Tag archieven: Natuurkunde

Ik ben dom

Afgelopen donderdag stond er een artikeltje in de Volkskrant over een grote wetenschappelijke doorbraak in de natuurkunde. Het gaat allemaal om de kleinste deeltjes die we kennen. Zoveel werd me wel duidelijk. Ook ging het er over dat Einstein bepaalde verschijnselen had waargenomen, maar die niet kon verklaren. Die verschijnselen hebben ze in Delft nu wel kunnen verklaren…naar het schijnt. Zo hebben die wetenschappers bewezen, dat twee deeltjes contact met elkaar houden, hoe ver ze ook van elkaar weg zijn… En toen strandde mijn schip. Geen idee meer welke deeltjes wanneer wat doen…of hoe die deeltjes er dan precies uitzien of wat ze precies doen…geen idee. Ik kan absoluut niet meer volgen waar het over gaat, laat staan dat ik weet wat die wetenschappers nou precies hebben bewezen. Natuurlijk wil ik applaudisseren, maar geen idee waarvoor. Al helemaal niet waar de ontdekking toe leiden kan. Dus voel ik me dom…oliedom. Ik heb een paar jaartjes doorgeleerd; ik zou dat toch moeten kunnen snappen, zou je denken…

Maar gelukkig, de Volkskrant constateerden dat de grote doorbraak voor meerdere mensen niet te begrijpen viel. Daarom in de zaterdagkrant een nieuwe poging om ons te vertellen hoe het zit. ‘Het spook van Delft’ heet de poging. Een stripverhaal, is het, om aan het eenvoudige publiek (ik dus!!!) uit te leggen hoe of het in elkaar zit, die ontdekking. Ik voel me daar helemaal niet te min voor om als simpele ziel aangesproken te worden. Ik wil graag begrijpen hoe het zit en wat de doorbraak precies is.

Ik begin te lezen: ’Opgewonden zit de fysicus Ronald Hanson in de nazomer van 2015 achter zijn bureau in Delft.’ Dat begint echt als een spannend boek. Verderop gaat hij het verschijnsel verder uitleggen…En ja hoor…daar raak ik de draad opnieuw kwijt. Deeltjes hebben pas eigenschappen als je gaat meten… Twee deeltjes gedragen zich tegengesteld precies hetzelfde…deeltjes die zowel linksom als rechtsom draaien…tegelijkertijd. Ik kan dat gewoon niet volgen. Van zo’n paartje deeltjes (vraag me niet hoe je die kunt herkennen…) hebben ze de een naar een andere plek geschoten en de andere laten staan, zo lees ik. Vervolgens zijn ze gaan meten. Wat blijkt…ze blijven zich tegengesteld precies hetzelfde gedragen. Maar…hoe weten ze dat nou? Ze konden juist niet meten, toch? Ze draaiden op hetzelfde moment naar links als naar rechts. Als je constateerde dat het deeltje zich als A gedroeg, dan lag dat niet aan het deeltje, maar aan het meten. Hoe weten ze dan dat die deeltjes zich hetzelfde, maar tegengesteld gedragen? Ik snap er nog steeds helemaal niets van!!!!

Wat ik in ieder geval wel begrijp: ‘Onze jongens’ hebben een doorbraak in de natuurkunde gemaakt. Juist op tijd, anders hadden ze in Wenen met de eer gaan strijken, want daar waren ze ook bezig om iets te bewijzen.

In ieder geval dan maar: Hulde aan onze wetenschappers omdat ze iets ontdekt en bewezen hebben dat heel erg belangrijk is…denk ik.

Ik voel me zo dom! Zou er een manier zijn om het aan de aller domsten uit te leggen hoe het nou precies zit? Ik betwijfel het…