Uit de shit – Thomas Oudmans; STIKSTOF!

De vader van mijn geliefde J. was pionier in de biologisch-dynamische landbouw. Voor de tweede wereldoorlog begon hij een tuinbouwbedrijf dicht bij Amsterdam. Hij werd geïnspireerd door de leer van Rudolf Steiner. Het deel van Steiners leer waar ik persoonlijk wel wat mee kan, gaat over het gezond maken van de aarde. Steiner dacht dat een boerenbedrijf een gesloten en volledige zelfvoorzienende kringloop moest zijn. Akkerbouw, tuinbouw en veeteelt moesten plaatsvinden in hetzelfde bedrijf. Die opzet zou ervoor moeten zorgen dat er niets van buiten het bedrijf nodig was; geen meststoffen en ook geen veevoer. De mest van het vee wordt samen met het plantaardige afval op hopen gezet en gecomposteerd. De compost wordt over het land verspreid om de grond vruchtbaar te houden.  Om zo’n gesloten bedrijf te hebben was het bedrijf van de vader van geliefde J. te klein, maar daarom bracht buurman De B. met zijn koetjes uitkomst; De mest van buurmans dieren werd in de composthopen verwerkt en tot vruchtbare aarde gemaakt. Het biologisch-dynamische bedrijf betekende voor pa van J. keihard werken tegen een laag inkomen en omdat hij pionierde zal er ook vast wel wat zijn mislukt, destijds. Dat Steiner landbouw ook in verband bracht met de stand van diverse hemellichamen, laat ik even buiten beschouwing; ik kan er eerlijk gezegd zelf niet zoveel mee

Het pionieren is verleden tijd voor de biologische boer. Sinds mijn geliefde schoonvader zijn bedrijf begon is er veel veranderd. De biologische landbouw is volwassen geworden. Als het aan Thomas Oudmans lag zou de biologische landbouw de norm moeten worden, zo schrijft hij in zijn pamflet ‘Uit de shit’. Het stikstofprobleem waar we nu zo mee worstelen, is volgens de auteur op te lossen door geen stikstof ‘van buiten’ meer te gebruiken. Dat betekent geen veevoer meer van buiten het bedrijf gebruiken en geen kunstmest meer strooien op het land. Kringlooplandbouw gaat ons ‘uit de shit’ halen. Het pakt het stikstofprobleem bij de wortels aan; het op het land groeiende veevoer neemt stikstof op. Het vee eet het voer en ‘maakt er producten van’, waaronder mest. De mest wordt uitgereden over het land om het land weer vruchtbaar te maken. Toch gaat Oudmans ook nog wat verder. Hij pleit er niet alleen voor om alleen het stikstofprobleem op te lossen maar ook toe te werken naar een landbouw die weer met de natuur samenwerkt in plaats van onderwerpt. Het gaat niet alleen om stikstof, het gaat ook om het beschermen en verhogen van de biodiversiteit en de kwaliteit van het algehele milieu. Het beleid tot nog toe was erop gericht om de landbouw zonder grote koerswijziging zo strak mogelijk te laten lopen langs de lijntjes die we zelf als grens hebben getekend, maar zo mogelijk stiekem over die grens te gaan. Om dat te realiseren zijn veel regels nodig en heel veel bureaucratie want die regeltjes moeten nageleefd en gecontroleerd worden. Het maakt van de zo praktisch ingestelde boer een administratieve kracht. Terecht dat niemand daar blij van wordt. Desalniettemin lijkt er geen verandering te komen in de houding van de boerenorganisaties. Dat heeft vooral te maken met het deel van het agrarische complex dat bezig is met winstmaximalisatie en de boer een worst voor houdt. Bij een circulaire bedrijfsvoering in de landbouw, wordt er minder geproduceerd maar met een hogere kwaliteit. Dat betekent dat er meer boeren nodig zijn met minder vee die een hogere prijs voor hun producten moeten krijgen. Veeteelt zonder land zou eigenlijk niet meer mogelijk kunnen zijn. Daar zitten de landbouw-banken, de kalver- en kippenslachters, de zuivelverwerkers, de veevoerindustrie, de stallenbouwers en stallen-’innovators’, de landbouw-chemische industrie etc. etc. helemaal niet op te wachten; die willen een zo hoog mogelijke productie, niet om de boer een goed inkomen te kunnen verschaffen, maar om er zelf schat hemeltje rijk van te worden.

Terwijl Thomas Oudmans ervoor pleit dat de overheid de landbouwers zonder land (kippen, kalveren en varkensmesters) het eerst uitkoopt, vind ik dat uitkopen helemaal niets. Sinds minister Braks in de jaren ’80 weten we dat er een mestoverschot is en dat we er iets aan moeten doen. Elke ‘ondernemer’ heeft daarom op zijn klompjes kunnen aanvoelen dat het produceren van bergen stront op den duur niet houdbaar was en dat er dus ook grote risico’s aan kleefden. Wat mij betreft hoeft niemand uitgekocht te worden, ik wil dat de overheid, en dus wij allen, de rekening leggen bij de vervuilers. Ik stel voor om stevige accijnzen te leggen op kunstmest en veevoer; de bron van het stikstofoverschot. Dat betekent ongetwijfeld het faillissement van landbouwers zonder land. Dat betekent een probleem voor het omliggende agrarische complex, zeg maar alle bedrijven die baat hebben bij een zo groot mogelijke landbouwproductie zonder dat ze zelf in de shit hoeven te zitten. Ondertussen kan de overheid haar (en dus: ONS) geld besteden aan nuttiger zaken.