelte. Wat ik niet wist was dat geliefde J. precies hetzelfde dacht, maar er een heel andere redenering op na hield; namelijk dat ik zeker bij de garderobe in de kelder zou gaan kijken als ik haar zocht. En omdat we ons realiseerden dat als we van onze plaatsen zouden gaan we elkaar misschien wel zouden mislopen op de logische plaats die we onafhankelijk van elkaar beredeneerd hadden, zaten we ons zeker drie kwartier af te vragen waar de ander bleef. Net op het moment dat er een angstig vermoeden groeide dat een andere versie van mezelf (lees die mooie roman van Auke Hulst) er met mijn geliefde vandoor was, besloot ik naar de garderobe te gaan, mede omdat mijn blaas begon te knellen en daar de verlichting te halen was. Ah, u had het tafereel moeten zien toen wij elkaar, voor de garderobekluisjes, in de armen vielen!
Goed, dat was dus de Gemäldegalerie Alte Meister van Dresden, maar niet helemaal. Er hingen namelijk verschrikkelijke mooie schilderijen. Waarschijnlijk stonden er ook mooie beelden, maar die heb ik nauwelijks gezien; je moet keuzes maken. Op de bovenste verdieping van het museum is een Cranach zaaltje met een paar leuke Lutherse schilderijen; Cranach schilderde vooral in het teken van Lutheranisme. Grappig is dat we in Weimar, waar we vorige week waren, ook een Cranach tentoonstelling bezochten. Daar precies hetzelfde, originele, portret van Maarten Luther! Moet een kunstwerk uniek zijn? Onze opvattingen zijn nogal verandert. Die portretten van Maarten Luther komen uit Cranach’s stal, en zijn niet perse van de meester zelf.
Een museum met veel moois. Ik denk dat dat ook het probleem is. Ik heb veel liever wat minder schilderijen die je goed kan bekijken, dan veel in verschillende lagen. Helaas hangen hier de schilderijen soms boven elkaar. Maar dat neemt niet weg dat het best genieten was.