Als iemand zo maar wat beweert, dan irriteert me dat enorm. Ik ben zo iemand die bewijs wil bij een uitspraak. Als je zegt dat mannen beter inparkeren dan vrouwen (wat natuurlijk wel zo is), dan wil ik weten hoe je daaraan komt. Heb je tienduizend vrouwen en tienduizend mannen geobserveerd bij het inparkeren en met objectieve meetcriteria kunnen aantonen dat mannen significant beter hun auto op de juiste plek krijgen dan vrouwen? Dat wil ik dan echt weten. Ik neem niet zomaar wat aan… Maar is dat ook zo?
Gisteren las ik een opinieartikel in de Volkskrant van Andreas Kinneging. Een filosoof…dat stond er tenminste bij, dat hij filosoof is. Nou stond dat op de opiniepagina en dat had mij natuurlijk al moeten triggeren. Opinie is een mening en een mening is geen wetenschappelijk feit. Maar ik keek niet verder dan mijn neus lang was. Zijn artikel ging ook best over een gevoelig onderwerp.
Andreas Kinneging vertelde, naar aanleiding van de gay parade, over de emancipatie van mensen die een afwijkende seksuele voorkeur hebben en hoe goed hun weg naar bevrijding is. Met die bewering heeft hij mij meteen in zijn zak want ik ben heel erg voor vrijheid blijheid en zeker op het gebied van seksualiteit. Ik vind dat seksualiteit iets is van een persoon en niet van de maatschappij, kerk of overheid. Natuurlijk moet er regulering zijn; je kan wel zoveel willen en niet alles mag. Schade aan anderen betrokkenen mag bijvoorbeeld niet, maar zo kan ik wel meer verzinnen. Desalniettemin blijft seks iets van het individu; is het privé.
Zonder blikken of blozen komt Kinneging met een pleidooi voor de emancipatie van mensen met een andere seksuele afwijking; aseksualiteit. Afwijking? Nee, geen afwijking. Volgens de schrijver heeft het grootste deel van de bevolking eigenlijk verwaarloosbare seksuele gevoelens. De cijfers spreken boekdelen: 50 procent van de vrouwen, twintig procent van de mannen en mensen boven de vijftig vrijwel allemaal. Ze hebben geen seksuele gevoelens; ze zijn aseksueel. Kinneging komt tot een voorzichtige conclusie dat zo’n slordige tachtig procent van de bevolking eigenlijk aseksueel is…
Deze, anders zo kritische, lezer slikte dat meteen. De man is toch filosoof? Een knappe bol? Hij zal wel gelijk hebben, dacht ik. Ik voelde me ineens heel speciaal. De uitzondering. Samen met mijn geliefde vormen we een geil eiland in een aseksuele oceaan. Ik zag mezelf al op de horny elderly parade! Ik zag mezelf tussen de vijftig plussers met seksuele gevoelens op de boten in de grachten van Amsterdam. Hotsend, knotsend en dansend op de klanken van…Vivaldi? Stiekem begon ik mezelf al rijk te rekenen…stel je voor dat de meeste mannen van boven de vijftig alle lust hebben verloren en de vrouwen voor een deel niet en ik ook niet en… nou ja, zondige gedachten dus…
Gelukkig kijkt Jean-Pierre Geelen vandaag verder (dan mijn neus lang is). Kinneging schrijft onzin. Het slaat nergens op. Hij heeft niets onderzocht en er een slag naar geslagen. Flauwekul dus. En ik moet Geelen gelijk geven; hoe komt die Kinneging eraan?
Dan nu mijn conclusie: Ik ben heel gewoon. Verschrikkelijk gewoon! De familie (seksuele) Doorsnee, dat zijn wij. Best wel een beetje jammer. Bedankt Jean-Pierre!