Achteraf zullen we pas weten hoe belangrijk de coronapandemie is. Gelukkig lijkt hij nu goeddeels voorbij al ga ik morgen de zoveelste vaccinatie halen. Het was een ongewone tijd met misschien wel desastreuze gevolgen. Er gaan verhalen dat de inval in Oekraïne en de oorlog, een gevolg zijn van de angst voor het virus van Vladimir Poetin. Lijkt mij, eerlijk gezegd wat ver gezocht. Dat de pandemie met zijn lockdowns gevolgen heeft, is wel duidelijk. In de laatste twee romans die ik gelezen heb, zijn de theaters, de horeca en de winkels goeddeels gesloten en spreken we elkaar vanachter een mondkapje. Wat genieten we ervan dat alles weer open is en we elkaars gezicht volledig en onbekommerd kunnen zien. Deze nieuwe roman van Pieter Waterdrinker is de tweede die ik van hem lees. Ik was diep onder de indruk van ’De rat van Amsterdam’. Vlot en boeiende geschreven en het speelt in kringen die ik niet goed ken; steenrijke mensen die onder het mom van ‘goed doen’ de boel aan alle kanten oplichten om steenrijk te worden. Eigenlijk is dat het enige doel in hun leven; rijk worden. Het maakt hun niets uit op wat voor manier dat gebeurd.
Ook in de nieuwe roman van Waterdrinker speelt een man die ‘rijk worden’ als levensdoel heeft een belangrijke rol. In deze roman wordt de hoofdpersoon, als in zijn vorige roman, meegesleept met die persoon ook al beseft hij dat het niet goed is. Alles keert uiteindelijk voor de hoofdpersoon weer ten goede. In ‘Biecht aan mijn vrouw’ is een wat verwarrende disclaimer opgenomen: Aan de ene kant spreekt hij over een ‘kleine autobiografische roman’ terwijl hij dat autobiografische meteen in de volgende zin ontkracht: “Overeenkomsten tussen personen, situaties en locaties binnen het boek met personen, situaties en locaties buiten het boek berusten op louter toeval.” In dezelfde verantwoording schrijft hij dat hij in de ‘Schrijversresidentie’ verbleven heeft in het najaar van 2020…en ook dat komt met de romanwerkelijkheid overeen. De ‘ik’ in de roman heet Pieter Waterdrinker en hij is getrouwd met Julia. Ik denk dat we het beste deze roman als een fictieve roman kunnen beschouwen met een autobiografisch decor.
Hoofdpersoon Pieter Waterdrinker verblijft in de schrijversresidentie op het Spui. Hij woont in Rusland samen met zijn Russische vrouw Julia. Op het moment dat het verhaal begint, verblijft Julia in Frankrijk om vakantie te vieren terwijl de hoofdpersoon dus in Amsterdam is omdat hij een paar lezingen gaat geven. Maar, de lockdown wordt ingesteld en op één na worden alle lezingen afgezegd. Aan de overkant op het Spui ziet hij alle middenstand gesloten worden. Als hij op een dag weer terugkomt in zijn appartement, blijkt dat de knappe jonge Jeva Harms binnen is. Zij heeft samengewoond met de vorige tijdelijke bewoner van de schrijversresidentie – de rapdichter Winston Wow – en ze heeft nog een reservesleutel van het appartement. Ze is door de opkomende pandemie verstoken van inkomsten en omdat de relatie met de dichter beëindigd is, en ze uit haar eigen appartement gezet is, vraagt ze of ze even tijdelijk bij de hoofdpersoon mag logeren. Dat staat hij toe. Maar iedere keer als zijn vrouw Julia video belt, mag ze zich niet laten zien. In het Bungehuis, waar Waterdrinker nog gestudeerd heeft (en ik trouwens ook) is nu een exclusief hotel annex club gekomen. De hoofdpersoon heeft daar een afspraak met zijn uitgever om over zijn volgende roman te spreken. Daar komt hij zijn jeugdvriend Otto Brons tegen. Ze zaten samen op de middelbare school. Otto vertelde de hoofdpersoon destijds dat hij uit is op slechts één ding: Rijk worden. Dat is hem gelukt. Otto dringt zich in het leven van de hoofdpersoon omdat hij een geheim met hem wil delen… Schrijver Pieter Waterdrinker, de hoofdpersoon in de roman, dus, herinnert zich zijn hopeloze eenzijdige verliefdheid op Vivian Wertheim op de middelbare school.
De romans van Pieter Waterdrinker lezen heerlijk weg. Je wordt zijn wereld binnengetrokken. In deze roman wel een buitensporige worsteling met alcohol. Het neemt haast A. F. Th.van der Heijden-trekjes aan. Heeft hij niet zoiets als een kater dan gaat het wel langzaam richting dronkenschap. Hoewel het weinig scheelt, belazert hij zijn vrouw… laat maar zitten. Ik vond het een lekkere roman om te lezen!