Er is een nieuw monument gepland in Amsterdam om de joodse slachtoffers van de tweede wereldoorlog te herdenken. Een monument om deze ramp in de geschiedenis te herdenken, wie kan daar nou tegen zijn. Honderdduizend mensen zijn vermoord… maar wat zegt een getal ons nou helemaal. Klopt. Een getal is een getal en verder niets. Schrijf hun namen op de muur. Honderdduizend namen is een hele lange lijst. Dat zegt wel degelijk wat. Met het noemen van een naam krijgt een element van die honderdduizend ineens een identiteit; je gaat beseffen dat het een vader, een moeder, een dochter of een zoon was. Met mensen om hen heen die van hen hielden. Een geliefd persoon of in ieder geval een persoon die destijds emoties opriep.
Als een geliefd persoon door geweld is overleden dan wil je herdenken. Je wilt langs het monument lopen en dan de persoon voor je zien. Je geliefde gebeiteld in steen. Daarmee zegt de gemeenschap dat niet alleen jij, als nabestaande, de gevallene waardeert, maar dat heel veel mensen die waardering hebben. De maatschappij zegt daarmee dat een waardevol persoon is overleden.
Zo’n monument had je voor de weggevoerde joodse bevolking ook willen hebben. In Amsterdam omdat daar de grootste joodse gemeenschap woonde. Dat had iedere weggevoerde een identiteit gegeven. Dat had de solidariteit aangetoond van de Amsterdammers met het leed van de nabestaanden. Maar dat monument kwam er niet. Daarvoor in de plaats werd de joodse gemeenschap na de oorlog opgedragen hun dankbaarheid te tonen voor alles dat gedaan was om zoveel joodse Nederlanders te redden… Tsja. Het dankbaarheidsmonument…
Nu dus eindelijk een echt monument met gebeitelde namen. Wie kan daar nou tegen zijn? Ik! Ik ben ertegen. En ik heb medestanders in Abram de Swaan en Hans van Houwelingen die daarover afgelopen zaterdag een opiniestuk in de krant schreven. Namen op een monument hebben nu geen betekenis meer. Het is te laat. We hebben prachtige monumenten laten maken zonder namen maar wel met een bijzondere gedachte. We hebben de kans gehad om onze gevallen joodse medeburgers in steen te beitelen maar die hebben we laten lopen. Nu nog zo’n monument oprichten is mosterd na de maaltijd. Niet alleen de joodse slachtoffers zijn dood, maar ook hun nabestaanden. De mensen die een onmogelijk verdriet voelden toen de oorlog afgelopen was en de weggevoerden niet meer terugkwamen zijn inmiddels zelf overleden. Voor de generatie nu hebben die namen geen enkele betekenis meer. Voor de generaties vanaf nu is de tweede wereldoorlog geschiedenis. Misschien zeggen ze ‘oh’ of ‘ah’ bij het horen over de gruweldaden, maar het blijft een ver-van-hun-bed-show. We zullen dat moeten aanvaarden. Een megalomaan monument verandert daar helemaal niets aan.
In Amsterdam moeten we het doen met wat we hebben. Vol schaamte zullen we steeds moeten kijken naar het onterechte en afgedwongen dankbaarheidsmonument. Het moet ons de kracht geven om kritisch te blijven denken over het verleden. Het dankbaarheidsmonument is een waarschuwing voor toekomstige generaties. Verder hebben we het onvolprezen Auschwitzmonument. In plaats van de namen van de overledenen, heeft het de ziel gevangen. Laten we het daarbij laten!