Natuurlijk duurt het nog een hele tijd. Pas in september kunnen we terug. Tenminste als er niets tegenzit. Maar toch…we zien steeds meer woningen gereedkomen in ons huizenblok. Mensen keren weer terug naar hun huis. Nog steeds mondjesmaat maar het maakt ons wel onrustig. Net alsof het zo is dat de terugkeer van onze buren alles sneller laat verlopen. Josien en ik worden steeds vaker naar de bouwplaats getrokken. En dan staan we ons te vergapen aan alles wat daar gebeurt. Terwijl we kijken naar de ontmantelde buitenkant van ons huis, reconstrueren we voor elkaars geestesoog hoe het ook al weer zat. Liepen die pannen nou door tot aan de bovenste ramen? Zat er een randje tussen dit en dat? En we kijken en we kijken en we verlangen en we verlangen. En als we dan van verlangen niet meer weten wat we moeten doen, gaan we naar het museum. Het museum is gevestigd in de oude school en op het voormalige schoolplein heeft het museum straatmeubilair tentoongesteld. Vanaf het schoolplein kunnen we over de schutting in onze tuin kijken. Bovendien kunnen we op het schoolplein beter zien hoe de bouw vordert omdat ze aan de binnenkant van het blok verder zijn dan aan de buitenkant. Van een groter deel zijn de steigers alweer weggehaald.
En zo zaten we afgelopen zondag op het voormalige schoolplein, de binnenkant van ‘ons’ huizenblok dat nu een terras is van het museum. Het was heerlijk weer en de dag was nog jong. Vanaf waar ik zat had ik zicht op ons huis in de steigers. Josien was even weg en ik zat daar helemaal alleen. Ik sloot mijn ogen en hoorde vogels vertellen dat de wereld fantastisch was en dat dit jaargetijde heerlijk was. Dat alles groeide en bloeide en ik zat zo dicht bij mijn eigen tuin dat ik me er langzaam in fantaseerde. Mijn gezicht werd zachtjes verwarmd door de zon. Een kopje koffie binnen handbereik. Straks komt Josien tegenover me zitten en gaan we ontbijten. Ze zal vertellen wat haar vrijdag op haar werk is overkomen en hoe ze daarop reageerde. Ik zal vertellen over wat ik in de krant van zaterdag gelezen heb; ik val haar niet lastig met mijn werkproblemen; zo boeiend zijn problemen van een pensioenverzekeraar niet. En we maken plannen over hoe we de zondag verder gaan doorbrengen. Gaan we samen nog wat ondernemen of gaan we ieder ons weegs. We zien hoe de struiken en planten aan het uitlopen zijn. Een heerlijk ontbijt in onze tuin in de vroege zondagochtendzon.
Maar Josien komt al snel weer terug. We hebben lang over de schutting gekeken en gezien dat we nog lang niet terug kunnen. Het torentje is nog niet eens in de steigers… We kijken in het museum naar de kaarten. Josien heeft een ansichtkaart vast en kijkt met gefronste wenkbrauwen naar de foto. Ik kijk ook. Wie zou deze foto willen kopen, vragen we ons af. Weten we het wel zeker? We kijken op de achterkant van de kaart, maar daar staat niets dat ons vermoeden kan bevestigen of ontkennen. Eigenlijk weten we het wel zeker: Op de kaart staat een afbeelding van ons wc-raampje. Rondom dakpannen en een stuk van het balkon van het museum. Maar onmiskenbaar: Ons wc-raam. Wat is daar nou interessant aan? Van de kaart in ons hand kijken we naar de andere kaarten in het rek. Allemaal interessante onderdelen van huizen of andere bezienswaardige dingen. Ons wc-raam is een uitzondering. Josien en ik staan er een beetje lacherig bij. We kopen de kaart.
We hebben de kaart opgehangen. In de wc, uiteraard. Wie verzint het om ons wc-raam te fotograferen en er een ansichtkaart van te maken. En…wie koopt zo’n kaart (behalve wij)?