Vechtscheidingen en de rechtbank

Vandaag is er in de krant veel plaats ingeruimd voor Bas van ’t Hoff. Hij is één partij in een stereotype vechtscheiding. Wat hem uniek maakt is dat hij de juridische strijd die hij sinds het jaar 2000 voert, niet opgeeft. De man roept bij mij tegenstrijdige gevoelens op. Zolang doorgaan met rechtszaken doet vermoeden dat de man rechtlijnig is en overtuigd van eigen gelijk. Aan de andere kant geeft de rechter hem regelmatig gelijk maar lost dat feitelijk niets op omdat instanties en de tegenpartij de rechterlijke uitspraak naast zich neerleggen. Alles bij elkaar denk ik dat je niet moet beginnen aan een (v)echtscheiding. Ik begrijp best waarom kerk en maatschappij het lang onmogelijk hebben gemaakt om ouders van elkaar te laten scheiden. Een scheiding, zelfs een heel erg rustige, is niet goed voor kinderen. Denk ik.

Mijn ouders scheidde toen ik acht jaar oud was. Meneer Van ’t Hoff voert een eindeloze juridische strijd tegen zijn vrouw om de kinderen te zien. In zijn plaats had ik wel een juridisch gevecht willen aangaan tegen mijn vader om hém te mogen zien. Dat mijn ouders uit elkaar gingen, vond ik absoluut niet leuk, maar dat mijn vader even later volkomen van de aardbodem verdween, was voor mij onverteerbaar. Dat hij daarnaast ook nog gezinsvijand numero uno werd, maakte me zo’n beetje schizofreen.

Mijn vader kwam destijds nog regelmatig over de vloer. Op een keer hadden mijn ouders hevige ruzie. In mijn hoofd hoor ik de zware basstem van mijn vader en het huilen van mijn moeder. Mijn moeder wilde iemand opbellen maar toen greep mijn pa mijn ma aan haar haren en sleepte haar weg en gaf haar een klap in d’r gezicht. Mijn broer en ik waren daarbij. Toen mijn vader woedend wegging nam hij afscheid van ons. Ik liet me zijn omhelzing welgevallen, maar mijn broer gaf hem een schop tegen zijn enkels. Enkele dagen later moesten mijn moeder en ik ergens naartoe. Ik zat achter op de fiets bij mijn moeder op het pleintje voor ons huis. Net toen mijn moeder wilde opstappen, kwam mijn vader aanlopen. Dat werd daar op het pleintje weer ruzie. Uiteindelijk zwaaide pa met de huissleutel terwijl hij riep dat hij kwam en ging wanneer hem dat uitkwam. Vanaf dat moment was mijn pa de gevaarlijkste man op aarde. Onze deur werd voorzien van diverse schuiven en grendels en een nieuw slot. Mijn ma was zo bang voor mijn dreigende pa dat we, ondanks alle versterkingen van onze woning, met zijn allen naar oma en opa verhuisden voor een tijdje. Mijn pa moest dus wel een heel gevaarlijke man zijn. Zo werd ik doodsbang voor de man die ik oneindig liefhad terwijl ik de situatie van voor de scheiding wilde herstellen. Dat was een gedachten- en gevoelens dilemma waar ik niet mee uit de voeten kon. Ik werd volkomen apathisch. Ik keek op school uit het raam en verder deed ik niet veel. Ik kon aan niets anders denken dan aan…hoe komt alles weer goed. Een jaar lang. Ik heb dat jaar echt geleden.

Toch, had ik de juridische mogelijkheden van Van ’t Hoff gehad, het had mij niets geholpen. Net als het Van ’t Hoff niet geholpen heeft. Liefde en genegenheid laten zich niet door de rechter opleggen. Pas zeven jaar na de scheiding vond ik mijn pa weer. Schizofreen denken en voelen over mijn vader is nooit meer overgegaan, ben ik bang.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *