Ik heb er al eens eerder over geschreven, de tentoonstelling Catwalk in het Rijksmuseum. Over de deur die toen voor mij gesloten bleef en dat ik erachter kwam dat ik slechts vriend van het Rijksmuseum hoefde te worden, om wel toegelaten te worden tot de try-out. Dat heb ik tweede paasdag dus even overgedaan. Ik ben naar de tentoonstelling geweest. Mijn museumjaarkaart bleek voldoende; ik hoefde geen vriend van het Rijksmuseum te worden, hoewel ik dat van nature toch ben. Het bleek een meisjestentoonstelling. Geen kwade woorden over meisjes, maar neem me niet kwalijk, ik voelde me een vreemde een in de bijt.
De tentoonstelling was drukbezocht. Het was dan ook een mazzeltje dat ik een vrije stoel zag naast de catwalk. Langzaam trokken de jurken aan mij voorbij. Ik probeerde te achterhalen waar ik naar keek want voor mij is een jurk een jurk. Enne…als een jurk op een jurk lijkt, dan is het voor mij een jurk. De modieus geklede dames rechts en links van mij, vertrokken. Ik had mijn kookoverhemd nog aan. Daar was ik, voor het paasavondmaal de vorige dag, flink in van leer getrokken. Voorzichtig probeerde ik de geur te vangen die ikzelf uitstiet. Ik kon niets ontdekken.
Links van mij ging dochter zitten en rechts moeder. Ondertussen trokken de jurkjes nog steeds aan mij voorbij. Moeder en dochter hadden eigenlijk gehoopt naast elkaar te kunnen zitten. Ik overwoog om voor te stellen dat ik een plekje opschoof maar het momentum was zonder actie voorbijgegaan. Door, over en langs mij heen ontstond een geanimeerd gesprek over de gebruikte stoffen. Voelde niet fijn. Ik maakte dat ik wegkwam. Zodra ik weg was kropen moeder en dochter bij elkaar; blij dat die dikke kerel opgehoepeld was.
Ik liep verder maar moest regelmatig inhouden voor vrouwen die selfies maakte voor een mooie jurk. Waar je lol in hebt! Gelukkig waren er ook jurken waar ik wel voor gekomen was; de jurken die de vrouwen van Louis Couperus droegen. Hooggesloten en slepend over de grond. Een jurk die koud beschouwd vrij seksloos was, ware het niet dat het figuur van de inzittende vrouw, vrouwelijk geaccentueerd werd. Met hulpmiddelen, weliswaar, maar geaccentueerd. Bij de Couperus jurken vooral de billen. De jurk had een soort van staart. De vrouw in de jurk krijgt daardoor een ‘s’-figuur.
Ik wilde de Eline Vere jurk met eigen ogen aanschouwen en voelen hoe ze onbegrepen door haar Haagse huis schreed. Ik wilde de sfeer proeven van de kopjes thee waaraan ze nipte samen met Frederique. Die sfeer! Dat gevoel komt pas echt los naast een jurk die Eline Vere aangehad kon hebben. Ik wilde eventjes terug naar de tijd dat ik veel Couperus las en dat ik er met Chi tot diep in de nacht over doorkletste. Ik mis hem vaak, Chi; mijn veel te vroeg overleden vriend.
Daarna ook nog een paar fantastische achttiende -eeuwse jurken. Twee meter breed! Vrouwen moesten in zo’n jurk zijwaarts door de deur! Daar heb ik wel even bewonderend naar de stof gekeken. Wat een rijkdom!
Maar toch…voor mij blijft een jurk een jurk.