Een tegenvallende Johannes-passion

Gezien en gehoord op 12 april 2025 in het Concertgebouw van Amsterdam

Ik ga vrij veel naar concerten. De laatste tijd schrijf ik niet zo heel veel meer over muziek. Komt een beetje door de kwaliteit van mijn gehoor dat de afgelopen tijd wat stapjes naar beneden heeft gedaan. Het komt ook doordat ik me niet erg deskundig vind op dat terrein. Ik geniet vaak erg van muziek, maar dan heb ik het vaak over de melodie, ritme, harmonie. Ze voeren me ergen naar toe. Even van het gedruis van alledag weg of juist naar een bepaalde herinnering terug. Dat is de kracht van muziek. Dat gaat vooral over ‘wat’ er gespeeld wordt maar niet erg over ‘hoe’ iets gespeeld wordt. In dat ‘hoe’ iets gespeeld wordt, voel ik me niet echt thuis. Ik ben niet in staat om precies aan te geven waarom een bepaalde uitvoering wel of juist niet goed is. Ik mis het gereedschap om daar ook maar iets over te zeggen. Bij mij is dat allemaal gevoel en gevoel is eigenlijk doorgaans erg weinig zeggend. Vindt je een concert of uitvoering mooi zonder verder precies te kunnen vertellen waarom het zo mooi is, dan zou zomaar de stemming van de luisteraar mee kunnen tellen. Je emoties bepalen dan een deel van je waardering en eigenlijk heeft niemand daar wat aan dus waarom zou je het dan opschrijven?

Zoals gebruikelijk bij ons, luiden wij de lente altijd in met één van Bachs passionen. Terwijl geliefde J. minstens een Mattheus wil horen beperk ik me meer tot de passie van het jaar en dan bedoel ik de uitvoering van de passion van het Nederlands Kamerorkest. Zij doen om en om de Mattheus en de Johannes. Dit jaar was het de Johannes-passion met het koor Capella Amsterdam. Het geheel stond onder leiding van de dirigent van het koor Daniel Reuss. Helaas ben ik dit jaar niet erg onder de indruk geraakt van deze uitvoering. Dat is jammer want ik verheug me altijd erg op deze muziek. Ik ken de muziek van haver tot gort en het kondigt altijd de lente aan. Vroeger ook een hele reeks feestdagen die de sleur van het winterse werken doorbraken, tegenwoordig, sinds ik al een halve week (!) met pensioen ben, moeten die vrije dagen een nieuwe betekenis krijgen… De muziek die gisteren ten gehore werd gebracht was teleurstellend. Dan moet ik ook vertellen wat er precies zo tegenviel, vind ik; daar wordt het moeilijk voor me, maar ik ga een poging wagen.

Laten we beginnen met het openingskoor. Anders dan de Mattheus zit je in de Johannes meteen in de actie; Jezus’  arrestatie is de eerste scene na de opening. De sfeer voor deze arrestatie wordt al in het openingskoor neergezet. Onrust en spanning is wat het openingskoor kenmerkt. Heel anders dan het statige openingskoor van de Mattheus. De passie van Johannes gaat alleen maar over lijden en vernedering, lijkt Bach te willen zeggen, en al dat lijden en die vernedering dient ertoe om ons, stervelingen, te verlossen. Dat is de sfeer die gecreëerd moet worden, maar helaas klonk er gisteren een onrustige statigheid in het openingskoor en dan heb je eigenlijk helemaal niets; vlees noch vis, een gepolijste baksteen, een Johannes-passion onwaardig; het moet ruw zijn en schurend. In de aria’s en de koren was dit misverstand overal te horen. Té gepolijst waar het ruw moest zijn, glad waar het moest schuren. Zowel evangelist, Kieran Carrel, en Christus, Peter Harvey, zongen hun partij naar behoren. Maar dan de andere solisten. In mijn ogen stuk voor stuk onder de maat. Wat ik vaak hoor in de passiemuziek is van de solist een lang aangehouden noot terwijl de orkestrale muziek als het ware verder gaat in de melodie. Doorgaans om kippenvel van te krijgen. Maar dan moet die aangehouden noot wel strak en zuiver zijn. Die strakke zuivere noot kregen we zelden te horen. Jammer!

Aria’s en koren waar je je op verheugd door haar ongekende schoonheid gingen zonder noemenswaardige opwinding voorbij. Onrustig en ongeïnspireerd zijn de termen die bij me opkomen. Gezien het aantal mensen dat de zaal vroegtijdig verliet, waren velen het met me eens. Ik ben het er trouwens niet mee eens dat je voortijdig, dus tijdens het concert, de zaal verlaat; dat vind ik volslagen respectloos. Respectloos ten opzichte van mensen die een ongekende prestatie op het podium moeten zetten, maar ook voor de mensen, die net als jij, een kaartje hebben gekocht. Eenmaal in de zaal dien je gewoon te blijven zitten. Vind je er geen zak aan, dan heb je gewoon pech; je gaat niet het eventuele plezier van een ander verstoren; ik vind dat ongehoord. Helemaal omdat in een enkel geval een halve rij moest opstaan om de aso te laten vertrekken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *