‘Tinus aan de rekstok’ in het Catharijnenconvent

Mijn pa’s familie was niet erg religieus. Eigenlijk even kerkelijk als mijn joodse familie. Niet dus. Op één uitzondering na: Tante Bets. Ze woonde op Texel en was het grootste deel van haar volwassen leven koster van de kerk te Oosterend. Wat je niet zou verwachten van mijn religieuze oudtante was dat ze een stevig Amsterdamse tongval had en een enorm gevoel voor humor.  Door scheiding en ellende heb ik haar veel te weinig gezien. Die keer dat we haar voor het laatst opzochten was ik een sliertige puber. Ze haalde mijn broertje en mij door elkaar en toen we haar corrigeerde, zei ze dat haar bril vies was en dat ze me ‘natuurlijk’ meteen had herkend. Maar, zo gaat het verhaal, op katholieken was ze bijzonder fel. Als ze een crucifix zag schamperde ze: ‘Daar heb je Tinus aan de rekstok ‘. Best weinig respectvol als ik er nu over denk. Crucifixen waren duidelijk symbolen van dat ‘andere’ geloof waar ooit wrede oorlogen tegen gevoerd waren.

Op de tentoonstelling ‘Tussen hemel en oorlog’ in het Catharijneconvent hing dit werk. Een gestileerde crucifix van Sybold van Ravesteyn uit 1925. “‘Zuiver zonder weerga’ en ‘wiskundige mystiek’ zo bewierookt de redactie van De Gemeenschap dit ontwerp, een bijlage bij het julinummer van 1925.” Zo staat op het bordje op de tentoonstelling. Het is heus een nieuw en modern ontwerp in 1925, maar ga toch eens van een afstandje kijken… Is dit wel een Christusfiguur stervend aan het kruis? Volgens mij dus niet. Volgens mij is het Tinus aan de rekstok. Kijk daarvoor naar de lijn die de dwarsbalk van het kruis moet voorstellen en de lijnen die armen zouden moeten zijn. In deze houding is het iemand die zich opdrukt boven de dwarsbalk in plaats van iemand die hangt aan de dwarsbalk!

Dit kunnen we verbeteren want de intensie van de kunstenaar is duidelijk. Ik wil me natuurlijk niet verbeelden dat ik beeldend kunstenaar ben die zomaar een gestileerde Christus aan het kruis kan maken, maar een paar lijntjes wegpoetsen en nieuwe zetten, lukt ook mij wel. Zie hier mijn bewerkte versie. Christus hangt aan het kruis!

De tentoonstelling is absoluut de moeite waard. Hij gaat over het modernisme in het interbellum met als focus de verbeelding van het geloof en religiositeit. Juist in die verschrikkelijk instabiele en angstaanjagende periode tussen de wereldoorlogen in, verbeelden kunstenaars in Nederland aspecten van het geloof op een nieuwe manier. Expressionistisch of modernistisch of op welke stroming in het modernisme dan ook. Als ik toch een beetje kritiek zou geven dan is het de afwezigheid van het jodendom terwijl die religie uiteindelijk het meest bedreigt werd tijdens het interbellum. Helemaal omdat op de tentoonstelling maast de geijkte religies als de katholieke en de protestanten ook spirituele stromingen als theosofie en antroposofie aan de orde komen. Al met al absoluut de moeite waard.

Het hele museum is trouwens nogal de moeite waard. Ik heb een tijd voor het Theodosia-altaar gestaan. Het is rond 1545 gemaakt in Gelre. Wat ik nogal opvallend vond aan de verschillende taferelen was de manier waarop de kunstenaar had weergegeven hoe verschrikkelijk slecht de mensen waren die Jezus martelden. Niet alleen hadden ze er zichtbaar plezier in om Jezus pijn te doen, ze ervaarden er ook lust aan. Ze hebben een dijk van een erectie en werden kennelijk botergeil van dat geselen en slaan! De slechterikken!!!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *