L’Orfeo, uitgevoerd door de Nederlandse Reisopera; GAAN als je nog kan!

Het komt gewoon niet ongeschonden boven. Veel is vervaagd. Zo kan ik me niet goed herinneren hoe oud ik was toen we als gezin naar het minikampje gingen van de Vereniging voor Huismuziek om L’Orfeo van Monteverdi te gaan instuderen. Alleen vage beelden drijven aan de oppervlakte en natuurlijk de klanken. Die muziek zal ik nooit meer vergeten. Ik speelde cello maar zong ook in het koor. Dat was goed want basvedels en cello’s waren er genoeg terwijl het koor qua mannen wat ondervertegenwoordigd was. Ik zong de baspartij en zat naast een baardige zeer geoefende man. De hoge noten waren te hoog terwijl ik diep in mijn baard moest brommen om de laagste noten eruit te persen. En dan die twee prachtige meiden. Vriendinnen waren het, maar ze leken op elkaar als zusjes. Ze wilden op elkaar lijken als zusjes. Als iemand opmerkte dat ze zo verschrikkelijk op elkaar leken dan begonnen ze te stralen. Ik had geen voorkeur; ze waren even knap, even muzikaal en even onbereikbaar. Ik denk dat ze me een lieve jongen vonden; erger kan je niet hebben…als would be Casanova. Het moet een mooi lenteweekend geweest zijn, want het was – en dat weet ik zeker – geen zomerkamp. Maar toch zie ik zonneschijn voor me. Of misschien was dat toch de muziek; het eerste bedrijf speelt zich in de lente af en we hadden uiteindelijk alleen tijd om het eerste bedrijf in te studeren. De nimfen dartelen, de meisjes dansen de jongens spelen in de lentezon op hun instrumenten. De liefde. Wat had ik hem graag willen smaken in het echt, maar de muziek was ook goed; een mooie tweede.

Gisteren werden de klanken die ik nooit meer vergeten zal, gespeeld door een echt orkest en gezongen door de echte zangers van de Nederlandse Reisopera. Of…zijn de zangers dansers…of zijn de dansers zangers. Behalve dat ik op de verkeerde plaats in Carre zat, gisterenavond, heb ik echt helemaal niets slechts kunnen vinden aan de uitvoering van L’Orfeo. In één woord fantastisch en een prestatie van formaat. Op het toneel stond een mannetje of twintig en alle twintig stonden ze er altijd, de hele voorstelling lang. Qua kostuum niet van elkaar te onderscheiden, op Orfeo na. Totaaltheater, een Gesamtkunstwerk als een Wagneropera, een balletopera als van Lully maar dan toch weer heel anders. Eigentijds. Elke typering gaat behoorlijk mank, maar de opera is een continu ballet. Zowel in dans als in zang leken er geen solisten te zijn; terwijl iedereen op het toneel solist is maar ook functioneert in een harmonieuze dans met elkaar. Niemand op het toneel heeft exact hetzelfde kostuum, maar toch zo in lijn met elkaar dat alleen het kostuum van Orfeo onderscheidend is. Heel apart. Ik heb van het schouwspel genoten. Voortdurend dynamisch en de handeling van de opera ondersteunend.

Gefascineerd heb ik ook naar het decor gekeken. Het decor bestaat uit een net dat in verschillende vormen getrokken kon worden. Als het licht erop schijnt, dan lijkt het licht uit het net te komen. Het net neemt tijdens de voorstelling moeiteloos de vorm van kamer, gevangenis, visnet, doodskist, sterrenhemel aan. Ongelooflijk knap bedacht; ik heb ademloos zitten kijken. Ik heb me ook steeds lopen afvragen wie er opgeleid was om te dansen en wie om te zingen. Een paar zangsolisten heb ik wel gezien, maar die dansten net zo goed mee als de rest. Ik zag ook strakke afgetrainde danslijven, maar even later zongen die weer de sterren van de hemel. Mooi, mooi en nog eens mooi. Ik heb niet opgezocht waar deze voorstelling nog uitgevoerd wordt, maar…als je nog een mogelijkheid hebt: GAAN!!! Als je niet geweest bent, heb je een hoop gemist.

Soms heb ik van de Nederlandse Reisopera wel eens iets gezien dat ietsje minder was, maar doorgaans is de kwaliteit ongelofelijk hoog. Ik neem het liegertje en opscheppertje Halbe Zijlstra verschrikkelijk kwalijk dat hij destijds alle subsidie voor dit voortreffelijk gezelschap introk. Dat was bedoeld om de Nederlandse Reisopera, en alle cultuur, te slopen. Juist de mensen die graag opsnijden over de Nederlandse cultuur en die graag afzetten tegen andere culturen (lees: Islam) slopen het Nederlandse erfgoed, zo ook Halbe Zijlstra. Maar ondanks dat bestaat de Reisopera nog steeds en mogen ze hopen dat het cultuurbeleid hersteld wordt en zij weer subsidie gaan krijgen; ze verdienen het. De kwaliteit is ongeëvenaard hoog en overstijgt makkelijk die van de Nationale Opera die alle subsidie hield ondanks Zijlstra’s wanbeleid.

Ten slotte, mijn plaats in de zaal. Dat was het enige waar ik niet echt tevreden over was. Vooraan zat ik. Meestal de plek vanwaar je juist heel goed zicht hebt op het toneel en alles extra goed kan horen. Maar helaas zat ik ook pal achter de koperblazers. Als zij speelde, kon ik weinig anders meer horen. Maar laat ik daar niet te lang bij stilstaan; ik heb een heerlijke avond gehad, gisteren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *