Ik heb me altijd verzet tegen het idee dat wat uit het Europese parlement kwam, ondemocratisch was. Wetten en regels die Europabreed ingevoerd werden en waar iedereen in Europa zich aan moet houden, leken wat mij betreft democratisch tot stand gekomen. Wij Europeanen hebben gestemd voor een Europees parlement. Iedere stem in Europa weegt even zwaar. Vervolgens worden er wetten ter stemming gebracht en als er een meerderheid voor is, aangenomen. Dat leek mij lange tijd heel erg democratisch. Maar ik ben erop teruggekomen.
Eén van mijn bezwaren is dat Nederlandse partijen zijn opgegaan in fracties met ‘soortgenoten’ uit de andere Europese landen. Maar wat zijn die ‘soortgenoten’ precies? Wat willen ze? Wil de partij waar wij in Nederland op stemmen wel hetzelfde als wat de Europese fractie in zijn geheel wil? Ik weet zeker dat de Europese fracties niet hetzelfde willen als de partij waarop we hier in Nederland kunnen stemmen. Dat kan je al afleiden uit het feit dat bijvoorbeeld D’66 en de VVD in dezelfde fractie zitten terwijl ze compleet anders denken over hoe en wat in Europa. Wil de VVD minder Europa, D’66 is juist voor uitbreiding van de bevoegdheden van Europa. Hoe zit dat dan? Stemt een deel van de fractie tegen en een ander deel voor bepaalde wetten? Voor zover ik weet, gebeurt dat zelden. Kortom; als je CDA stemt, dan stem je ook op de partij van Orban van Hongarije. Het CDA is kritisch op Europa terwijl de partij van Orban eigenlijk tegen Europa is. De Christenunie zit in dezelfde fractie als de Poolse PIS partij. PIS wil optimaal gebruik maken van de energiegrondstoffen waar Polen aan rijk is; steenkool. Met het gebruik van steenkool komen alle milieuafspraken waarvoor de Christenunie zich hard maakt, op losse schroeven te staan. Hoe democratisch is Europa als je niet weet wat de standpunten zijn die de fracties innemen? Als Europa democratischer wil worden, dan zouden we moeten weten waar fracties voor staan en niet Nederlandse partijen want die zijn ondergeschikt aan de Europese fracties.
Een tweede issue met betrekking tot Europa is dat Europa niet voortkomt uit een gezamenlijke geschiedenis, maar meer uit een economische samenwerking. De focus ligt vooral op economie en het wegnemen van handelsbarrières. Een neo-liberaal standpunt. Het wegnemen van handelsbarrières heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de gigantische welvaart die we in Europa kennen. Maar, zoals we de afgelopen decennia hebben moeten ervaren, heeft het neoliberalisme ook een enorme keerzijde. Buitenlandse investeringsmaatschappijen, bijvoorbeeld, investeren in Europese steden massaal in koopwoningen. Deze worden vervolgens voor heel duur geld aan expats verhuurd. Voor de eigen bevolking blijven er geen goedkope woningen meer over. Dat alles in het kader van het ongebreidelde neoliberalisme dat vanuit Europa gepredikt wordt. Dat heeft enorme gevolgen voor de toekomst van de Europese steden. De armen in de steden worden als vanouds beschermd en zullen niet hoeven weg te trekken. De allerrijksten ook niet. Maar wel de enorme middenklasse. Mensen die gestudeerd hebben en een goede baan maar niet direct heel rijk, kunnen niet meer in de steden wonen omdat de huizen onbetaalbaar zijn. De vraag is of wij een stad willen waar de middenklasse niet meer kan wonen. Beleid is moeilijk te voeren door alle neo-liberale regels die betrekkelijk ondemocratisch tot stand komen. Hoe nu verder? En…belangrijker nog: Wat ga ik donderdag stemmen?