Voorhoedemeiden in Iran

Moedige mensen geven mij het gevoel een slappeling te zijn. Dat ik niets durf en bang ben voor alles. Dat ik niet voor mijn recht durf op te komen. Maar dat is niet zo. Ik ben gewoon een gemiddeld mens. Heus, in veilige situaties kom ik graag voor mijn rechten op en als ik geen klappen hoef te verwachten, heb ik gerust een afwijkende mening van de rest, als het zo uitkomt. Maar mensen die geweld voor lief nemen om hun mening te ventileren of om voor hun recht op te komen, die heb ik zeer hoog zitten. Mensen die niet voor tirannen zwichten, zullen we maar zeggen want ‘Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht, dichtte van Randwijk en lezen we op het Weteringscircuit. Ik vrees dat Van Randwijk ongelijk had; de moedigerd is niet het volk, maar de enkeling. Helaas. En ik ben in dit verband geen enkeling. Ook niet toen ik nog vol protest en rechtvaardigheidsgevoel zat.

Josien en ik liepen enkele jaren geleden samen door de straten van Teheran. We voelden ons daar volkomen vervreemd maar zo verschrikkelijk welkom. Terwijl we voor ons gevoel nauwelijks verschilden van andere mensen die daar rondliepen, werden we overal herkend als buitenlanders en probeerde iedereen een praatje te maken. Ook best vermoeiend, trouwens. Met het geld dat ze daar hadden, wisten we ons geen raad. Het telde in honderdduizenden maar men handelde in duizenden. Dus, zei men driehonderd dan kon het net zo goed dertigduizend zijn. Daarom hielden we, als we iets kochten, in wanhoop een pak papiergeld in de lucht waaruit de betreffende koopman de juiste biljetten trok. Als we (heel soms) de zaak op onze hotelkamer narekende, dan wisten we dat we zeker niet opgelicht waren. Aardige mensen. Maar, en helaas moet dat gezegd, geregeerd door tirannen. De portretten van de leiders hingen hoog aan de gebouwen en we wisten, kwam je met hen negatief in aanraking dan was dat niet best. Onze vrienden schaamde zich een beetje voor hen, zagen we. Ze wilde moderne mensen zijn en op de één of andere manier werden ze daar door de Iraanse leiders in tegengewerkt. Binnenshuis vertelden ze hoe ze stiekem alle regels overtraden.

Eén van de vervelendste regels die in Iran gelden zijn de kledingvoorschriften. Eerlijk gezegd waren we best bang om het fout te doen. Vooral Josien. En heus, niks positiefs over onderdrukkende hoofddoeken, maar wat stond die over haar hoofd gedrapeerde sjaal haar goed. Zeker, ik ben blij dat ze nu weer lekker met wapperende haren op de fiets zit, maar daar in Teheran, met haar hoofddoek…het stond haar goed. Voor even mijn oosterse prinses. Maar, zo werd ons door onze vrienden duidelijk gemaakt, vrouwen in Teheran willen helemaal geen oosterse prinsessen zijn; ze willen mens zijn en zich vrij voelen. Onze lieve vriendin vreesde niets zo erg als de zedenpolitie.

In Iran, foto gepubliceerd in de Volkskrant van 1 februari

Vandaag in de krant foto’s van hele moedige vrouwen. Vrouwen die opkomen voor hun recht om vrije mensen te zijn. Ik bewonder ze. Op de drukste pleinen van Teheran (en die zijn heel erg verschrikkelijk druk) gaan ze op een verhoging staan, doen hun hoofddoek af en laten de hoofddoek als een vlag aan een stok wapperen. Dat is zo verschrikkelijk moedig in een land als Iran. Wat hoop ik dat deze moedige voorhoedemeiden iets kunnen betekenen voor al die lieve mensen die we daar in Teheran hebben ontmoet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *