Ik maak er geen geheim van, ik vind dat als je een dier slacht, je het van kop tot kont dient te gebruiken. Ik vind dat je daarmee recht doet aan het feit dat je een leven neemt. Je hoeft niet sentimenteel te zijn; we houden nou eenmaal dieren om ze op te eten. Vlees bevat goede voedingsstoffen en bovendien is het heel erg lekker. Maar…een dier doodmaken en dan de helft weggooien, dat vind ik niet kunnen.
Ik erger mij bijvoorbeeld aan kipfilet. Een aangeleerde smaak. Kipfilet is lekker… volgens Nederlanders. Er schijnen weinig landen te zijn waar zoveel kipfilet wordt gegeten als in Nederland. Als we op ons koopgedrag af zouden gaan, dan zouden er tonnen heerlijk kippenvlees weggegooid worden. Mensen willen kipfilet in Nederland, en geen kippenpoten, om maar iets te noemen of, gewoon, een hele kip. Mijn moeder had het vroeger niet over kipfilet, maar over kipbiefstuk. De kipfilet als het meest exquise stukje vlees aan het beest. Terwijl dat het echt niet is. Om kipfilet lekker klaar te maken, heb je wel wat keukenervaring nodig. Overgaar verandert het vlees in droog, touwig, moeilijk weg te slikken vlees. Niet goed gaar, daarentegen, is niet gezond voor je. Kipfilet moet je leren klaarmaken. Elk ander vlees aan de kip is stukken makkelijker. Een poot kan je gerust een uur laten stoven en dan is het nog steeds heerlijk. Mode heeft bepaald dat kipfilet het jé van hét is van de kip. De rest van het beest zouden we het liefst weggooien. Gelukkig is het zo dat elders, in andere delen van de wereld, alles aan de kip populair is…behalve de kipfilet. Zo kunnen we ruilen! Een gelukkie bij een ongelukkie! Koks hebben, zeker in het verleden, de neiging om kipfilet op de kaart te zetten. Daarom geeft het ons nog steeds een gevoel van luxe. Heel anders dan dat je een botje moet afkluiven.
Televisiekoks zijn een bepalende factor in de ontwikkeling van onze smaak. Eén zo’n televisie kok is Pierre Wind. Doorgaans is zijn smaak, mijn smaak. Sinds hij een serie maakte over eten en Japan, kan hij al helemaal niet meer stuk bij mij. Vooral toen hij zichzelf in een Japans culinair lustoord liet filmen. In toenemende dronkenschap omdat hij na elk uitgebalanceerd hapje een glaasje sake diende te drinken. Moedig…en grappig.
Maar gisteren zat ik naar YouTube filmpjes te kijken. Daar kwam ik Pierre Wind tegen in een filmpje van het consumentenprogramma ´Kassa´. Helaas viel Pierre toen door de mand. In een item over verse broodjes bij tankstations bestelde hij een broodje makreel. Bij de beoordeling merkte Wind op dat er aan het makreelvlees een donker stukje zat. Dat had de maker van het broodje moeten wegsnijden, want dat was niet lekker… Sjonge. Is dat zo? Een makreel bestaat uit verschillende delen. Je hebt het witte deel; beetje droog. Je hebt het vette deel langs de buitenkant; erg lekker maar ook een beetje glibberig. Tenslotte heb je een stuk donkerder vlees. Vetter dan het witte vlees maar juist zonder dat glibberige in van dat vette stuk. Dat donker stuk heeft een iets uitgesprokenere smaak. Wit, vet en donker vlees vormen samen een fantastische harmonie. Een heerlijke vis! Wil Pierre Wind ons nou wijsmaken dat we een verrukkelijke deel van de makreel moeten weggooien?
Sorry! Ik zeg het niet graag, maar Pierre Wind valt me erg tegen! Als je een makreel stoomt, eet je hem van kop tot kont! En het is nog lekker ook. Heel lekker. Laat je niets wijsmaken door Pierre Wind!