Nesjomme – Sandra Beerends; Prachtige film!

Het antisemitisme heeft hier in Amsterdam weer de kop opgestoken en dat heeft het joodse gevoel bij mij naar boven gehaald. Ik had zelfs even het plan om een Davidssterretje als ketting te gaan dragen. Uit een soort solidariteit. Dat het zover heeft moeten komen in Mokum…Klein Jeruzalem. Gelukkig wist ik mezelf tot rede te brengen. Ik ben best spiritueel, maar heb verder helemaal niets met religie. Ook niet met het jodendom. Ik heb ook niet zoveel met Israël al is er niets in mij dat twijfelt aan haar legitimiteit. ‘Het Joodse volk’, dan misschien? Theoretisch heb ik daar geen band mee omdat ik de opvatting heb dat elk mens gelijk is en dat onderscheid maken tussen Joden, Marokkanen en Nederlanders alleen maar racisme in de hand werkt. In de praktijk voel ik me verbonden met mijn joodse moeder en familie en via haar met het Joodse volk en daarmee weer met Joods Amsterdam. Dat bestaat niet meer maar was er wel. Voor de tweede wereldoorlog had 1 op de 10 Amsterdammers een joodse achtergrond. Ik voel een band met dat verleden. De doem van de tweede wereldoorlog en de ramp die de Amsterdamse joden is overkomen heeft mijn leven lang als een schaduw over me heen gehangen. Ik heb de Amsterdamse joodse geschiedenis in de periode tussen het einde van de eerste wereldoorlog en het einde van de tweede wereldoorlog vrij intensief bestudeerd toen ik onderdeel uitmaakte van de Fré Cohen werkgroep van ‘ons’ museum en de grote tentoonstelling en publicatie in de late coronatijd voorbereidde.

Over die periode gaat de film Nesjomme. ‘Ziel’ betekend het woord en dat is wat de film naar boven probeert te halen: De ziel van die tijd en de ziel van de mensen die er in leefden. In kunstig aan elkaar gemonteerde originele documentaire beelden uit deze periode wordt door een voice-over het levensverhaal verteld van een doodgewone joodse vrouw. Een fictief personage. Op de keper beschouwd maakt ze eigenlijk niets bijzonders mee in haar leven, behalve dan dat haar verhaal en leven veel te vroeg eindigt ergens in ‘het oosten’ en dat ze haar kind – voor haar vertrek naar die verdoemde windrichting – afstaat aan iemand van het verzet. De laatste zinnen over de vrouw die eindigt in het oosten, worden gezegd door de fictieve zoon die de oorlog overleefd heeft.

We pakken het leven van de vrouw op rond het einde van de eerste wereldoorlog. Ze is een jaar of 15. Haar vader wilde niet in de diamantindustrie werken want die handel vond haar vader te onzeker. Hij zette zijn eigen handeltje op in lompen en oude metalen op het Waterlooplein. Zij gaat werken in een naaiatelier en wordt lid van de vakbond. De beelden van het naaiatelier gaan snel voorbij en dat is jammer want wie weet had ik mijn omaatje als meisje kunnen herkennen. Ze was er best trots op dat ze zo handig was met naald en draad. Dagelijks verstelde ze haar kleren om de pasvorm optimaal te krijgen…denk ik. Ze had het geleerd in het naaiatelier waar ze voor de oorlog had gewerkt. Net als de verteller in de film werd ook mijn oma lid van de vakbond en werd enthousiast lid van de socialistische familie. In de film kwam dat vrij oppervlakkig aan bod, moet ik zeggen; mensen die zich aansloten bij de socialisten in die tijd, waren daar intensief mee bezig. Maar hier kabbelde het leven van de vrouw rustig verder. Aan het geloof doet ze niet veel en als ze een man vindt en ze besluiten te trouwen, overwegen ze of ze dat in de sjoel zullen doen of niet. Hij wil het wel erg graag want ze zíjn toch joden? Mijn omaatje die boos werd als je ook maar iets positiefs zei over de/een kerk, trouwde zelf, naar verluidt, onder de baldakijn…in de synagoge dus…om haar schoonouders niet tegen haar in het harnas te jagen. De ontkerkelijking begon voor joden en ook alle andere Amsterdammers in het interbellum. Daarmee ook de integratie van de bevolkingsgroepen. Desalniettemin trouwde de hoofdpersoon uit Nesjomme een joodse man. De armoede is best schrijnend. Dat valt op als ze in de nieuw gebouwde stadswijken een woning krijgen en ze zoveel ruimte hebben dat er zelfs een kamer overblijft om in te zitten…en waar dus niemand hoeft te slapen. De filmbeelden laten de sterk vervuilde grachten zien. De stank was legendarisch. Dan naar de nieuwe gebouwde wijken: Ruim opgezet, mooie woningen en alles schoon en fris. Maar langzaam zie je de lucht onheilspellend kleuren boven die nieuwe woonwijken, maar vooral boven de joodse gemeenschap. Eerst was het Italië dat in de ban kwam van het fascisme toen kwam in Duitsland Hitler aan de macht. Hoe het verder afliep…we weten het.

Het was een heerlijke film. Fijn om naar te kijken en ook interessant om te zien hoeveel beeld er nog is uit die periode. Bij mij bracht de film het interbellum naar boven en het joodse leven. Helaas heb ik het verhaal van de vrouw niet echt helemaal goed kunnen horen. Dat kan aan de filmzaal hebben gelegen maar ook aan de film zelf. Tegelijkertijd met het vertellen werd muziek afgespeeld. Voor een dover wordend iemand als ik ben, geen gelukkige combinatie. De speaker boven mij speelde de muziek en de tekst klonk door een  speaker vlakbij het doek. Met heel veel moeite heb ik daardoor het verhaal kunnen volgen en na afloop was ik behoorlijk afgemat. Bij een Nederlands gesproken film moet ik kortom op rij 1 gaan zitten…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *