College voor de rechten van de mens

Het was juist rustig geworden in hoofddoekenland. Voor het overgrote deel klonk het gesputter tegen de islam en tegen de onvermijdelijke hoofddoekjes ergens in de marge. De rol van Wilders was duidelijk slinkende. De man verkondigt elke keer hetzelfde en dat wordt natuurlijk zelfs voor de grootste fan op den duur te saai. Wat mij betreft was er een soort van evenwicht ontstaan in de hele discussie: Waar kan men wel een hoofddoek dragen en waar niet. Welke beroepen sluiten elke uiting van godsdienst of levensbeschouwing uit, en wat niet. Maar nu gooit het college voor de rechten van de mens roet in het eten. Ze komt tot een verkeerd oordeel over een fout van de politie en verkondigt dat luid en duidelijk. Het zal de rust die met veel moeite tot stand was gebracht, ernstig verstoren en ik vind dat het college ook daar rekening mee had moeten houden. De uitspraak van het hof gaat veel onrust geven.

Het dragen van een hoofddoek is een keuze die een deel van de moslima’s zelf maken. Wat ik heb gehoord is dat de islam als zodanig geen oordeel heeft over het al dan niet dragen van een hoofddoek. Dat er extremen zijn, dat zal wel, maar grosso modo maakt de islam geen onderscheid tussen vrouwen met of zonder een hoofddoek. Er is dus vanuit de godsdienst geen verplichting. Dat betekent dat als je heel graag een beroep uitoefent waar een hoofddoek dragen, om wat voor reden dan ook, niet mag, je als moslima de keuze kan maken om die hoofddoek af te doen. Gelukkig past een hoofddoek in bijna alle beroepen en hoeven moslima’s zelden een keuze te maken. Eigenlijk alleen maar in enkele beroepen waar men om goede redenen een strikt uniform draagt moeten ze wel een keuze maken. Zo’n strikt uniform draagt men in beroepen waar men geweld mag toepassen om de rechtsorde te beschermen. Alleen in die beroepen heeft men gezegd dat uniform niet alleen op een jasje en een petje slaat, maar ‘echt’ uniform is; helemaal hetzelfde. In die beroepen moet op geen enkele manier zichtbaar zijn wie je bent en waar je als persoon voor staat; je staat namelijk voor de rechtstaat. Voor niets dan de rechtstaat. Daarom zijn bij de politie en rechterlijke macht het uniform verplicht en zijn alle uitingen van wereldbeschouwing en godsdienst taboe. Deze stelling heeft rust gebracht en deze stelling moet (voorlopig) gehandhaafd.

De politie van Rotterdam heeft een hoofddoekdragende moslima aangesteld om aangiftes op te nemen. Deels gaan die telefonisch, deels gaan ze via een videoverbinding. Bij die videoverbinding moet het duidelijk zijn dat degene die de aangifte opneemt onderdeel uitmaakt van de politie. Daarom draagt die ambtenaar het uniform. De hoofddoekdragende moslima had daarom nooit via een videoverbinding aangiftes mogen opnemen. Dat deed ze nu wel, maar dan in haar burgerkleren. Fout van de Rotterdamse politie. Omdat het college vindt dat als je A zegt je ook B moet zeggen, oordeelt ze dat het in deze specifieke situatie zo is dat deze vrouw zowel een hoofddoek als een uniform mag dragen. Dat is een fout van het college omdat ze het dragen van een uniform nooit hadden mogen koppelen aan een specifieke situatie of persoon maar aan de politie als zodanig.