De gamba in de Matthäus Passion

Ik weet niet zeker of ik nog een kleuter was, maar veel ouder zal ik niet geweest zijn toen ik voor het eerst de Matthäus op de televisie zag. Ik viel midden in de tenoraria ‘Geduld’. Minder een tenoraria dan een stuk voor viola da gamba waar ook nog eens bij gezongen wordt. Ik was diep onder de indruk van de baardige gambaspeler. Bach moet helemaal gek op de gamba geweest zijn want wat mooi! Op dat moment wilde ik niets anders dan gamba leren spelen. Ik kan me herinneren dat ik meteen weer afhaakte toen de aria afgelopen was en de evangelist inzette. De Matthäus Passion is niet voor kleine kinderen. Maar die twee gamba aria’s die hadden mijn hart gestolen.

Mijn ma wilde graag dat ik een instrument leerde spelen waarmee je in een orkest uit de voeten kon. Inmiddels was ik de gamba allang weer vergeten en was mijn eerste keus hobo. Geen idee meer waarom ik dat instrument zo graag wilde. Maar het ging niet want mijn bovenlip was te kort en mijn tanden te lang. Daarom koos ik de cello. Geen foute keus want ik heb met verschrikkelijk veel plezier in tientallen orkesten meegespeeld ondanks dat ik veel te lui was om het instrument goed te leren bespelen want ik had altijd wel iets beters te doen dan oefenen op mijn cello.  Juist toen ik net leerde spelen ging ik voor het eerst naar de Matthäus. We hadden ons er goed op voorbereid want jongens wat is dat stuk lang. Niet gewoon lang, maar echt heel, heel erg lang. Met hele erge lange aria’s die als je denkt dat ze klaar zijn gewoon weer overnieuw beginnen. En toen na de pauze het koor van mijn leeftijdgenootjes weg was, zat daar de gambaspeler. En weer raakte ik helemaal in de ban van dat prachtige gambastuk en de zacht raspende tonen van het instrument. Omdat we een piano-uittreksel bij ons hadden zodat we niet alleen de woorden maar ook de muziek konden volgen, zag ik dat een deeltje van de gambasolo toen al voor mij op de cello te spelen was. Thuisgekomen zette ik dat dikke muziekboek op de lessenaar en speelde dat eerste stukje. Daarna klommen de noten naar ongekende hoogte en moest ik afhaken. Maar dat eerste stukje, wat klonk dat bijzonder; uit mijn eigen cello!

Sinds die eerste keer sloegen we nooit meer een passie over. Ook niet toen ik zo’n jaar of vijftien was en ik weer contact kreeg met mijn zeer muzikale, maar immer beschonken pa. Gek genoeg was ik beretrots op hem en ik voelde me een ware prins toen ik samen met hem naar het concertgebouw ging om de Matthäus te horen. Na afloop vertelde hij dat we heus wel een mooie uitvoering hadden gehoord, maar dat de mooiste uitvoering toch wel die van Mengelberg was. Hoe mijn pa het flikte, ik weet het niet, maar voor mijn verjaardag kwam hij aanzetten met een cassette grammofoonplaten met de Matthäus onder leiding van Mengelberg. Eenmaal op mijn kamertje zocht ik meteen naar de aria Geduld en de fantastische gamba. Niet te vinden. Mengelberg vond die gambastukken drie keer niks en sloeg ze gewoon over! Ik was diep teleurgesteld. Ik vond de uitvoering van Mengelberg trouwens nauwelijks om aan te horen. De opname piepte en kraakte. Alles ging tien keer te snel. Aan herhalingen deed Mengelberg niet. Maar omdat ik alles altijd bij mezelf zocht weet ik dit alles aan mijn onbegrip. Ik moest nog even groeien en dan zou ik de uitvoering van Mengelberg vanzelf mooi gaan vinden.

Afgelopen Goede Vrijdag zaten Josien en ik, vergezeld van onze oudste, in het concertgebouw. Het zal niet verbazen welk stuk er werd gespeeld: De Matthäus Passion. Ik heb er al zoveel gehoord, en dit was niet direct de beste uitvoering, maar ook zeker niet de slechtste. Inmiddels heb ik geleerd dat Bach kennelijk niet zo strikt was in het voorschrijven welk instrument bepaalde delen moesten spelen want de aria die ik als eerste door een gamba heb horen spelen, heb ik ook al een paar keer door een luit gespeeld horen worden. Maar dat neemt niet weg dat ik altijd hoop op de gamba. Ook deze keer weer. De gambaspeler zat klaar. Maar nee, deze keer werd ‘Geduld’ uitgevoerd door de cello. Dat had ik dus kunnen wezen die speelde. Als ik goed had gestudeerd en heel veel talent had gehad en conservatorium had gedaan…dan had ik nu, in de herfst van mijn carrière, wellicht… Nee, dus. De gambasolo werd fantastisch uitgevoerd op de cello, maar ik prefereer dat de gambasolo uitgevoerd wordt op…de gamba.

Mijn mooiste uitvoering van de Matthäus? Mengelberg, de Matthäus en ik zijn nooit meer wat geworden. In de jaren negentig werkte mijn schoonzusje bij Ton Koopman. Zij zorgde voor kaartjes in de grote kerk van Naarden bij de uitvoering van Ton Koopman. Die uitvoering werd een echte ervaring. Aria’s die ik toen hoorde zijn me altijd bijgebleven. Countertenor Michael Chance zal ik nooit meer vergeten. Het klinkt haast pathetisch, maar Koopman veranderde voor mij de Matthäus. Nooit meer zo’n mooie uitvoering gehoord.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *