Sinds twee jaar leer ik dat er een gigantisch verschil bestaat tussen kinderen opvoeden omdat je de papa bent of van kinderen bijna zorgeloos genieten en er gigantisch veel van houden omdat je opa bent. Kleinkinderen zijn net eigen kinderen. Je voelt dezelfde liefde maar behalve wat oppassen is er geen grote rol voor je weggelegd. Het verschil zit ‘m in de nabijheid van je kinderen en de opvoedkundige situatie die het ouderschap van je vraagt. Maar als ik het me heel goed probeer te herinneren hoe het was toen onze mannen nog jongetjes waren, dan zie ik voor me dat ik met enige jaloezie keek naar vrouwengezinnen. Naar een gezin waarin ik de enige man zou zijn en niet, zoals in onze situatie, mijn geliefde de enige vrouw. Dat moest toch wel het paradijs op aarde zijn, stelde ik me voor. Geen geknok, geen gehol, geen gehamer en gezaag, geen ge-game tot diep in de nacht en vooral geen geloop in zeven sloten tegelijk. In mijn ogen waren dochters bezig met roze kleurpotloden, de poppenwieg en madeliefjes rijgen tot een krans voor op hun lieflijke hoofdjes en later de studie kunstgeschiedenis of communicatie en dan zouden ze zich druk maken om de wereld uit idealisme…zoiets stelde ik me, denk ik, dus voor. Onzin, natuurlijk, besefte ik me dan als ik weer realistisch werd… Maar dat roze beeld dat ik had, klopte, als je Tommy Wieringa mag geloven, tenminste. Oké, af en toe een traan, maar dan is papa Wieringa er om dochtertjelief in zijn sterke papa-armen te nemen. In Tommy Wieringa’s boekje ‘Totdat het voorbij is’ combineert hij een zekere mate van opa-schap (wel liefde en geluk maar zonder de opvoeding) met het roze van mijn verzonnen meidengezin.
Het boekje bestaat uit losse verhaaltjes waarin de dochters van de auteur een grote rol spelen; geen roman is het. Dat Wieringa een begenadigd schrijver is, dat staat als een paal boven water, maar hij schept bij mij twijfel over wat ik met dit boekje aan moet. Wat je mist is de rauwe kant van het opvoeden. Dat je midden in de nacht alleen maar wil slapen maar dat je kind haar bed ondergekotst heeft en dat je met de moed der wanhoop kind en bed moet verschonen…dat soort dingen. Maar dat wil je misschien weer niet graag aan de buitenwereld prijsgeven want je wil je kind beschermen tegen van alles en iedereen… Maar als je niet die rauwe, en soms onaangename, kant beschrijft, dan wordt alles wel erg roze.
Maar al met al, het boekje leest…aangenaam.