Als alles gegaan was zoals ik het destijds eventjes gewild had, dan was ik nu werkeloos geweest. Ik wilde namelijk bibliothecaris worden in de bajes. Ik lees dat de gevangenisbibliotheek slachtoffer is geworden van de vooruitgang. Boeken zijn geen bundeltjes papier meer met een kaft erom. Oké, dat zijn ook wel boeken, maar die staan stof te vangen in een kast; daar doe je niets meer mee. Boeken zijn nu niets meer dan een verzameling georkestreerde bits en bytes die hun geheim prijsgeven als je ze van de opslagruimte van een computer in het werkgeheugen laadt. In de opslagruimte van een gemiddelde computer kan je een hoeveelheid elektronische boeken kwijt die makkelijk in de hoofdbibliotheek van Amsterdam past. En de ontwikkelingen met betrekking tot het boek zijn nog lang niet klaar. Omdat je overal met je computer in contact staat met de wereld zien we nu een trend naar het streamen van boeken. Je hoeft geen e-boek meer te kopen, je neem een abonnement op een streamingsdienst. Waarvoor heb je dan nog een bibliotheek nodig? Waarvoor een gevangenisbibliotheek? Die verdwijnen nu dus.
Ik was, door allerlei redenen behoorlijk vastgelopen in mijn studies. Ik had een aantal jaren Nederlands en Geschiedenis gestudeerd aan de lerarenopleiding, maar ik moest stage lopen. Dus kwam ik voor een klas kinderen te staan. Dat vond ik op dat moment helemaal niet leuk. Ik voelde me er niet op zijn plaats. Toen was ik Nederlandse taal en letterkunde gaan studeren aan de universiteit. Ook daar kon ik helemaal niet aarden en na een jaar of twee hield ik ook daarmee op. Toen zat ik thuis met mijn geliefde en twee piepkleine jongetjes. Wat te doen. Twee onafgemaakte studies…kon ik daar nog wat mee? Via, via kreeg ik te horen dat de bajes een onderwijskracht zocht. Daar ben ik op af gestapt en werd meteen aangenomen. Frits als bajesonderwijzer. Ik vond het prachtig en spannend tegelijkertijd. Maar op een dag vonden ze wel dat ik mijn studie af moest maken. Ik begreep dat wel, maar wilde dat niet. Ik had echt geen zin meer om naar de lerarenopleiding terug te gaan. Dat kondigde het einde aan van mijn carrière als gevangenisonderwijzer. Op dat moment was het behoorlijk hommeles in de bieb. Daar werkte twee mensen die elkaar niet konden luchten of zien. Eén van de twee moest weg. Die vacature wilde ik wel vervullen, dacht ik. Dus ik solliciteerde.
Ik zat veel in de bieb omdat de slimste gevangenen daar een baantje kregen. Nieuwe boeken kaften en in het systeem brengen, dat was hun taak. In de tussenuurtjes heb ik veel gesproken met een bijzonder aardige man wiens naam ik al eeuwen geleden vergeten ben. Hij werd er van verdacht bankier te zijn van de maffia. Hij had zich helemaal verzoend met zijn lange straf. Een fijne gesprekspartner. Eigenlijk meer een soort mentor voor me. Heel veel ouder dan ik. Op dat moment had ik het een beetje moeilijk: Onafgemaakte studies, twee kleine kinderen en de derde op komst. Mijn ontslag was aanstaande. Ik had vreugdeloos gesolliciteerd op de baan van bibliothecaris. Hij adviseerde me om buiten de bajes verder te zoeken. En ik volgde dat advies op want ik was geen bibliothecaris en wilde het ook niet worden. Ik wilde een baan; dat was alles. Dat de gevangenisbieb verdwijnt maakt me een beetje melancholisch…