Waarom ik niet en zij wel?

Als computerprogrammeur moet ik vaak problemen in programma’s oplossen. Dat is soms best complexe materie. Ik moet dan stap voor stap door de logische stappen van het computerprogramma die een ander heeft genomen om een bepaald doel te bereiken. Die logische stappen van die andere programmeur zijn vaak niet míjn logische stappen. Toch wil ik die stappen van die ander niet meteen als fout zien want juist in logica moet je keuzes maken en worden die keuzes gemaakt om iets te bewerkstelligen waar ik, wellicht op dat moment niet aan denk. Om mijn werk goed te doen, moet ik me inleven in de logische keuzes van een ander en niet te snelle conclusies trekken. In de loop van de jaren heb ik dat tijdens mijn carrière moeten ontwikkelen en, al zeg ik het zelf, ik ben er best goed in geworden.

Deze vaardigheden komen mij vaak van pas in de wereld buiten de computer want niet alleen in computerprogramma’s wordt geredeneerd met logische stapjes, eigenlijk overal, maar ietsje minder extreem. Daarom heb ik heel veel moeite gedaan om een ingezonden brief te lezen en te begrijpen, maar helaas, zelfs met mijn best goed ontwikkelde vaardigheden is mij dit niet gelukt. Het gaat hier over een brief van Michiel Brandjes uit Wassenaar in de Volkskrant van 16 juli. Gisteren, dus. Het gaat over topinkomens van de bovenbazen van beursgenoteerde bedrijven en over de onrechtvaardigheid dat we iemand wel het winnen van de loterij gunnen maar niet het topsalaris omdat hij bovenbaas is.  ‘De helft van het door de buitenlandse aandeelhouders betaalde topinkomen vloeit naar de Nederlandse samenleving via de inkomstenbelasting…’ Stelt de briefschrijver. Om het concreet te maken: Het salaris van mijn Nationale Nederlanden bovenbaas wordt betaald door aandeelhouders.

Ik ga het proberen: Een aandeel is een stukje van het eigenaarschap van een bedrijf. Je koopt doorgaans zo’n stukje om het later, als het even meezit, duurder te kunnen verkopen. Zo’n aandeel wordt meer waard op grond van heel veel factoren maar voornamelijk gebakken lucht. Eens per jaar mag je op een aandeelhoudersvergadering een pakket maatregelen goed- of afkeuren. Onder anderen het nieuwe salaris van de bovenbazen. Je zou dus kunnen zeggen dat de aandeelhouders als collectief eigenaar van een bedrijf de bovenbazen een salaris geven. Maar dat betalen ze dan toch nog niet? Nee, volgende logische stapje: Als een bedrijf wil uitbreiden of uit de rotzooi komen, worden er nieuwe aandelen uitgegeven (vinden aandeelhouders niks niet leuk want daardoor dalen hun al eerder gekochte aandelen in waarde) en stroomt er geld het bedrijf in. Van dat nieuwe geld van nieuwe aandeelhouders zou het bedrijf het salaris kunnen betalen van de bovenbazen (en andere werknemers) en als die nieuwe aandeelhouders allemaal in het buitenland wonen dan vloeit er inderdaad geld via de inkomstenbelasting van (de werknemers van het bedrijf inclusief) de bazen, in de Nederlandse staatskas.

Ik kan de redenering kloppend maken, maar helaas zitten er wel heel veel gekke zijsprongetjes in. Laten we het erop houden dat het salaris van mijn bovenbaas uit dezelfde pot wordt betaald als mijn salaris; de premies van verzekerden. Aandeelhouders mogen alleen maar ja-knikken of nee-schudden over de plannen voor het komend jaar. Het enige dat buitenlandse aandeelhouders bijdragen aan de inkomsten van de Nederlandse staat is…de dividendbelasting en gelukkig is die niet afgeschaft!

Over het gunnen van het winnen van de loterij: Ik zal wel moeten! Zo’n mazzelaar! Sorry, maar van harte gaat dat niet…waarom hij wel…en ik niet? Ben ik soms minder?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *