Het was een zware bevalling maar ik heb hem uit; ‘Kwaadschiks’ van A.F.Th. van der Heijden. Niet dat het me veel moeite koste om de roman te lezen, want hij is van begin tot eind spannend, maar het zijn wel heel veel pagina’s. Je leest tegenwoordig niet zo vaak een roman van meer dan duizend pagina’s. Ik ben dan ook best blij dat ik een e-reader heb en niet tijdens het lezen een kilo papier omhoog moest houden. Omdat ik zo traag lees, of er weinig tijd voor vrij kan maken, heb ik erg lang over de roman gedaan. Ook dat zie ik niet per sé als vervelend, want nu ik het boek uit heb, mis ik alle figuren; ben ik in de rouw. Van der Heijden laat je gelukkig niet zomaar achter. De figuren uit zijn romans leven voort in vorige en volgende romans. Albert Egberts, bijvoorbeeld. De toneelschrijver die een hoofdrol speelde in de eerste drie delen van ‘De Tandeloze tijd’. Hij speelt in deze roman een wat ondergeschikte rol…hoewel? De hoofdpersoon uit het vierde deel van de cyclus, ‘De advocaat van de hanen’ Ernst Quispel, speelt in Kwaadschiks één van de hoofdrollen. De roman blikt in zekere zin in de proloog terug naar dat geweldige vierde deel. De proloog is het bruggetje van deel vier naar deel zes. In de proloog lezen we dat Ernst Quispel zich heeft opgericht. Van de alcoholische marginale advocaat is hij een glamour advocaat geworden die regelmatig in allerhande programma’s op de televisie optreedt. Een advocaat enigszins gemodelleerd naar Bram Moskowicz. Hoewel…enigszins? Al krijgen we er niet heel veel over te lezen, ook Quispel heeft samen met zijn broers een kantoor aan een Amsterdamse gracht. De proloog nestelt zich aan het eind van het grote verhaal dat volgen gaat en bevat alles al zonder dat je je daar als lezer van bewust bent.
De eigenlijke roman bestaat uit drie delen: Binnen, Buiten en Binnenstebuiten en beschrijft de wederwaardigheden van Nico Dorlas. Het beschrijft vierentwintig uur uit het leven van de hoofdpersoon. Geen idee hoeveel tijd je erover zou doen als je de roman in één ruk leest, maar het zou mij niets verbazen als je dan evenveel tijd kwijt bent als de roman duurt; het zal zo ongeveer de perfecte eenheid van tijd en ruimte zijn. Zo’n verhaal tot een spannend en boeiend geheel maken, is al een kunst op zich. James Joyce deed dat ook in zijn Ulysses; een bijna even dikke roman en net als ‘Kwaadschiks’ voorafgegaan door een andere grote, vuistdikke roman: ‘A Portrait of the Artist as a Young Man’ met dezelfde personen. ‘Kwaadschiks’ beschrijft de dag waarop Nico Dorlas, in toenemende dronkenschap, wordt gedumpt door zijn vriendin en stiefzoon, zijn baan verliest en een moord pleegt. Het perspectief ligt voor het overgrote deel bij Nico Doorlas maar er zijn wat intermezzo’s naar het perspectief van politieagente Elbarte Huistra en Ernst Quispel.
Een ander groot werk dat zich ook binnen dezelfde tijdspanne verloopt en waarnaar dit deel van de romancyclus veelvuldig verwijst, is ‘Tristan und Isolde’ van Richard Wagner. Verwijzingen met fantastische verkrommingen. Zo is de toverdrank die de twee geliefden voor elkaar laat smelten vervangen door diverse merken wodka die de hoofdpersoon in zijn uppie wegspoelt. Het is ook meteen duidelijk dat de wodka de twee geliefden eerder uit elkaar dan naar elkaar toe drijft. Verder speelt de liefdesdood een grote rol. De liefdesdood die in ons tijdsgewricht compleet van de zotte is, maar in Wagners tijd gold als het ultieme. Daarom vind ik het zo verschrikkelijk knap dat de schrijver ons het thema van de liefdesdood laat slikken terwijl het echt helemaal niets meer met onze tijdsgeest te maken heeft.
In een interview, vertelde de schrijver over zijn snurk- en apneu probleem. Hij was altijd uitgeput totdat men ontdekte dat het aan zijn enorme apneus lag. Om de apneus te bestrijden werd hem een CPAP voorgeschreven. Een zuurstofmasker dat hij ’s nachts moet dragen en die ervoor zorgt dat hij blijft doorademen waardoor hij in de diepere lagen van de slaap terecht komt. De hoofdpersoon uit de roman lijdt aan dezelfde kwaal als de schrijver en de CPAP speelt een cruciale rol in de roman.
Veel seksueel misbruik in deze roman. Eigenlijk geen seks in deze roman die vrijwillig en fijn is; alles is verkrachting, misbruik, onmacht en misverstand. Beschrijvingen zijn vaak enigszins ranzig. Ook dat is in lijn met de roman waarin de liefde een negatieve hoofdrol speelt.
‘Kwaadschiks’ is een fantastische roman. Aan de oppervlakte een roman over één cruciale dag in het leven van een bepaald mens waarop alles misgaat. De roman is oneindig diep gelaagd. Ik denk dat een heel jaar studenten Nederlandse letterkunde een masterscriptie kunnen schrijven over deze roman terwijl ze allemaal focussen op een ander aspect. Bij mij schiet van alles voorbij. Verwijzingen, beschrijvingen, ideeën, verhaallijnen, paralellen. Te veel om op te noemen. Deze roman toont aan hoe nietszeggend literaire prijzen zijn. Ongetwijfeld is dit één van de allergrootste en beste romans uit dit decennium, maar hij komt in geen enkele lijst voor van genomineerden voor een literaire prijs. Hoewel, wat niet is kan natuurlijk nog komen.
Ik ben ervan overtuigd dat ik een bijna geniale roman gelezen heb. Zo verschrikkelijk spannend en boeiend! Zulke beeldende beschrijvingen (een staart van de kleur van ongepoetst zilver) en zo diepgaand. Eigenlijk schieten woorden te kort!