Terwijl ik over de tentoonstelling ‘Hollandse Meesters’ liep in de Hermitage Amsterdam, besefte ik hoe gewoon de schilderijen op mij overkwamen en hoe bijzonder het was dat ik ze nu kon zien. De schilderijen ademen de sfeer van het Rijksmuseum. Dat museum waar ik al zo lang zo vaak kom. De atmosfeer in de schilderijen die de Hermitage van Sint Petersburg uitleende verschilt natuurlijk niet veel van de schilderijen die hier hangen. Daarom klopt het voor mijn gevoel zo goed dat de tentoongestelde schilderijen weer even ‘thuis’ waren. Ik was diep onder de indruk. Wat een prachtige werken hangen er. Niet alleen de Rembrandts zijn uniek. Bijna elk schilderij is bijzonder. Is het niet vanwege zijn kunsthistorische waarde, dan wel vanwege de historische waarde. Neem bijvoorbeeld een schilder als Gerrit Berckheyde. Had ik nooit van gehoord. Ik denk dat ik niet de enige ben, zelfs niet onder zeventiende-eeuwse kunstliefhebbers. Maar van Berckheyde hing een doek met de achterkant van het Paleis op de Dam daterend van luttele jaren nadat het paleis, als stadhuis, was opgeleverd. Doorgaans vinden we het paleis terug op schilderijen vanaf de Dam. De plek waar zo’n beetje alles plaatsvond en zeker niet vanaf de Nieuwezijds Voorburgwal. In die tijd nog een gracht waarboven Atlas zijn vervaarlijke wereldbol torste. Heel bijzonder.
De gratis audiotour werd ingesproken door Jan Six en Geert Mak. Een fantastische keuze en het laat meteen zien wat er zo interessant is aan deze tentoonstelling: Enerzijds de onschatbare kunsthistorische waarde waarover Jan Six zo boeiend kan vertellen en anderzijds de historische waarde, waarvoor we commentaar kregen van Geert Mak. Jan Six associeer ik ogenblikkelijk met Rembrandt en het mooiste portret dat Rembrandt ooit gemaakt heeft, namelijk het portret van Jan Six, die verre verre voorvader van de huidige eigenaar van het schilderij dat een kort poosje in het Rijks heeft gehangen; Jan Six. Bij het portret van een oude Jood van Rembrandt verklaarde Jan Six wat mij bij het portret van Jan Six (destijds in het Rijks) was opgevallen; Rembrandt schildert de gezichten bijzonder scherp en nauwgezet en bovendien op een manier waarop je het gevoel hebt dat de geportretteerde zo uit de lijst kan stappen. Maar kijk je heel kritisch naar de rest, dan zie je dat het vage penseelstreken zijn. Je hebt het gevoel dat je naar een fijnschilder zit te kijken die de focus heeft gelegd op het hele schilderij, maar kijk je goed dan zijn er twee lagen; datgene waar Rembrandt de nadruk op wil leggen en alles daar omheen. Dat viel mij vooral bij het portret van Jan Six op in de manier waarop de knopen op diens jas waren geschilderd; een verfstreep en meer ook niet. Ook de handschoenen zijn niet meer dan dat. Dit typische van de Rembrandtstijl – die je ook terugvindt bij de oude Fans Hals, trouwens – legt Jan Six uit bij het portret van een oude jood. Het gezicht en de handen van de man krijgen de focus. Rembrandts meesterschap blijkt juist hoe hij de man schildert buiten die focus. Grove streken die je de illusie van fijnschilderkunst geven, maar het echt niet is. Het brengt de focus nog nadrukkelijker op de delen waarop hij het wil. Rembrandt dwingt als het ware, je te kijken naar dat wat hij wil. De wallen onder de ogen, het slaphangende vel. De borstelige baard en de ogen die turen in zijn eigen ziel. En de handen. In elkaar gevouwen. Alsof die handen weergeven dat ze eindelijk rust gevonden hebben. De rest van het schilderij neem je waar en vul je bijna zelf in.
Dit kunsthistorische verhaal wordt aangevuld door Geert Mak. Aan de baret ziet Mak dat het hier om een ashkenazische jood gaat. Hij vertelt dat in de periode dat het schilderij ontstond er een joodse vluchtelingenstroom op gang was gekomen vanuit Oekraïne. Daar werden verschrikkelijke pogroms gehouden tegen de joodse bevolking. Geert Mak ziet vooral de angst in de ogen van de man; het doorstane leed. Bovendien ziet hij dat Rembrandt in die periode vlakbij de oude jodenbuurt woonde en dat hij de man zo van straat had kunnen oppikken.
Hoewel je van de ongemakkelijke audiotour makkelijk oorpijn krijgt, en de verhalen behoorlijk uitgebreid zijn, zijn ze mateloos interessant. Daarom is het ook zo leuk dat je op het eind van de tentoonstelling je audiotour in een lezer mag stoppen. Geef je dan je e-mailadres op, dan worden je de verhalen, met de tijd hoe laat je ze beluisterd hebt, plus plaatjes van de schilderijen, toegestuurd. Fantastisch! Ik heb er thuis nu ook plezier van.
Twee Rembrandts verdienen zeker nog aandacht. Als binnenkomer op de tentoonstelling, nog voor je de eerste zaal binnenloopt hangt een heerlijk portretje van een jonge vrouw die haar oorbellen indoet. Wat mij betreft één van de hoogtepunten. Het hangt er vrijwel zonder uitleg en zelfs Jan Six en Geert Mak laten verstek gaan. Zo beschouwt hangt ze er moederziel alleen. Rembrandt moet uitzinnig verliefd op haar zijn geweest. Wat een portret. Uitdagend kijkt ze de wereld in; jong en vol verlangen.
Een ander portret is natuurlijk het portret van zijn nog piepjonge vrouw Saskia, als Flora. Eén van de liefste gezichtjes die hij ooit geschilderd heeft. Wat het genie nog niet beheerste, maar zo fantastisch deed in zijn latere jaren, was de focus leggen op datgene wat het belangrijkst was. Ook in dit geval het gezicht en de beschermend op haar bollende buik gelegde handen. Rembrandt heeft in dit schilderij nog alles de focus gegeven. Daardoor staan de bloemen stijf en statisch op haar hoofd. Hij heeft er als beginnende schilder, zo te zien, uren aan staan prutsen maar het heeft juist het tegenovergestelde opgeleverd. Alleen daarom al is het een bijzonder portret in de ontwikkeling van de schilder. Maar hoe dat gezicht is weergegeven weet je al dat de man minstens geniaal moet zijn geweest.
Er hangen op de tentoonstelling zo verschrikkelijk veel mooie en interessante schilderijen dat ik het haast onbeleefd vind om niet ook die andere doeken van commentaar te voorzien. Ik denk dat je het best zelf die tocht naar het museum kunt maken. Ik was behoorlijk onder de indruk! En terwijl ik dit laatste zinnetje typ denk ik aan het aan haar tenen pulkende blote meisje van Gerard Dou en het portret van Arent de Gelder en aan zo veel meer moois.
Ga zolang het nog kan want wacht je te lang, dan moet je naar Sint Petersburg en krijg je de uitleg in het Russisch…