Af en toe wens ik dat er meer lef in mij zit. Lef om mijn angsten te overwinnen. Dingen zouden dan bereikbaar voor mij worden, die ik nu alleen kan dromen. Goed om het hier eens in alle open- en eerlijkheid over te hebben. Mijn hoogtevrees. Dat heb ik dus. Ik heb er heus vorderingen mee gemaakt. Ik doe veel om het te overwinnen. Ik durf per slot in het vliegtuig bewust te denken aan het feit dat er tussen het vliegtuig en de grond een paar kilometer lucht zit; en dat verontrust mij niet. Nou ja, nauwelijks.
Laatst kon je via stalen trappen naar een podium klimmen naast het hoogste puntje van de Oude Kerk in Amsterdam. Die trappen waren als een soort stijgers aangelegd. Dat ging me dus een stapje te ver. Door de treden van de trap heen, kon je de grond blijven zien. Bovendien zagen die trappen er niet stabiel uit; het bleef een soort steiger. Ik had wat graag daarboven gestaan en rondgekeken over de Wallen en het oudste stukje van Amsterdam. Maar helaas, dat heb ik me moeten onthouden.
Ik heb hoogtevrees. Ik draai er niet omheen. Tegelijkertijd vind ik hoogtes fascinerend. Ook als ik op de grond sta. Ik kom bijvoorbeeld graag in kathedralen en kerken. De eerste stap in een kathedraal is voor mij adembenemend. Vroeger moest ik diep ademhalen om de deur van een kathedraal open te duwen en de immense ruimte in te stappen. Vooral de hoogte van het schip deed mij duizelen. Tienduizend kathedralen en kerken verder is dat ruimtegevoel gesleten, maar ik voel het nog steeds.
Van veel kathedralen kan ik mijn eerste stap over de drempel nog goed herinneren: De Kathedraal van Chartres was denk ik, de eerste. Mijn adem stokte toen ik als twaalfjarig jongetje de gigantische ruimte instapte. De hoogte; de schemering in de kerk; de kleuren van de ramen. Fantastisch! Ook de eerste keer in de Hagia Sofia in Istanboel was een heerlijke thrill. Met die enorme koepel daar hoog boven je. De gigantisch ouderdom van het gebouw! Men was de koepel aan het restaureren toen. Ik kon me er niets bij voorstellen dat mensen daar, tegen het plafond geplakt, hun werk deden. Zelfs niet toen ik (want dat is daar mogelijk) een verdieping hoger was gelopen.
Maar aan de buitenkant…en dan helemaal langs de buitenkant naar boven klimmen, naar de torenspits van een kerk of kathedraal…nee dat gaat deze jongen niet doen.
Een aantal jaren geleden kregen we een rondleiding door de kathedraal van Den Bosch. Dat was in het kader van onze (fantastische!!) fietstocht naar Santiago de Compostella. Eén van de leukste dingen van deze kathedraal bleek niet binnen te zitten, maar juist aan de buitenkant; de mennekes. Op de luchtbogen aan de buitenkant van de kathedraal zijn beelden van mannen geplaatst. Ziet er fantastisch uit. Maar wel ver weg dus, want tientallen meters boven de grond. Nu is er de kans om die beelden van dichtbij te zien. Je kan via trappen (net zoals kortgeleden bij de Oude Kerk) naar boven klimmen en de mennekes van dichtbij in het gezicht zien. Een enorme kans dus. Toch…ik moet die kans laten schieten…gaat me niet lukken. Hoogtevrees. Of ga ik mezelf overwinnen?