Gisterenavond heb ik het eerste deel van ‘De Prooi’ gekeken. Dat eerste deel gaat over de top van de ABN-AMRO-bank in de periode dat ik er werkte. Grappig genoeg komen er zaken voorbij in de serie, die in werkelijkheid ook vlak langs mij scheerden. Ik ben nooit bezig met de echte handel en wandel van een onderneming; ik sta altijd ten dienste van de handelaars en wandelaars; ik maak of onderhoud software om hun werk te ondersteunen. Ook toen ik bij ABN-AMRO werkte.
Voor automatiseerders was die tijd trouwens absoluut goud. Iedereen die een ietsje helder uit zijn ogen keek en minstens een hbo-diploma had, werd de automatisering in gelokt. Zo kreeg ik twee net afgestudeerde theologen als collega’s; in opleiding voor programmeur… Bij ABN-AMRO heb ik software herbouwd. Op nieuwjaarsdag 1999 was ik aan het werk om alle Lires, Marken, Franken en guldens om te zetten naar euro’s in onze software. De euro kwam twee jaar eerder voor de effectenbeurzen. Het jaar daarop werkte ik trouwens ook op Nieuwjaarsdag. Toen was het de bedoeling dat we alle software weer aan de praat kregen nadat de millenniumbug had toegeslagen. Die sloeg niet toe; maar het was wel een gezellige dag. Ik heb veel leuke dagen gehad bij de ABN-AMRO.
Enkele weken na de millenniumbug die niet toesloeg, kregen we World Online; dat was een drama dat wel toesloeg. Ik werkte destijds op een afdeling die een administratieve eenheid moest ondersteunen. Deze administrateurs handelden alles af wat de heren (en enkele dame) in de dealingroom voor elkaar kregen. De dealingroom was een heilige plek binnen het hoofdkantoor van ABN-AMRO aan de Foppingadreef in Amsterdam. Ze groot als een voerbalveld met een enorme wereldkaart op de muur. En lichtkranten van diverse nieuwszenders. Een wereld apart. In die dealingroom werd handelgedreven in aandelen en alles wat afgeleid was van aandelen. Vervolgens kwamen die deals terecht bij de afdeling waar ik voor automatiseerde. Daar werd gekeken of de klant al betaald had, of dat er betaald moest worden. Daar werden rapportages gemaakt over de winst en het verlies. In die periode voelde ik me heel erg rijk; met heerlijke zonen en vrouw en een leaseauto. Weliswaar op driehoog in de Lomanstraat, maar je voelde dat dat ook binnenkort zou veranderen…
Op een dag ging mijn manager naar een andere afdeling. Vond ik jammer, want ik kon erg goed met hem overweg. Gelijktijdig met de wisseling van managers op mijn afdeling, werd Rijkman Groenink de hoogste baas van ABN-AMRO. Mijn nieuwe manager vertelde enthousiast over de toespraak van Rijkman Groenink…Alles zou anders worden; het gezapige leven was voorbij. We moesten weer winst maken. Toen ik dat hoorde wist ik dat ik weg wilde bij de bank. Geen zakelijke overwegingen, maar de sfeer beviel me niet meer. Op de één of andere manier had ik het eerste deel van ‘De Prooi’ al voorzien toen het werkelijke drama zich aan de top nog aan het ontrollen was.
Het eerste deel van ‘De Prooi’ laat een ontluisterend beeld zien van de top van de bank in de periode dat ik er werkte. Ik heb daar zelf niets van gemerkt. Ik heb alleen maar goede herinneringen aan ‘De Prooi’. Dat is zo gek om te constateren…