Mijn grootvader en Hollandia Kattenburg deel 6: De razzia

In het zesde deel van dat gigantische werk van professor De Jong over Nederland en de Tweede Wereldoorlog komen we de catastrofe van Hollandia-Kattenburg tegen. Ook wat eraan vooraf ging en hoe het uiteindelijk uitpakte. Hoewel onze Martha in zijn boek niet bij naam en toenaam wordt genoemd en zeker niet haar leeftijd van destijds, erkent De Jonge wel de cruciale rol die ze speelde. Ondanks haar beruchte rol, erodeerde haar naam weg in de loop van de tijd. Net als de namen van ‘haar’ slachtoffers. Zie de herdenkingszuil op het IJplein…wie kijkt daar nog naar? Martha Korthagen komt voor in weinig verhalen. Hier, op mijn website, en heel soms in een artikel of op een andere website, doemt ze nog een keertje op. Dan weer als de duivel zelve, dan weer als dat naïeve twintigjarige meisje; meer slachtoffer dan dader. Ik denk toch meer aan slachtoffer. Aan de andere kant rust het noodlot van een slordige negenhonderd mensen op haar frêle schoudertjes. Dat is niet niks…

Martha Korthagen

Op het onderduikadres van Sally Dormits vonden de nazi’s in oktober 1942 de ledenlijst van zijn communistische Nederlandse Volksmilitie. De tweehonderd mensen op die lijst werden gearresteerd en naar een schoolgebouw aan de Mathenesserdijk in Rotterdam gebracht dat toen even als kazerne dienst deed. Daar ging men niet bepaald zachtzinnig met de arrestanten om. Naar verluidt was de vloer zo smerig geworden dat de Sicherheitsdienst met een Jodin de vloer dweilden. Dat tot groot plezier van de daar aanwezige nazi’s. Naast de ledenlijsten vond men op dat onderduikadres dus ook dat notitieboekje met daarin de naam van Martha Korthagen.

De verhalen over wat er vervolgens gebeurde met Martha lopen wat uiteen. Volgens de ene bron werd de hele familie Korthagen in een auto geladen en naar Scheveningen gebracht, volgens een andere bron alleen Martha. De ene bron spreekt van een verhoor van zes uur terwijl Martha voortdurend uitzicht had op de binnenplaats waar haar familie stond. Zij zouden klappen hebben gekregen als Martha het ‘verkeerde’ antwoord gaf. De andere bron (Loe de Jong, dus) maakt het wat minder dramatisch; de nazi’s dreigden haar dood te schieten als ze niet ‘de waarheid’ zou vertellen. En dus bekende ze dat ze een tijdje bij Hollandia Kattenburg had gewerkt en dat ze daar de communistische leden van de NVM kende en ook de andere socialistische agitatoren… Dit was een spekkie naar het bekkie van Rauter, de opperbaas, en voor Wölk, de onderbaas, die de NVM operatie leidde. Eindelijk kreeg Rauter de mogelijkheid om van een aantal mensen met een Sperr af te komen; om zijn treinen vol naar het oosten te laten rijden; om van wat Rüstungsjuden af te komen.

Op 11 november 1942 werd de Hollandia-Kattenburg fabriek hermetisch afgesloten. De joodse medewerkers werden volgens de verhalen, hardhandig van de niet-joodse medewerkers gescheiden. Vervolgens werden de joodse werknemers langs een luik gevoerd waarachter Martha zat. Zij gaf aan wie van de joden actief socialist of communist was. Alle joodse medewerkers werden weggevoerd. De socialisten en communisten naar de strafgevangenis van Scheveningen de anderen naar Westerbork. Mijn grootvader, die nooit mijn opa werd, bracht men naar Scheveningen; hij was, net als mijn oma, zeer enthousiast lid van de AJC; een socialist in hart en nieren. Omdat de nazi’s na de inval in de fabriek de beschikking hadden over de personeelsadministratie kon men dezelfde dag ook nog de joodse familieleden van huis halen. Mijn oma was niet thuis toen ze haar en mijn ma kwamen halen. Vandaar dat ik nu in staat ben om deze geschiedenis op te schrijven.

AJC brochure met omslag van Fré Cohen