Samen met mijn broertje fietste ik op een zonovergoten dag naar de Prins Hendrikkade. In een periode waarin ik wanhopig op zoek was naar de liefde maar het te weinig vond. Zeventien was ik en mijn broertje vijftien. Op de Prins Hendrikkade vermoedde ik een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan mijn grote zoektocht van die dagen. We waren namelijk door onze achterneef uitgenodigd om een meditatie mee te maken op de meditatieboot van Bhagwan Shree Raneesj. Sinds kort was onze neef daar een volgeling van. Johan was Swami Prem Radish geworden en ging in het rood/oranje gekleed. Bovendien droeg hij een amulet om zijn nek. Johan had een speciaal plekje in ons hart omdat hij de eerste homoseksueel was in mijn omgeving, die er open en bloot voor uitkwam en bovendien een heel gewoon maar zeer geliefd mens was. Terwijl ik dit opschrijf besef ik hoe fijn het is dat iedereen nu mag houden van wie je houdt en dat je mag vallen op wie je valt. Deze tijd kent ook wat zegeningen…
Aangekomen op de boot aan de Prins Hendrikkade wist ik me omringd door oranjerood geklede hippies. Voor de meditatie was het de bedoeling om je energie vrijelijk te laten stromen. Dat betekende dat je compleet uit je bol diende te gaan. Eigenlijk wist ik toen al dat Bhagwan tegen mij een verloren strijd voerde; uit je bol gaan en deze jongen passen niet bij elkaar. Helemaal omdat de meditatie voorschreef dat je betrekkelijk lang uit je dak moest gaan. Met hoog springen, hard gillen, armen en benen wild laten bewegen. Na een minuutje of wat vroeg ik me af waar ik in hemelsnaam mee bezig was en toen was het geloof meteen weg. Plichtmatig deed ik mee, want ik wilde niet uit de toon vallen. Na het hele gebeuren werden we getrakteerd op een warrig verhaal van de goeroe himself op video. Het kon mij allemaal niet bekoren. Met spijt keek ik naar de mooie meisjes in oranje soepjurken en ik wist dat ik niets, maar dan ook helemaal niets zou proeven van Gods heerlijkheid…
Ik heb de eerste vijf afleveringen van ‘Wild, wild country’ gezien. Het verhaal van de ondergang van de beweging van Bhagwan. Juist in de periode waar de serie over vertelt, had ik het gevoel dat ik toch iets gemist had. Kunstenaars, intellectuelen, mensen die ik hoog achtte, allemaal trokken ze naar Bhagwan. Door achterneef Johan voelde ik me erbij betrokken maar toch ook weer niet. De serie laat zien dat ik het wel degelijk bij het goede eind had. De door de volgelingen gezochte vrijheid was eigenlijk vermomde groepsdwang; de vrije expressie gekooid in een oranje soepjurk met een goeroe die alles beter wist…
De serie laat zien hoe een maatschappij zich kan ontwikkelen als je je koppie er niet bij houdt en niet altijd ‘vrij’ blijft denken. Wat je ziet is dat een grote groep gelijkgestemden zich bedreigd weet door een boze buitenwereld. Dan sluiten de rijen zich, wordt er een alleenheerser aangesteld, wordt het vijandbeeld aangescherpt en blijkt de vijand niet alleen buiten de groep te zijn maar er ook binnen. Het ontstaan van tirannie, discriminatie (zo je wilt racisme), wantrouwen in een notendop. Mateloos interessant als je zaken als racisme wilt verklaren. Ik raad iedereen aan om deze serie te gaan bekijken. Fascinerend! En nee, ik geef Sheela juist niet de schuld alhoewel zij de kwade genius lijkt. Er zit een Sheela in ieder van ons en mits je over de juiste (of moet ik zeggen: de foute) kwaliteiten beschikt, kunnen we allemaal de ‘goede’ zaak laten ontaarden.