Leonard Cohen – Het geheime akkoord in Hallelujah; Deel 4  

You say I took the name in vain 
I don’t even know the name 
But if I did, well, really, what’s it to you? 
There’s a blaze of light in every word 
It doesn’t matter which you heard 
The holy or the broken Hallelujah 

Op mij komt het derde couplet over als ruzieachtig. De eerste regel zie ik als een verwijt. Iemand – een vrouw? – zegt tegen de dichter dat hij de naam ijdel gebruikte terwijl hij die hele naam niet kent, bovendien, als hij die naam wel had geweten, wat ging dat die ander dan aan? Het gaat hier om Cohen’s relatie en zoektocht naar God wiens naam men niet ijdel mag gebruiken. Voor het woord ‘ijdel’ ken ik eigenlijk geen goed woord. ‘Misbruik’ komt er misschien dicht bij. ‘Maar misbruik Zijn naam niet’ vertelde de bond tegen het vloeken op posters op de stations. De naam ‘ijdel gebruiken’ ken ik van het 7e van de 10 geboden in de statenvertaling: Gij zult den naam des HEEREN uws Gods niet ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn naam ijdellijk gebruikt. Maar de dichter antwoordt op het verwijt: Hoe kan ik de naam ijdel gebruiken als ik die naam zelf niet ken? De dichter is op zoek naar de betekenis van iets voor hemzelf dat hij een naam wil geven (God?). Niemand kan een oordeel hebben over die zoektocht want het is een individuele zoektocht. Toch deelt hij zijn woorden met de wereld en verlicht hij de wereld met zijn woorden. Daarom doet het er niet zo toe of je het heilige of het verdoemde ‘hallelujah’ hoorde. In het derde couplet heeft hij het over zijn individuele zoektocht naar God waar hij als dichter verslag van doet. Leonard Cohen als de lofliederen schrijvende bijbelse koning David. Die beroemde zanger/dichter/koning die zich slechts liet afleiden door de overweldigend begeerlijke Batseba. 

I did my best, it wasn’t much 
I couldn’t feel, so I tried to touch 
I’ve told the truth, I didn’t come to fool you 
And even though it all went wrong 
I’ll stand before the Lord of Song 
With nothing on my tongue but Hallelujah 

In het laatste couplet is de toon verzoenender en probeert hij (aan haar?) uit te leggen wat er mis is of wat de oorzaak is van zijn falen ten opzichte van ‘You’. De ‘You’ is volgens mij een, of de vrouw. Het blijkt te maken te hebben met zijn zoektocht naar die ‘naam’ – God – uit het derde couplet. Daardoor kan de dichter iets niet voelen en probeert hij het aan te raken. Ik denk dat je het in dit geval zo moet interpreteren dat de dichter geen liefde voelt maar wel de overweldiging. Omdat zij daar kennelijk een ander gevoel over heeft, verdedigd hij zich. Hij heeft de waarheid gesproken en dus heeft hij haar nooit bedrogen. Maar ondanks dat als alles (in de liefde) fout is gegaan, staat de dichter voor zijn muze, de Dichters-God, met niets anders om te zeggen dan Halleluja (prijs de Heer).  

De song ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen past prima in de rest van zijn oevre; Hij is er gek op om zich door vrouwen te laten overweldigen, maar wil zich niet binden. Het is een individueel pleidooi voor de vrije liefde. Andere voorbeelden uit zijn oevre? 

So long Marianne: 
Well you know that I love to live with you, 
but you make me forget so very much. 
I forget to pray for the angels 
and then the angels forget to pray for us. 
 

Hey, that’s no way to say goodbye: 
But now it’s come to distances and both of us must try 
Your eyes are soft with sorrow 
Hey, that’s no way to say goodbye 

Etcetera! Dat geheime akkoord mag dan wel in de bijbel genoemd worden en David zal dat best gespeeld hebben en de ‘Lord’ mag dat ook plezierd hebben, maar het is absoluut niet ideaal, aldus Leonard Cohen.