Slavernij

In veel Nederlandse discussies komt men al snel terug op de slavernij. In het verre verleden heeft Nederland veel geld verdiend aan de handel in mensen. Dat ging volgens de regels van de handel; bij de producent werden de mensen voor een prikkie gekocht, en elders in de wereld voor duur geld verkocht. Handel is handel, dacht men toen. De geur van geld prikkelde toen nog heel aangenaam de neus. Zo zat dat. De moraal van toen stond dat volledig toe. Er was wereldwijd nog nooit iemand met enig gezag geweest die slavernij inhumaan had gevonden. Of onethisch; het was zoals het was. Als je iets of iemand kocht (en het dus te koop werd aangeboden) en jij betaalde ervoor, dan was het je eigendom. Klaar!

In de loop van de negentiende eeuw zijn we daar heel anders over gaan denken in West-Europa. Men ging mensen als individuen zien en men bepaalde dat een mens nooit eigendom kon zijn van een ander mens. Sindsdien is dat principe het kompas waar we op varen wat de slavernij betreft. In de negentiende eeuw hebben de Europeanen als eerste in de wereldgeschiedenis bepaald dat slavernij inhumaan is en dat het met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Daarmee heeft de mensheid een grote stap gezet. Ook een moedige stap, want het stuitte op veel verzet. Mensen raakten een deel van hun rijkdom kwijt en daar houden mensen niet van…

De Surinaamse en Antilliaanse bevolking heeft voor een groot deel slaven als voorouders. Een groot deel van de mensen die in Suriname en de Nederlandse Antillen leefden in de geschiedenis, werden in Afrika op boten geladen en onder onmenselijke omstandigheden naar de Nederlandse plantages gebracht. Men spreekt van een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis. Ik ook. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat mensen van toen op geen enkele manier het idee hadden dat ze iets fout deden. Nu, terugkijkend op die periode, voelen we het alsof alles fout was wat ze toen deden.

Van alle (ex-)slaven leeft niemand meer. Van alle slavenhouders is iedereen ook inmiddels dood. Niemand hoeft zich daarom meer schuldig te voelen en niemand is meer slachtoffer; we zijn mensen naast elkaar. Maar helaas, zo zit de wereld niet in elkaar: Zodra er iets is met huidskleur dan komen de sentimenten bovendrijven. Nazaten van slaven voelen zich (onterecht) slachtoffer en nakomelingen van slavenhouders voelen zich (onterecht) schuldig. Sylvana Simons en Sunny Bergman zijn uitstekende vertegenwoordigers van beide zijden.

Vandaag is de slavernij index uitgekomen. Deze index geeft de stand van zaken weer van hoe het op dit moment zit met de slavernij. Wat meteen opvalt is dat het in de negentiende eeuw ontstane morele kader, in West-Europa nog steeds onherroepelijk van toepassing is. Er zijn nauwelijks slaven en bovendien neemt de overheid veel maatregelen tegen de (illegale) slavenhouders. Dat in tegenstelling tot veel delen in de rest van de Wereld. Als we landen zouden moeten mijden waar slavernij nog heel gewoon is, dan kunnen we ons met goed fatsoen niet meer in India, Pakistan en Bangladesh vertonen. India staat vierde op de lijst van landen met de meeste slavernij. Alleen Noord-Korea, Turkmenistan en Cambodja zijn erger.

Kijk zelf maar hoe slaaf-vrij je vakantieland is