Doordat ik inmiddels jarenlang meelees met de Librisliteratuurprijs, voel ik enige verantwoordelijkheid voor boeken die onterecht verloren hebben of onterecht niet eens op de shortlist terecht zijn gekomen. Ik heb net ‘De avond is ongemak’ uit van Marieke Lucas Rijneveld en dan verbaas je erover dat ik het nog niet gelezen heb; het is toch één van de allerbeste romans van de afgelopen jaren. Zo’n overweldigende roman zou toch minstens op één van de shortlisten hebben moeten staan van die prijs; en de boeken op de shortlist heb ik allemaal gelezen. Maar nee, dus. De roman staat wel op de longlist van 2019; dat jaar waar men (ik vermoed per ongeluk) de slechtste roman als winnaar aanwees. Onbegrijpelijk, nog steeds. Ik had die longlist nog nooit bekeken; een boel boeken van die lijst heb ik nog niet gelezen, maar de boeken die ik wel gelezen heb zijn stuk voor stuk beter dan de uiteindelijke winnaar. Maar goed, het gaat nu niet om de Librisliteratuurprijs of wat ik van die prijs vind, maar om de roman van Marieke Lucas Rijneveld. Mijn eindoordeel is eigenlijk al geveld; een juweeltje. Ik heb hem in één ruk uitgelezen. Echt een heel mooi boek! In een artikel van W.F. Hermans, de eeuwige mopperaar, heb ik eens gelezen dat hij een roman (van een ander) best goed vond, maar dat een schrijver zich moest bewijzen in een oeuvre. Nu ik de roman ‘De avond is ongemak’ heb gelezen denk ik daar heel anders over; Marieke Lucas Rijneveld heeft zich bewezen en als ze er nu de brui aan geeft, dan is dat prima en gaat ze toch de geschiedenis in als een groot auteur.
De roman is een boerenroman. De vergelijking met andere romans die zich in gereformeerde boerenkringen afspelen, dringt zich erg aan mij op. Ik moet dan vooral denken aan de boeken van Franca Treur en Josien Laurier. Misschien is opgroeiend meisje in een gereformeerd boeren milieu wel iets van een genre aan het worden. Ik zie toch wel degelijk een heel groot verschil tussen de roman van Rijneveld en de anderen; bij Treur en Laurier wordt de beklemming gevormd door het geloof en probeert de hoofdpersoon daaruit te komen. Marieke Lucas Rijneveld probeert niet uit de klem van het geloof te komen. In haar roman is het geloof, net als de koeien en de natuur en de boerderij, onderdeel van het decor waartegen de roman zich afspeelt. De beklemming vindt in haar roman zijn oorsprong in dood en opgekropte, onverwerkte rouw.
Aan het begin van de roman zakt oudste broer Matthies door het ijs en verdrinkt. In het gereformeerde boerengezin beheerst dit noodlottig ongeval alles. Moeder eet nauwelijks meer en heeft, door verdriet en rouw overmand, nauwelijks aandacht en tijd voor het gezin. Vader is vrijwel uitsluitend met de boerderij bezig en de koeien. Grote broer Obbe straft zichzelf en anderen met erotisch geladen en vaak wrede spelletjes. Klein zusje Hannah probeert de troost van iedereen te zijn en de hoofdpersoon heeft zich in haar jas verschanst en weigert eruit te komen. Maar niet alleen verschanst ze zich in haar jas, maar ook in haar fantasie. Zo bedenkt ze dat alles weer goed gaat komen in de natuur als dieren, maar vooral haar ouders, weer gaan paren. De twee padden die ze in het begin van de roman vangt stopt ze in een emmer die in haar kamertje staat. Als ze gaan paren, dan komt alles goed, denkt de hoofdpersoon. Maar de padden eten niet en kwijnen weg zonder dat ze paren. Het lijkt een parallel te zijn met haar ouders. Verder weet de hoofdpersoon zeker dat er joden in de kelder ondergedoken zitten.
Een roman vol anus, poepgaatjes, stront, poep en mest. Zelden in een roman zoveel anale fixatie tegelijkertijd gezien. Dat weer samen met de focus op ‘paren’ maar ook de erotische spelletjes die de kinderen onderling spelen. Het maakt de roman behoorlijk boers. Omdat de hoofdpersoon niet poepen kan (of houdt ze de poep expres binnen) duwt haar vader stukjes groene zeep in haar poepgaatje. Dat is een vernederende ervaring die de rest van de roman steeds in verschillende toonaarden terug blijft komen. Hartverscheurend is het als mond-en-klauwzeer de boerderij teistert en alle koeien afgemaakt moeten worden. Ik weet niet of de schrijfster het zelf ook echt heeft meegemaakt, maar de beschrijving over hoe alles verloopt en het grote verdriet, is zo goed geschreven dat de auteur het voor haar ogen heeft moeten zien gebeuren (denk ik). De wanhoop van vader en broer en de onverbiddelijke ambtenaren die één voor één de koeien omleggen en tussendoor koffie met roze koek eten (en de suiker met hun tanden van de koek schrapen) Erg schrijnend allemaal.
Marieke Lucas Rijneveld stond met haar roman ‘De avond is ongemak’ in de longlist van de Librisliteratuurprijs 2019. Ik weet niet zeker of ze bij mij gewonnen zou hebben, maar dat ze hele hoge ogen gooide, dat is wel zeker; een subliem boek.