Ik denk dat ik de onschuldigste slaper van de wereld ben. Als ik in bed lig dan hoef ik maar een positieve gedachte te denken en weg ben ik. Meestal is die positieve gedachte niet eens nodig. Voordat mijn hoofd mijn kussen raakt; ergens halverwege rechtop zitten en landen val ik al in slaap. Zo gaat dat al jaren. In dromenland voor ik er erg in heb. Dromenland? Anderen zeggen dat; ik kan me er weinig van herinneren. Als je het mij vraagt verdwijn ik in een groot niets. Hoogstens ontwaak ik uit een droom. Maar dat is een uitzondering. Meestal ben ik even plotseling wakker als dat ik in slaap viel.
Maar gisterenavond dus niet. Gisterenavond kwam de slaap niet zomaar. Ik lag te denken. Aan mijn werk nog wel! Dialogen kwamen voorbij tussen mij en collegae. Als zij dít zegt, dan reageer ik zó. En als hij dít beweert dan zeg ik dát en dan moet hij toch wel overtuigd zijn dat die andere richting ons uiteindelijk dichter bij het doel brengt. En zo lag ik hele discussies en gesprekken te voeren. Onderwijl speelde er verschillende mooie delen van pianoconcerten van Mozart door mijn hoofd. Ik was met mijn werk bezig en mijn team en werd steeds enthousiaster. Terwijl ik gisteren juist mijn eerste vakantiedag vierde en ik geacht werd mijn werk achter me te laten. In plaats van dat de slaperigheid toenam, nam de adrenaline toe. Ik kon het proces in mijn hoofd haast niet laten stoppen. En toen herinnerde ik me vakanties van vroeger. Toen ik met kleine jongetjes op vakantie ging. Toen had ik last van vakantiestress. De eerste twee dagen moest ik ontgiften. Dan leed ik aan heftige hoofdpijn. Dan zat ik op de camping en zag ik al mijn fouten en tekortkomingen voorbijkomen. En die, en daar was ik van overtuigd, ontdekten mijn collegae op dat moment omdat ik op vakantie was en niets kon zeggen over het hoe en waar en waarom van alles dat ik gemaakt had. Mijn hoofd moest tot rust komen en ik was er echt een paar dagen ziek van. Na zo’n twee dagen werd ik eindelijk opgeslokt door jongetjes die wilden voetballen en ijsjes eten en andere dingen die je tijdens de vakantie doet en langzaam wist ik dan te ontspannen.
Maar nu is het niet meer vroeger en ik zit helemaal anders in mijn werk. Ik voel geen echte blokkerende stress meer. De organisatie waarbinnen ik werk is compleet veranderd. Mijn werk is anders georganiseerd. Toen ik destijds op vakantie aan werkstress zat te lijden, had ik niet kunnen denken dat het anders kon. Maar nu realiseer ik me dat we als mensheid eeuwenlang gewerkt hebben op een manier waarop je het meeste haalt uit routinewerk; met een manager die de voortgang in de gaten houdt omdat een hogere manager zijn voortgang in de gaten houdt zonder dat er aandacht is voor de complexiteit van wat er op de werkvloer gebeurd. Als je maar levert. Nu werken we in teams die gezamenlijk ingewikkelde probleemstellingen oplost. In mijn branche managen we de managers langzamerhand weg; wie had dat ooit gedacht! Managers zijn ervoor om ons zo veel mogelijk ruimte te geven en te ondersteunen. Wellicht soms om ons de weg te wijzen, maar die weten we eigenlijk zelf al. en daar heb je niet zoveel managers voor nodig. En het absurde is: We leveren meer nu niemand meer achter onze broek aanzit. En we leveren beter doordacht. En…we hebben minder stress. Heel veel minder stress.
Maar gisterenavond kon mijn brein het kennelijk niet helemaal aan…Zomaar op vakantie gaan! Maar ook als je in een goed, sprankelend team zit moet je op vakantie. Even je gedachten verzetten. Dus stoppen ermee! Vandaag alleen nog maar denken aan luchtbedden en tenten en campings!