Categorie archieven: columns

De Paasheuvel

Op dit moment bivakkeer ik, in mijn eentje in Vierhouten. Twee nachtjes in een hotel, zodat ik een hele dag kan fietsen. Die ‘hele’ dag fietsen is voor de helft voorbij. Het werd een ochtend fietsen, en daarna was deze jongen moe. Bovendien is het warm en klam. Dus zit ik nu in de tuin van het hotel te typen. Vierhouten is de plek waar mijn oma regelmatig naartoe ging. In ieder geval in 1934. Met Pinksteren was ze er voor het grote herdenkingsfeest op de Paasheuvel. Ik heb haar toegangspas van destijds eventjes in bewaring. Ook deze AJC-toegangspas was, zoals bijna al het AJC-drukwerk, uiteraard ontworpen door Fre Cohen. Mijn joodse socialistische oma moet hier op de Paasheuvel vaak geweest zijn. Naar verluidt heeft ze er de tijd van haar leven gehad. Al haar vriendinnen zaten bij de AJC. Ze leerde haar man kennen bij de AJC. De AJC was haar leven. Het absolute centrum van de AJC lag op de Paasheuvel in Vierhouten. Toen oma eind 1943 begin 1944 moederziel alleen door Amsterdam zwierf, moet ze vaak aan haar tijd op de Paasheuvel in Vierhouten gedacht hebben. Ze ging van het ene onderduikadres naar het andere. Haar man had ze verloren – hoewel ze niet wist of hij leefde of dood was – en haar kind – mijn moeder – had ze ‘ergens’ in bewaring gegeven. De Paasheuvel symboliseerde voor haar ongetwijfeld het goede in het leven.

Maar, zo lees ik vandaag, de Paasheuvel was in die tijd ingenomen door de Duitsers. Ze hadden er een ss-hoofdkwartier ingericht. Iets geheel en al de Paasheuvel-onwaardigs. Vanochtend fietste ik naar het ‘Verscholen dorp’. In het hotel waar ik logeer hebben ze er een kleine tentoonstelling over ingericht. Onderweg ernaartoe kwam ik langs een gedenkplaats waarbij de naam van de Paasheuvel negatief naar voren kwam. Ik denk dat ik heb kunnen reconstrueren wat daar op die gedenkplaats gebeurd is en hoe de Paasheuvel erbij betrokken was…

In 1944 gingen twee Landwachters (twee politieachtige NSB’ers, dus) in de bossen bij Vierhouten jagen. Op dieren en dus niet op joden. Op een brandgang tussen twee bospercelen, zagen ze iemand die water had getapt bij een pomp. Een pomp, midden in het bos. Ze konden de watertappende man te pakken krijgen en vroegen hem naar de pomp. Een pomp voor jagers en boswachters, probeerde de ongelukkige de Landwachters wijs te maken. Deze ontdekking van de pomp door NSB’ers zorgde voor groot alarm bij nazi’s op de…Paasheuvel en bij een stel ongelukkigen. Vlakbij zaten namelijk ongeveer honderd mannen, vrouwen en kinderen verstopt in nauwelijks bovengrondse hutten voor een regime dat hen naar het leven stond. Iedereen maakte dat hij wegkwam. Acht mensen lukte dit niet. De eerste werd ter plekke, tijdens de arrestatie doodgeschoten. Het hart van zijn vrouw, die het voor haar ogen zag gebeuren, moet ter plekke gebroken zijn. Ze overleed niet meteen. De zeven overgeblevenen werden naar de Paasheuvel(!!!) gebracht en in de kelder opgesloten. Daar overleed de echtgenote van de doodgeschoten man. De zes anderen werden naar een plek in het bos geleid. Ze werden op een rijtje gezet en moesten een kuil graven. Er zat een jochie van zes tussen. Wisten ze dat de kuil die ze groeven, hun graf zou zijn? Ik denk het wel. Hoe graaf je je eigen grafkuil? Wat gaat er dan door je heen? Heeft dat kleine jochie ook zijn eigen kuil moeten graven? Dat wordt niet verteld.

Wat dachten de soldaten, SS’ers, NSB’ers of wie het dan ook waren. Wat dachten ze dat er stond te gebeuren als de kuilen diep genoeg waren. Waar dachten de toekomstige daders aan? Aan ‘slachten’? Aan straffen? Aan een goede daad verrichten? Ik weet het niet. Ik kan het aan niemand meer vragen. Zomaar mensen doodschieten omdat het toevallig joden zijn… Een jongetje van zes een pistool op zijn hoofd zetten en de trekker overhalen… Zo makkelijk doe je dat niet. De daders moeten hun slachtoffers op de een of andere manier ontmenselijkt hebben. Ik begrijp er helemaal niets van en hoe ouder ik word des te moeilijker wordt het me om het me voor te stellen.