Tag archieven: Hollands Boys Choir

Leusinks uitvoering kende ook een lichtpuntje

Maart en april is voor mij passie-tijd. Lente zonder passie gaat niet. Jezus moet lijden en sterven en dan kunnen we naar de tuin om groente te zaaien. Ik denk dat het zo in elkaar zit. Jezus moet lijden en sterven op de muziek van Johann Sebastiaan Bach. Dat kan echt niet anders. Het verhaal mag verteld zijn door Mattheus of Johannes, desnoods Lucas of Marcus, maar de muziek moet van Bach zijn. Als ik ga tellen hoe vaak ik de Johannes of de Mattheus in kerk of concertzaal heb gehoord, dan raak ik al snel het spoor bijster, maar neem van mij aan: Heel vaak. Ik ken de muziek dan ook uit mijn hoofd. Wat voor mij geldt, geldt voor vele anderen; dat weet ik zeker.

Afgelopen zondag ging ik voor de derde keer naar een Mattheus gedirigeerd door Pieter Jan Leusink. Eerst dirigeerde hij het Holland Boys Choir. Daarmee werd de Mattheus, op de sopraan partij na, in zijn geheel gezongen door mannen en jongens. Dat was een bijzondere uitvoering waar ik erg van genoten heb. Omdat ik best gelukkig was met die uitvoering, bestelde ik enkele jaren later weer kaartjes voor Leusinks uitvoering. Het jongenskoor bleek verleden tijd; Leusink werkte alleen nog met volwassenen.

Hoewel ik niet echt kapot was van de ‘volwassen’ uitvoering, maar nog steeds dacht aan zijn verdienstelijke uitvoering met het jongenskoor, had ik dit jaar opnieuw gekozen voor Leusink’s uitvoering. Maar helaas niets geen opgaande lijn. Dat had ik wel verwacht. Het is kommer en kwel geworden. Wat ik hoorde raakte kant nog wal. Een enkele aria haalde een aanvaardbaar niveau. Echt iets goeds heb ik nauwelijks gehoord. De evangelist werkte op de lachspieren met zijn lange uithalen, gefluister, gekras en absurde pauzes. Als je de Mattheus uitvoert, heb je minstens een goede evangelist nodig; hij is de helft van de tijd aan het woord! Robert Lutz: Als evangelist in de Mattheus Passion van Bach moet je zingen en niet acteren. Enne…als je voor een zaal staat moet je niet gaan acteren als je dat eigenlijk niet kunt. Een aanfluiting!

Leusink heeft een dirigeerstijl ontwikkelt die nogal merkwaardig oogt. Hij voert een soort swingende berendans op waarbij hij dweilbewegingen met zijn handen maakt. Erg onduidelijk. Ik hoef die bewegingen niet te begrijpen, maar de musici wel. Daar ging het regelmatig mis. Inzetten werden gemist. Een dirigent bepaalt tempo en timing. Vooral het tweede vioolconcert ging hopeloos verloren. Het tempo lag tien keer te hoog. Dat elke noot gespeeld werd lag aan de kwaliteit van de violiste maar zeker niet aan Leusink. Speel je dat concert te snel, dan gaat veel van de zeggingskracht verloren. Bij Leusink ging alles verloren, hoewel de violiste de eindstreep haalde….

Er was ook iets wat wel de toets der kritiek kon weerstaan. ‘Aus Liebe wil mein Heiland sterben’. Gezongen door  Olga Zinovieva. Zij liet Leusink voor wat hij was en ging een pact aan met de fluitiste. Beide een engelachtig uiterlijk. Jammer dat Zinovieva niet stilstond, maar verder was haar uitvoering van dit hemels stuk muziek echt goed. Kortom, Leusinks uitvoering kende ook een lichtpuntje.