Helaas heb ik al een hele tijd niet meer geschreven. Mijn hoofd stond er niet naar. Ik had veel te veel te doen en vooral, veel te veel aan mijn hoofd. We zijn namelijk de afgelopen week weer terugverhuisd naar ons ‘eigen’ huis. Dat deden we afgelopen woensdag. Tot woensdag was het inpakken geblazen. Doos na doos hebben we gevuld. Stapels dozen. Tot aan het plafond. Naarmate we meer van onze huisraad in dozen hadden gestopt en kasten hadden afgebroken, raakten we steeds meer ontheemd. Waar woon je nog als alles zit ingepakt. De stress toen dé datum naderde en we ondanks onze ontheemding (omdat alles ingepakt zat), we toch ook nog een hoop spullen, noodzakelijk voor de eerste levensbehoeften, niet ingepakt hadden. De laatste dagen schroefden we de inpakwerkzaamheden nog eens flink op.
En toen stond de verhuizer er. Vier stoere mannen. Ze namen het heft over. We hadden niets meer over onze spullen te zeggen. Hun taak was het om alles van het ene huis naar het andere huis te brengen. Een verhuislift voor het raam en vervolgens werd alles door het raam getild. Onze spullen zwevend tussen hemel en aarde. Feitelijk hadden we er niets meer over te zeggen totdat het goed en wel in ons nieuwe huis stond. We konden beter uit de buurt blijven en hun niet voor de voeten lopen. Dat lieten de stoere mannen ons ook weten. Maar wat doe je op zo’n dag dan wel. Even ben je dakloos. Even… Je voelt je zo kwetsbaar met al je spullen geladen in vrachtwagens…Niet in het ene huis, maar ook nog niet in het andere huis. Verhuizen is een stressvolle gebeurtenis. Dat is zeker.
Eergisteren, afgelopen zaterdag dus, kwamen de zonen en aanhang op bezoek. Dat wilden we ook. Gaf ons een extra stimulans om keihard door te pakken en voor alles een nieuw plaatsje te vinden. Uiteindelijk zaten wij, plus zonen aan de tafel die op een plek stond waar ze een deel van hun jongensjaren hadden doorgebracht. En alles ontspande. Zo ontspannen en thuis hadden we ons met z’n allen lang niet gevoeld. En ja, niet alles was hetzelfde. Nieuwe meubels, meubels op een andere plek, maar toch…het voelde voor hun thuis maar ook voor ons. Thuis in een nieuw huis. In een huis voorzien van allerlei (soms nog maar matig werkende) nieuwigheden. Zoals een geluidloze afzuigkap. Vloerverwarming. Inductieplaat of internetbekabeling door het hele huis…
Er is een eind gekomen aan het verhuisleed. Na zes jaar. Een kleine zes jaar, maar toch heel erg lang. Zes jaar geleden kregen we definitief het nieuws dat de renovatie van onze woningen doorging. Sindsdien hebben we eerst gezocht naar een koophuis omdat het ons nog niet duidelijk was of we in ons eigen huis konden blijven wonen. Daarna het inpakken voor de heenreis en de verhuizing naar onze tijdelijke bovenwoning. Drie jaar hebben we daar gewoond met het idee dat we binnenkort (en dat werd steeds weer uitgesteld) weer terug konden verhuizen. En toen kregen we dus, eindelijk het bericht dat we weer terug konden.
En zover is het dus gekomen. Ik zit in mijn eigen studeerkamertje. Helemaal ingericht. Helemaal klaar. Helemaal? Nee, nog vier dozen staan er. Die moeten nog uitgepakt. Samen met nog een aantal andere dozen elders in ons huis. Dan komt de verhuizer om zijn dozen weer op te halen en is al het leed voorbij:
Nooit meer verhuizen. Nooit meer! (of is het: Zeg nooit nooit)?