Het verontrustende aan de film ‘The zone of interest’ is dat de beelden nauwelijks iets akeligs tonen terwijl alles er omheen ze omvormen tot de hel op aarde. De geluiden bijvoorbeeld. De filmmuziek bestaat uit een soort sombere tonen als stoten op een misthoorn. Dreigend, alsof er een gevaar op de loer ligt. Op de geluidsband bijna voortdurend schieten in de verte en af en toe kreten vanuit de verte. Beelden die je onrustig maken maar aldoor op de achtergrond blijven. ’s Nachts zie je in de verte de vlammen uit een schoorsteen komen en overdag een zwarte walm. Maar alles in de verte. Heel soms wel wat dreiging uit de personages. Een dienstmeisje krijgt van mevrouw te horen dat haar man haar as zal uitstrooien over het veld als ze zich niet anders gedraagt. Verder draait de film om wat we weten. We weten wie de hoofdpersoon is en we weten wat hij heeft gedaan en we weten waar hij mee bezig is terwijl we naar de film kijken en dat maakt de film zo verschrikkelijk sterk.
Wat we zien is het ‘gewone’ leven van een gezin. Moeder, vader en vier kinderen. Het gaat ze voor de wind, zo lijkt het. Ze hebben personeel in hun grote huis en een enorme tuin met een zwembad. Vader gaat in uniform naar zijn werk en de kinderen gaan naar school. Dezelfde hectiek in de ochtend die we ook van onszelf kennen. Haartjes gekamd, appeltjes mee, brood in de trommeltjes en ontbijt weggewerkt. Niets bijzonders zo lijkt het. Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog. En verder valt op dat het personeel in huis heel erg gedienstig is; op het slaafse af. Vader heeft dan ook geen gewoon werk en het huis staat niet op een gewone plek op aarde; vader is Rudolf Höss, de commandant van vernietigingskamp Auschwitz en het huis en de tuin grenzen aan het beruchte concentratiekamp. Als je in Auschwitz geweest ben, en dat ben ik, dan weet je dat het hoofdkamp een oude legerkazerne was dat uit een reeks eenvormige gebouwen bestaat. Over de muur van de tuin zie je die gebouwen.
Terwijl jij weet dat aan de andere kant van de muur de mensen een gruwelijk leven hebben dat alleen maar tot een spoedige dood leidt, past moeder een bontmantel en vindt ze in een zak een lippenstift waarmee ze haar lippen doet. Je weet dat het haar mantel niet is en dat het niet haar lippenstift is en je weet wat er met de werkelijke eigenaar is gebeurd. Je weet het en dat is zo verschrikkelijk. Ondertussen viert vader zijn verjaardag en krijgt hij een kano. Met de kano maakt hij een tochtje met zijn kinderen en vinden ze een prettige plek langs de rivier. De kinderen spelen in het water en vader staat midden in de rivier te vissen. Dan haalt hij ‘iets’ uit het water. Is het een kunstgebit of een kaak? Hij schrikt er enorm van en haalt zijn kinderen uit het water en thuis worden ze meteen geschrobd in bad. Vader voelt dus ook wel dat er iets niet helemaal oke is…
Je zit gekluisterd aan de film in de bioscoop te kijken naar de gewoonste dingen van een op het oog saai en heel erg gewoon gezin. Eigenlijk zie je niets vreemds, maar het is wel vreemd dat alles zo gewoon is, want het is niet gewoon… Verschrikkelijk is het allemaal, maar als film verschrikkelijk goed!
Op een detail heb ik wel een twijfeltje. Op de plek waar de film zich afspeelt vond moord op grote schaal plaats. De moord op onvoorstelbare schaal vond echter plaats in Auschwitz Birkenau. De vlammende schoorstenen van de crematoria stonden in Birkenau. ’s Nachts zie je de vlammende schoorstenen. Ik vraag me een beetje af of dat in werkelijkheid wel mogelijk was; die schoorstenen stonden vrij ver weg van de plek waar de film zich afspeelt. Eigenlijk hoef ik er helemaal geen antwoord op; de film is absoluut geweldig! Ik ook altijd met mijn kritiek!