Symphonie fantastique op een warme middag in mei

Gehoord en gezien op 27 mei 2018 in het concertgebouw door het Nederlands Philharmonisch Orkest olv Marc Albrecht

Soms was mijn doorgaans beschonken pa nuchter. Dat heb ik van horen zeggen want in de eerste acht jaar van mijn leven heb ik hem nooit dronken ervaren. Voor mijn achtste had ik een geweldige vader…volgens mijzelf, maar wat wist ik ervan? Mijn vader liet me op zijn manier kennis maken met muziek. Dat heeft me geleerd om van muziek te genieten. Ik weet niet of ik het zonder hem niet ook geleerd had, maar met hem in ieder geval wel. We luisterden samen en hij leidde me erbij: Wanneer komt een thema terug; wanneer wordt muziek spannend, wat zijn de verhalen achter de muziek? Vooral de verhalen raakten mij diep. Daarom zocht mijn pa naar verhalende muziek om naar te luisteren. Onder anderen de Symphonie Fantastique van Berlioz. De gang naar het schavot en de dreunende pauken spraken tot mijn verbeelding, maar ook de heksensabbat. Ik zag de lelijke wijven dansen op het graf van de arme kunstenaar met zijn afgehakte hoofd. De kerkklokken, de tuba’s en het geweld maar ook dat waanzinnige klarinetje en de fagotten. Ik wilde de symfonie steeds opnieuw horen en daarom had mijn pa een verassing in petto; we zouden samen naar het concertgebouw gaan om daar de symfonie in het ‘echt’ te horen. Eenmaal in het concertgebouw speelden ze iets heel anders. Iets van Tsjakovski. Ook best mooi, maar geen Symphonie fantastique. Ik verbeet mijn teleurstelling. De zaterdag daarop reden we naar Concerto in de Utrechtse straat en daar kreeg ik mijn eerste grammofoonplaat van dé symfonie en als ik me niet vergis heb ik die nog steeds. Grijsgedraaid in het verleden.

Afgelopen zondag kreeg ik een nieuwe kans om deze geweldige symfonie in het ‘echt’ mee te maken. Veel muziek ga je luisteren, en sommige muziek ga je meemaken. De Symphonie fantastique is een avontuur waar je instapt. Een avontuur met buitensporig veel muziekinstrumenten. Twee en soms drie paukenisten. Kerkklokken. Vier harpen. Het kan allemaal niet op. Sensatie op en top. Deze jongen zat te genieten toen in het vierde deel de bovendeuren van de concertzaal openzwaaiden en achter die deuren zowaar echte kerkklokken stonden. Die moest geluid worden met een zware hamer en gaven een fantastisch geluid. We sidderden in onze stoelen. Ik voelde me tijdens het concert weer dat kleine zesjarige jongetje worden op schoot bij zijn vader. Gelukzalig en beschermd gehuld in de roze wolk van een vermeend verleden. Om eerlijk te zijn over zondagmiddag (ja, zondagmiddag want ik had geen andere keus dan een matinee…dat was vooraf balen doordat het zo’n heerlijk weer was…) het genieten was eigenlijk al veel eerder begonnen. Symphonie fantastique werd na de pauze gespeeld. Voor de pauze twee minder bekende werken die mij net zo goed erg enthousiast maakten.

Het laatste werk voor de pauze was een compositie voor serpent en orkest van de componist Benjamin Attahir. Een fantastisch stuk muziek dat me regelmatig aan de Sacre du Printemps deed denken vanwege de ritmes. Het instrument dat ik slechts vanuit de theorie kende maar nog nooit in het echt gehoord had. Patrick Wibart bespeelde de (of het?) serpent. Een sonore toon met een klank ergens in het gebied van de houtblazers: klarinet, fagot en hobo. Ik vermoed dat we van deze componist nog veel gaan horen en dat hoop ik ook van harte. Maar toen we deze Adh-dhor voor serpent en orkest gingen horen waren we al helemaal enthousiast door het geweldige stemgeluid van de bariton Thomas Oliemans. Hij zong Sechs Momologe aus ‘Jederman’ van Frank Martin.

Ik heb een fantastisch middag gehad in het concertgebouw. Ondanks het mooie weer waarbij je eerder denkt aan lekker fietsen door de bossen dan aan een concert in dat warme concertgebouw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *